Alma Popeyus en Hein Schütz schreven het scenario voor De maatschap, de nieuwe tv-serie geïnspireerd op het wel en wee rond de advocatenfamilie Moszkowicz. Voor ze het wisten, waren ze in een juridisch steekspel beland. Robert en diens zoon Yehudi Moszkowicz streden middels meerdere rechtszaken voor een uitzendverbod. Tevergeefs. In gesprek met de scenaristen: “De gebeurtenissen in de serie hebben nooit zo plaatsgevonden.”
Door Joris Rietbroek
Plannen voor een miniserie over de familie Moszkowicz – in De maatschap de familie Meyer geheten – waren er al in 2012. Toen benaderde Dutch Mountain Film schrijverspaar Popeyus en Schütz voor het script. Ze moesten er even over nadenken, al kenden ze het verhaal van Max Moszkowicz sr. goed, de man die ternauwernood Auswitz overleefde en vervolgens in Maastricht zijn imperium opbouwde. Toen de producent hen vroeg, was de familienaam al langer in opspraak. Bovendien waren de tuchtzaken tegen Bram Moszkowicz nog bezig, waarin hij uiteindelijk geschrapt zou worden.
“Het waren niet zozeer de akkefietjes zelf die ons boeiden, maar vooral de vraag hoe het zo ver heeft kunnen komen,” zegt scenariste Alma Popeyus. “Voor een goed verhaal moet er een overkoepelend thema zijn dat de gebeurtenissen zelf overstijgt. Anders krijg je alleen maar een aaneenrijging van anekdotische taferelen.”
In het verhaal dat de scenaristen voor ogen hadden, bleek het verbindende thema al snel ‘overleven’ te zijn. “Een man bereikt de bodem van het bestaan, overleeft zijn beulen en zijn trauma, laat zich niet kisten en bouwt een imperium op,” schetst Schütz. “Hij kan echter niet voorkomen dat zijn trauma doorwerkt in de volgende generatie, zoals hij zijn zoons heel streng en in een zeker isolement opvoedt. De overlever stelt hoge eisen aan zijn zoons.” Popeyus maakt de vergelijking met een klassiek koningsdrama: “Er is een duidelijke vorst, een heerser die al het goede wil voor zijn nazaten, maar die door machten die hij niet kan controleren toch het slechte over zich heen haalt.”
Dat is althans hun eigen interpretatie, zo kunnen de schrijvers niet genoeg benadrukken. “Onze hoofdpersonen ontwikkelden zich niet een op een als Max, Bram of Robert Moszkowicz,” zegt Schütz. “We schreven immers geen journalistieke productie of biografie. Het is een familiedrama aan de hand van onze interpretatie van de gebeurtenissen.”
Contact met de familie
Voordat zij gingen schrijven, spraken Popeyus en Schütz af bij David en Max Moszkowicz junior in Maastricht. “Het was een prettig gesprek,” weet Popeyus nog. “Maar zij wilden er verder geen bemoeienis mee en zeiden dat ze er niet blij mee waren. Dat begrijpen we wel. Maar we probeerden het verhaal met oprechte compassie te schrijven, om de gebeurtenissen bij de kijker invoelbaar te maken, zonder dat het ten koste gaat van de hardheid.”
Bram wilde niet met de schrijvers spreken, ook niet na een korte ontmoeting in het DeLaMar Theater in Amsterdam. Robert wilde alleen meewerken aan de totstandkoming als hij zich mocht bemoeien met de inhoud. Popeyus: “Dat was voor ons uitgesloten, want dat had zomaar een eenzijdig beeld kunnen opleveren.” Zijn autobiografische boek De Straatvechter namen de schrijvers achteraf voor kennisgeving aan, om het voor de procedures tegen uitzending van De maatschap nog eens te lezen. “Ja, er staan enkele feiten in die wij ook hebben gebruikt, maar we hebben met hulp van onze researcher uit vele bronnen geput.”
En hoewel gebaseerd op waargebeurde feiten, heeft geen enkele scene zich daadwerkelijk zo afgespeeld, zeggen de schrijvers. “Alle scènes zijn fictief, met als sterkste voorbeeld de zoons die aan het ziekbed van hun vader staan,” vertelt Popeyus. “Voor zover wij weten waren zij toen niet on speaking terms en dus niet bij elkaar. Verder zijn met name David en Max junior meer fictieve personages geworden, omdat er over hen minder publiciteit was.”
