De Staat der Nederlanden heeft een put-optie uitgeoefend waardoor zij het restant van haar aandeel in vervoerder Connexxion verkoopt. Het gaat om een belang van 33,33% dat € 137 miljoen in de schatkist brengt. Connexxion komt door de deal volledig in handen van een consortium van de Franse vervoerder Veolia-Transdev en de Bank Nederlandse Gemeenten.
De Staat der Nederlanden heeft advocatenkantoor Freshfields Bruckhaus Deringer in de arm genomen om zich te laten adviseren bij de deal. Partner Alexander Doorman werkt bij de deal samen met Marlies de Wilde. Toen de Staat in 2007 een pakket van 66,7% van de aandelen in Connexxion aan het consortium verkocht voor € 244 miljoen, werd het kantoor ook al ingehuurd. Toen leidde Doormans collega Robert ten Have het team.
Linklaters en Loyens & Loeff adviseren kopers
Het de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) heeft – overigens eveneens net als in 2007 – advocatenkantoor Loyens & Loeff ingehuurd voor juridisch advies bij de verkoop. Ook nu is partner Freek Jonkhart degene die het team van zijn kantoor leidde. Jonkhart werkt bij de huidige deal samen met Hendrik Portengen en Rianna Dekkers. Veolia-Transdev laat zich adviseren door advocatenkantoor Linklaters. Het team bestaat uit Henk Arnold Sijnja, Yevgeniya Chaplina en Olaf Kroon.
Consortium betaalt minimumprijs
De beslissing om de aandelen in Connexxion te verkopen stamt uit 2006. De staat had namelijk geconstateerd dat er definitief geen belemmeringen meer waren voor privatisering van Connexxion. In 2007 werd het eerste pakket van tweederde deel van de aandelen verkocht voor € 244 miljoen. € 25 miljoen hiervan werd uitgekeerd via een zogeheten superdividend uit de onderneming, terwijl het kopende consortium € 219 miljoen betaalde. Nu volgt dus het restant. De verkoopprijs is gelijk aan deze minimumprijs en is gebaseerd op de in 2007 door TBCH betaalde prijs voor de eerste 66,67% van de aandelen Connexxion, vermeerderd met rente.