“Je moet hier echt altijd bereikbaar zijn”, zegt Gaby Smeenk. Zij werkt nu een jaar als medewerker in New York voor advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek. Wat haar vooral is opgevallen is dat een advocaat in de VS te alle tijden ter beschikking moet staan aan de klant, ongeacht wat er op dat moment speelt.
”Laatst was de finale van de Superbowl, het belangrijkste sportevenement van de VS”, vertelt Smeenk. “Zelfs toen kreeg een kantoorgenoot een e-mail van een klant waar hij direct op moest antwoorden.” Het komt niet altijd even gelegen, maar Smeenk ziet deze hoge eisen van klanten wel als een uitdaging.
Het contact met klanten in de VS is vaak minder persoonlijk dan in Nederland. In de VS zijn de afstanden tussen klant en advocaat vaak veel groter, waardoor het niet loont om bij elkaar op de koffie te komen. “Je spreekt elkaar voornamelijk aan de telefoon en in conference calls.” Smeenk merkt op dat het klantcontact zelden persoonlijker wordt dan dit interview, waarbij de webcam een kijkje geeft in het kantoor van De Brauw in New York.
De Brauw New York is volgens Smeenk redelijk goed door de crisis gekomen. “Onze partner Ton Schutte was in ieder geval tevreden en we hebben niet hoeven duimendraaien.” Het kantoor had minder M&A gerelateerd werk, maar had genoeg te doen aan herstructurerings- en financieringswerk. “Wel was het wat rustiger als je het vergelijkt met de top jaren 2006 en 2007”, geeft Smeenk toe.
Broodje Rockefeller Center
Smeenk is onder andere bij De Brauw gaan werken om in aanmerking te komen voor een baan in New York. Ze ging na haar rechtenstudie in Utrecht eerst drie maanden op reis in Latijns Amerika. Teruggekomen ging zij gericht solliciteren bij Nederlandse advocatenkantoren met een kantoor in het buitenland. Voor Smeenk was dit een strategische keuze, omdat de internationale, Angelsaxische, kantoren in het buitenland zijn bemand met locals. Na meerdere jaren te hebben gewerkt op de Zuidas, kon ze voor twee jaar in New York aan de slag.
Bij De Brauw New York wordt Nederlands gesproken, maar de eetcultuur is Amerikaans. “In Nederland ga je naar de bedrijfskantine, maar hier gaan we naar buiten. Ik haal dan een lekker broodje met alles erop of een megasalade bij één van de lokale delis. In de zomer gaan we meestal eten in Rockefeller Center, hier in de buurt”, aldus Smeenk.
Dit is een artikel in een serie over Nederlandse dealmakers in het buitenland