Onderzoek van Baker & McKenzie wijst uit dat Chinese investeringen in Europa tot recordhoogte zijn gestegen. Het gaat om investeringen in 153 afzonderlijke Europese projecten in 2014, ter waarde van in totaal 18 miljard dollar. Europa is hiermee een van de belangrijkste bestemmingen ter wereld geworden voor Chinese investeringen in het buitenland.
De cijfers zijn tot stand gekomen in samenwerking met onderzoeksbureau Rhodium Group. Het complete rapport Reaching New Heights verschijnt in maart bij de Chinese investeringsbank CICC.
“Chinese investeringen in Europa zijn de afgelopen jaren veel diverser geworden en strekken zich uit over alle delen van Europa”, aldus Wibren Veldhuizen, Partner Tax en hoofd Asia Desk van Baker & McKenzie. “We zien dat Chinese investeringen zich volledig hebben ontwikkeld en genormaliseerd en gelijke tred houden met de internationale economie.”
In 2013 liepen de investeringen terug als gevolg van een daling in het aantal energie- en grondstoffencontracten. In 2014 bereikten ze echter alweer een recordhoogte. Uit de constant hoge investeringsniveaus in een toenemend aantal sectoren en landen blijkt dat Chinese directe buitenlandse investeringen in Europa een structurele trend zijn geworden, en niet slechts een cyclisch verschijnsel zijn.
Chinese directe buitenlandse investeringen in Europa kwamen voor 2004 nauwelijks voor en bedroegen toen gemiddeld nog geen miljard dollar per jaar. In 2009 verdrievoudigde de toestroom van Chinees kapitaal naar bijna 3 miljard dollar, om in 2010 nogmaals te verdrievoudigen tot meer dan 10 miljard dollar. Sinds 2009 is er 55 miljard dollar geïnvesteerd.
Hoe investeert China in Europa?
In het afgelopen decennium hebben de meeste Chinese bedrijven hun Europese marktaandeel vergroot via greenfield-projecten en uitbreidingen (69% van alle contracten). Het grootste aandeel in de investeringswaarde kan echter aan overnames worden toegeschreven (86% van de totale waarde), omdat dergelijke transacties doorgaans kapitaalintensiever zijn dan greenfield-projecten en uitbreidingen.
In de afgelopen drie jaar is de gemiddelde waarde van greenfield-projecten toegenomen. Deze projecten bestonden in eerste instantie vooral uit kantoren en kleinere administratieve ondernemingen, maar Chinese bedrijven investeren nu steeds vaker in greenfield-projecten met aanzienlijke kapitaaluitgaven, zoals R&D-centra in Scandinavië, voedselverwerkende fabrieken in Frankrijk, vastgoedprojecten in Groot-Brittannië en machinefabrieken in Duitsland. Deze bedrijven hebben ook hun investeringen in de uitbreiding van bestaande ondernemingen in Europa opgeschroefd, zoals chemische fabrieken, magazijnen en transportinfrastructuur.
Ook de activiteiten op het gebied van fusies en overnames (mergers & acquisitions, M&A) zijn sinds 2011 ingrijpend veranderd. Een belangrijke trend is het groeiende belang van M&A-deals in het MKB, waar vaak financieel investeerders achter zitten. Hoewel de totale inkomende Chinese investeringen vooral bestaan uit megadeals van boven de 1 miljard dollar, zijn sinds 2011 vooral de kleine deals (onder de 100 miljoen dollar) en middelgrote transacties (tussen de 100 miljoen en 1 miljard dollar) opvallend hard gegroeid. Maar wat nog belangrijker is: ze zijn minder vatbaar voor jaarlijkse fluctuaties dan grootschalige transacties, en onderstrepen dus nog eens extra dat de Chinese particuliere sector in Europa aan een structurele expansie bezig is.
Voorkeurslanden: investeren voor de lange termijn
De vier landen die sinds de eeuwwisseling de meeste Chinese investeringen hebben aangetrokken, zijn het Verenigd Koninkrijk ($ 1,6 mld), Duitsland ($ 8,4 mld), Frankrijk ($ 8 mld) en Portugal ($ 6,7 mld), gevolgd door Italië ($ 5,6 mld), Nederland ($ 4 mld), Hongarije ($ 2,6 mld), Zweden ($ 2 mld), Spanje ($ 1,5 mld) en België ($ 1,2 mld).
Hoewel in het afgelopen decennium 70% van de investeringen naar landen ging die relatief ongehavend uit de crisis zijn gekomen, zagen we dat China in de afgelopen drie jaar een aanzienlijke belangstelling heeft ontwikkeld voor de privatisering van overheidssectoren als nutsbedrijven, en de logistieke sector in landen als Portugal, Italië en Spanje.
