Onlangs ging het mis een overnamepoging door Coca-Cola van Huiyuan Juice ter waarde van 2,4 miljard dollar. De deal werd door de Chinese autoriteiten afgewezen uit vrees voor een “dominante positie” voor het Amerikaanse bedrijf. Sommige analisten dachten eerder aan protectionisme. Wat ging er mis bij de overnamepoging?
Met de koop van Huiyuan zou Coca Cola – dat al actief is op de Chinese markt – de frisdrankmarkt penetreren op wat wordt genoemd “third and fourth-tier cities”. De meeste bedrijven proberen de Chinese markt te betreden via Shanghai en Beijing, omdat de inwoners van die steden relatief veel te besteden hebben. Met het oog op toekomst zijn de wat minder ontwikkelde Chinese steden echter interessant, omdat daar de komende jaren grootste bestedingsgroei wordt verwacht.
De beoogde deal werd door juristen nauwlettend gevolgd, omdat voor het eerst duidelijk zou worden hoe de Chinese autoriteiten de nieuwe mededingingswet interpreteren. De nieuwe wetgeving dateert van augustus 2008, en is in grote lijnen gemodelleerd op vergelijkbare Westerse wetten. De deal werd afgewezen in de volgende bewoordingen: “If the acquisition of Huiyuan went into effect, Coca-Cola is very likely to take a dominating position in the domestic market ander the consumers may have to accept a high price fixed by the company as they will not have more choice.”
Een aantal analisten wees direct op het groeiende protectionisme van de Chinese overheid in de huidige economische omstandigheden. Over een langere periode lijken de cijfers daar weinig aanleiding toe te geven. Volgens MergerMarket is de totale omvang van Chinese M&A deals in de jaren 2004-2007 in waarde is verviervoudigd, van 27,5 miljoen dollar in 2004 naar 94,4 miljoen dollar in 2008.
Beter kijken
Shaun Rein, eigenaar van China Market Research Group, stelt in Forbes dat Coca-Cola simpelweg beter naar de wet had moeten kijken. De regeling komt samengevat op het volgende neer: “Foreigners are permitted to purchase non-majority interests in strong, succesful Chinese companies, but only if there is some added benefit, such as transfer of technology, advanced management or access to foreign markets.”
De conclusie van Rein: “Coca-Cola dacht dat de autoriteiten geen bezwaar zouden heben tegen de verkoop van een niet-strategische activiteit, maar simpele lezing van de relevante Chinese regelgeving zou duidelijk hebben gemaakt dat de regering niet wil dat buitenlandse ondernemingen een controlerend belang nemen in grote nationale spelers, zonder dat die nationale spelers financiële steun of bij hulp bij management nodig hebben.”
Dat kunnen de juridisch adviseurs zich ook aantrekken. Coca-Cola werd bijgestaan door Skadden Arps Slate Meagher & Flom. Huiyuan Juice werd geadviseerd door Frehsfields Bruckhaus Deringer. (9 april 2009)
Dit bericht verscheen eerder op Bedrijfenjurist.nl