Een deel van het Twitterpubliek ging het natuurlijk meteen los – Pleidooi was beter, stroef, onnatuurlijk, geen Suits – maar de redactie van Advocatie vond de eerste aflevering van Zuidas best vermakelijk. Soms wat traag, soms wat karikaturaal, maar vooral de karakters advocaatstagiaire Sabia (gespeeld door Jouman Fattal), partner Christine Meijer (Annet Malherbe) en partner-in-wording Edwin de Keizer (Robert de Hoog) lijken veelbelovend.
Door Lucien Wopereis
In de eerste aflevering zagen we hoe de relatieve buitenstaander Sabia – na aanvankelijk tijdens een sollicitatie door het ijs te zijn gezakt door een black out als gevolg van het innemen van Ritalin – er in slaagt een voet tussen de deur te krijgen bij Zuidaskantoor Van de Sande Grinten Meijer, kortweg VDSGM. Haar wapen: eerlijkheid. Ze geeft het ongelukkige gebruik van Ritalin meteen toe als ze baas Christine per toeval opnieuw te spreken krijgt, en als ze voor het blok wordt gezet om voor een groep concurrenten een grap te vertellen, zet ze de andere partner Rudolf van de Sande Grinten (vertolkt door Mark Rietman) weg als een oude man.
Sabia krijgt samen met twee andere stagiairs een opdracht: ze moeten uitzoeken hoe ze kunnen voorkomen dat een ziekenhuis de verliesgevende afdeling leukemie sluit. Althans: dat denken ze. De ene stagiair, de zich in eerste instantie erg ballerig voordoende zoon Quinten van baas Rudolf, gaat er vanwege een verbouwing thuis meteen vandoor. De andere stagiair, zoon van een belangrijke cliënt, is een nogal zielige bleekneus die geen Duits blijkt te beheersen. Aan Sabia om de kar te trekken.
Dat doet ze met verve, ook omdat ze zich het lot van de patiënten aantrekt. En dan komt even later de aap uit de mouw: VDSGM staat niet de patiënten bij, maar het ziekenhuis dat de afdeling wil sluiten. Sabia straalt tijdens de rechtszaak nogal fysiek uit dat ze onaangenaam verrast is door deze ontwikkeling, maar ze weet door een juridische spitsvondigheid – maak van de afdeling leukemie een leasebak – alsnog de belangen van de patiënten veilig te stellen.
En zo worden de contouren van de serie zo’n beetje duidelijk. Je moet bij de firma List en Bedrog voortdurend over je schouders kijken, anders word je een oor aangenaaid. Quinten doet als verwend zoontje weliswaar zo min mogelijk en zal bij voorkomende gelegenheden pronken met andermans veren, maar hij gaat Sabia ook steeds meer inwijden in de geldende Zuidascodes. Christine zal zich steeds meer ontpoppen als booswicht. En let op: zo tegen het eind van de eerste serie staat de toekomst van het hele kantoor op het spel.
Zuidas is geen Nederlandse Suits, zeiden de makers in het FD. Ze doelen daarbij op de mate van diepgang van de karakters en het belang van idealen, maar ik zie toch ook veel overeenkomsten: de glazen gevels van de zakelijke wereld, de talloze kantoorintriges en de continue dreiging van het uiteenvallen van het kantoor. Zoals Henriëtte van Hedel David Meister al eens citeerde in een column op Advocatie: Law firms are bands of warlords, each with his or her followers, ruling over a group of cowed citizens and acting in temporary alliance – until a better opportunity comes along.