Beursvennootschappen moeten vanaf 1 januari 2010 voor het eerst verantwoording afleggen over de naleving van de nieuwe Code Corporate Governance, de opvolger van de Code Tabaksblat. Dat blijkt uit de dinsdag gepubliceerde kabinetsreactie op de geactualiseerde code van de commissie Frijns. “Het kabinet meent dat de naleving van de Code niet vrijblijvend dient te zijn en daarom wederom goed moet worden gemonitord,” aldus het ministerie van Financiën in een persbericht.
De controle op de naleving vindt plaats door middel van het ‘pas toe of leg uit”-principe. Beursvennootschappen dienen de bepalingen toe te passen, of gemotiveerd uit te leggen waarom een individuele bepaling niet wordt nageleefd. Dit stelsel geldt inmiddels in vijftien lidstaten van de Europese unie. Volgens het kabinet biedt het systeem de benodigde flexibiliteit. Beursvennootschappen kunnen qua omvang en bestuursstructuur erg verschillen, en daarnaast kunnen de opvattingen over corporate governance in de loop van de tijd veranderen. Dat laatste geldt bijvoorbeeld de veranderende rol van aandeelhouders. “De Code, die relatief snel gewijzigd kan worden, kan daarop inspelen,” aldus het kabinet.
De wettelijke verplichting tot naleving brengt mee dat de de geactualiseerde Code geen vrijblijvende vorm van zelfregulering is. In het jaarverslag van de onderneming komt een corporate governance verklaring, waaraan ook aanvullende materiële eisen zijn gesteld. De verklaring dient in te gaan op de samenstelling van en het functioneren van het bestuur, de commissarissen en de aandeelhoudersvergadering, alsook de interne controle- en risicobeheersingssystemen in de financiële verslaggeving. De aandeelhoudersvergadering conroleert, en heeft “daarmee een belangrijke rol bij de effectuering van de Code,” aldus het kabinet.
Voornaamste wijzigingen
In het persbricht van het ministerie van Financiën worden de voornaamste vernieuwingen in de nieuwe code op een rijtje gezet:
- Beursvennootschappen dienen meer nadruk te leggen op integraal risicomanagement. De raad van commissarissen moet hierbij nauw worden betrokken. Operationele risico’s voortvloeiende uit de bestuurdersbeloningen dienen onderdeel te zijn van dit risicomanagement.
- De raad van commissarissen krijgt meer instrumenten om de bestuurdersbezoldiging zowel voor- als achteraf binnen redelijke grenzen te houden. Te denken valt aan scenarioanalyses, de redelijkheidstoets en claw back clausule.
- Bij de vaststelling van bestuurdersbeloningen dienen de interne beloningsverhoudingen te worden meegewogen door de onderneming. Vaste en variabele beloning moeten onderling in een passende verhouding staan. Variabele beloning moet gebaseerd zijn op lange termijn doelstellingen die niet alleen van financiële aard zijn.
- Beursvennootschappen moeten voor het eerst streven naar meer diversiteit en hierover verantwoording af leggen. De raad van commissarissen dient een concrete doelstelling (target) te hebben voor diversiteit en jaarlijks verantwoording af te leggen in haar jaarverslag.
- Het bestuur en de raad van commissarissen zijn voor het eerst gehouden uitdrukkelijk aandacht te besteden bij hun taakuitoefening aan de voor de onderneming relevante maatschappelijke aspecten van ondernemen (MVO).
- Een aandeelhouder wordt geacht zich naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid te gedragen. Zo betrekt hij het bestuur tijdig alvorens gebruik te maken van het agenderingsrecht.
- De raad van commissarissen dient tijdig en nauw betrokken te worden bij overnameprocessen.
Kritiek
Scheidend voorzitter Huub Willlems van de Ondernemingskamer van de rechtbank Amsterdam uitte dinsdag in Het Financieele Dagblad stevige kritiek op de nieuwe code. Die is volgens hem veel te uitgebreid, hetgeen “het zicht op de eigen ethische drijfveren in de weg zit”. “Het is een catechismus geworden met regels en subregels. De aandacht voor ethisch handelen van het bestuur raakt op de achtergrond. Het gevolg is dat men nog bedrevener raakt in de omgang met de regels, terwijl een batterij juristen kijkt waar de gaten zitten,” stelt Willems.(28 mei 2009)
Dit bericht verscheen eerder op Bedrijfenjurist.nl