Verspreiding over sectoren aan verandering onderhevig
Chinese investeringen in de EU strekken zich uit over een groot aantal sectoren. Van 2000 tot 2014 waren de grootste ontvangers van Chinees kapitaal steevast de energiesector ($ 17 mld), de auto-industrie ($ 7.7 mld), de landbouw ($ 6,9 mld), vastgoed ($ 6,4 mld), de machine-industrie ($ 5,3 mld) en informatie- en communicatietechnologie ($ 3,5 mld).
Vóór 2011 werd toetreding tot de Europese markt vooral ingegeven door handelsoverwegingen en de wens om toegang te krijgen tot technologie in sectoren als de auto- en machine-industrie. In 2011 en 2012 nam de belangstelling voor technologie en andere activa die het concurrentievermogen vergroten verder toe, maar de energie- en grondstoffensector werden de belangrijkste stuwers van investeringsactiviteiten, omdat overheidsbedrijven de kans grepen zich in te kopen in Europese mijnbouwbedrijven en energie- en nutsbedrijven. In 2011 en 2012 investeerden Chinese ondernemingen samen voor 11 miljard dollar in fossiele brandstoffen, hernieuwbare energie en Europese nutsbedrijven.
In 2013 en 2014 veranderde dit drastisch, toen de Chinese investeringen in energie terugliepen tot slechts 5 miljard dollar voor beide jaren samen, door een tanende belangstelling van overheidsbedrijven voor buitenlandse energiebedrijven en ingrijpende veranderingen in het grondstofintensieve groeimodel van China, en doordat projecten op het gebied van hernieuwbare energie minder aantrekkelijk werden als gevolg van een verlaging van de feed-in-tarieven in veel Europese landen.
Daar staat tegenover dat het commercieel vastgoed een deel van de afgenomen energie-investeringen heeft goedgemaakt. Vóór 2013 investeerde China nagenoeg niets in Europees commercieel vastgoed, maar sindsdien is dit aandeel gestegen tot 2,8 miljard dollar in 2013 en 3 miljard in 2014, exclusief toekomstige ontwikkelingskosten. Een terugval van de Chinese binnenlandse markt in 2013 en 2014 en de explosieve groei van de Chinese bevolking in het buitenland in diezelfde periode (toeristen, studenten en emigranten) vormden de belangrijkste oorzaak voor uitgaande directe buitenlandse investeringen in vastgoed. Een liberalisering van het beleid ten aanzien van uitgaande investeringen door institutionele beleggers als staatsinvesteringsfondsen en verzekeringsmaatschappijen droeg ook bij aan meer vastgoedinvesteringen.
Andere sectoren die in 2014 een bovengemiddelde groei hebben laten zien vergeleken met voorgaande jaren zijn de financiële en zakelijke dienstverlening, landbouw en voedingsmiddelenindustrie, en transport en infrastructuur. Er ging meer dan 2 miljard dollar naar de financiële en zakelijke dienstverlening in de EU, voornamelijk in de afgelopen twee jaar, als gevolg van de financiële liberalisering in China en de internationalisering van de Chinese valuta, de renminbi (RMB), die nieuwe kansen bood om zaken te doen. De investeringen in de voedingsmiddelenindustrie waren in eerste instantie kleinschalig, maar de omvang ervan is de afgelopen drie jaar vervijfvoudigd als gevolg van diverse grote overnames die voortkwamen uit de behoefte aan kennis, technologie en merken, om de snelgroeiende Chinese voedingsmiddelensector te kunnen bedienen. Investeringen in transport en infrastructuur lagen aan het eind van 2014 boven de 2,4 miljard dollar. De lichte stijging van de investeringen in commerciële luchtvaartmaatschappijen en havenbedrijven was te danken aan een toename van het Chinese toerisme, de handel en zakelijke activiteiten in Europa.
Wat komt hierna?
Hoewel de investeringen in de EU in 2014 een nieuw hoogtepunt hebben bereikt, zijn vrijwel alle waarnemers het erover eens dat er nog veel ruimte is voor verdere groei. Zowel de commerciële als de politieke realiteit geeft reden tot optimisme over een aanhoudend hoog investeringsniveau vanuit China in de komende jaren.
De trend zet zich ook al voort in 2015, zoals blijkt uit de overname van bekende vrijetijdsmerken als Club Med en Louvre Hotels Group door Chinese investeerders, voor een bedrag van 4,3 respectievelijk 1,5 miljard dollar.
Wibren Veldhuizen concludeert: “Er zijn zowel positieve als negatieve factoren die hierop van invloed zijn. Structurele hervormingen in de EU, een terugkeer naar gematigde economische groei en een einde aan de uitwassen van politieke instabiliteit maken de omstandigheden er alleen maar beter op. Een grote terugval van de Chinese economie kan ook van invloed zijn op de economische en politieke bereidheid in het buitenland te investeren. We blijven optimistisch en verwachten dat we in het volgende decennium een verdere groei van de Chinese investeringen in de EU zullen zien.”