Ook de teksten in de rechtbankscènes zijn niet ontleend aan processtukken of krantenartikelen, zegt Schütz. “Alle pleidooien in de serie hebben we zelf geschreven. Hooguit een uitspraak van Mathias Meyer sr. komt letterlijk uit de krant. Zijn zoon krijgt ruzie met de officier van justitie, waarop hij excuses maakt met de woorden ‘Het zijn nog jonge honden’.”
Inderdaad, de personages die op het scherm grote gelijkenissen vertonen met vooral vader Max, Robert en Bram Moszkowicz, luisteren in De maatschap naar de naam Meyer. Officier van justitie Teeven of topcriminelen Holleeder en Endstra hebben wel hun echte naam behouden. “Dat was niet onze beslissing,” zegt Popeyus hierover. “Maar we staan er wel achter, dat voelt als je de hele serie ziet wel logisch. Toen we begonnen met schrijven stond wel vanaf het begin vast dat de hoofdpersonen geen Moszkowicz zouden heten, al wilden we ook weer niet verhullen dat het over deze familie gaat. Bij televisie is de realiteitszin sterker, lijkt de grens tussen feit en fictie dunner. Bij een musical of theaterstuk ligt dat anders.”
Juridische strijd
Zoals ook de personages in De maatschap hun stinkende best doen om de goede naam Meyer te behouden, stapelden Robert en zijn zoon Yehudi Moszkowicz afgelopen jaar procedure op procedure. Eerst om via een beslaglegging vroegtijdig inzage in het script te krijgen, later om uitzending van de serie te verbieden. Tot vier keer toe wees de rechter hun vorderingen af.
Ook voor Popeyus en Schütz betekende dit een roerige periode: zij moesten zich voor het eerst voor de rechter verantwoorden voor een scenario en raakten zo verwikkeld in het juridische steekspel. “We schrijven al heel lang, ook over actuele zaken. Voor de serie De Enclave hebben we nota bene ministers samengevoegd, dat bleek geen probleem,” herinnert Popeyus zich.
De eerste poging om het script in handen te krijgen was via een WOB-verzoek bij het Mediafonds, waar het scenario lag ter beoordeling, vertelt Schütz. “Dat lukte niet. Toen volgden er een conservatoir bewijsbeslag en een kort geding. Ook hadden ze een paar meisjes naar de set gestuurd om te figureren, als een soort spionnen.” Uitgerekend één scene die de regisseur had toegevoegd, werd door de tegenpartij ten onrechte als ‘inbreuk op het auteursrecht’ aangemerkt. Die bleek echter niet in het script van de schrijvers te staan, het betrof een toevoeging van de regiseur, waarop de vordering werd afgewezen.
Popeyus kan nog boos worden om een eerste, aanvankelijk geslaagde poging tot beslaglegging. “We werden volledig overvallen. Yehudi Moszkowicz had nooit eerder contact met onszelf opgenomen. Het eerste wat we van hem vernamen was een politiebusje bij ons voor de deur, met een hulpofficier van justitie, een deurwaarder en een IT-specialist erin. En een slotenmaker, voor als we niet thuis waren geweest. Toen hebben ze al onze scripts en aantekeningen meegenomen, een doos vol, en onze laptops leeggehaald. Pas achteraf begrepen we dat zo’n poging tot beslaglegging een uiterst middel is. De beslissing van de rechter in Groningen was dat ze alles moesten teruggeven.”
Uiteindelijk wees het Gerechtshof Amsterdam de bezwaren van Robert Moszkowicz op 24 januari nog eens af, zodat niets uitzending van De maatschap nog in de weg staat. Daar zijn de scenaristen uiteraard blij mee, te meer omdat ze zelf gelukkig zijn met het eindresultaat. Een eindresultaat dat boven alles een fictief familiedrama is, onderstreept Popeyus nog eens in het licht van de rechtszaken, en geen biografische advocatenserie. “Een verhaal over de onmacht van de getraumatiseerde vader die met de beste bedoelingen iets tot stand wil brengen en ongewild zijn trauma doorgeeft aan de volgende generatie. Zo’n tijdloos verhaal is groter dan de familie Moszkowicz.”
De maatschap is vanaf woensdag 25 januari te zien op NPO2. Lees ook de recensie van Advocatie.