Heb je wel eens geprobeerd een salade te scoren op de Zuidas op zondagmiddag? Dat lukt dus niet. Net zoals je ook geen broodje kan kopen bij eetwinkel de Zwaan of een schaaltje gegrilde groenten bij Corso Como. Als je vastzit op kantoor moet je ontstressen met een slappe saucijs, die je naar binnen propt bij het geluid van de straatmuzikant in een winderige tunnel voor het loket van de stationskiosk.
Door Zo Zuidas
De Zuidas is mislukt. Dat is het beeld dat Duco Stadig, oud-wethouder Ruimtelijke Ordening, afgelopen week schetste in het Parool. De Zuidas is een spookstad in het weekend, de doodlopende steeg van een moderne metropool.
Wat is er precies mislukt? De Zuidas ging informeel van start in 1991 toen het net gefuseerde ABN AMRO op zoek was naar een nieuw hoofdkantoor. Het centrum van Amsterdam groeide uit zijn voegen. Bedrijven wilden een complementair centrum bouwen, een zakenhart. Tot de gemeente zich er in 1998 mee ging bemoeien en het gebied een ‘gemengde functie’ moest krijgen om de leefbaarheid te vergroten. Dat is dus niet gelukt, zegt Stadig. Zijn probleem in a nutshell: in het weekend is er op de Zuidas geen hol te doen.
Horeca sluit ramen en deuren, winkels krijgen nauwelijks of niet voet aan de grond. Grote kantoren vullen de ruimte achter de pui liever met een statige entree dan met een pop up plantenshop. Als consument met koopdrift kets je dus af op een muur van spiegelend glas in het weekend.
Nee, neem dan Canary Wharf in Londen, waar er in het weekend vlooienmarkt is en food courts de grond uit spuiten. Of neem Japan, waar ze bonussen geven aan bedrijven die bijdragen aan de leefbaarheid van een gebied. Als je daar de eerste twee verdiepingen van je pand verhuurt aan winkels, mag je vijf extra verdiepingen op je gebouw zetten.
Zo zwart als hiervoor geschetst is het aan de Zuidas trouwens niet. Stadig vergeet voor het gemak dat Wagamama gewoon open is, ook op zondag, en dat je slow cuisine met groenten uit eigen moestuin kan eten bij Bolsenius op zaterdag. Zelfs Belmondo experimenteert met verruimde openingstijden in het weekend.
Maar een mix van kantoren, winkels en leuke koffietentjes blijkt bovendien geen garantie voor succes. Neem Parque Bavaria, het zakendistrict in Bogota, Colombia. Midden tussen de grote bankentorens ligt daar een groen park met op de begane grond nagelsalons, koffiebarren en sushi-tentjes. In het weekend komt er geen kip.
Nee, dan het centrum van Amsterdam. Is Stadig daar onlangs nog wel eens geweest? Je struikelt er over de Nutella-winkels en lelijke winkelketens die de hoge huurprijzen op het Damrak nog wel kunnen betalen. Reuring als graadmeter voor succes is een achterhaald concept voor een stad die zo onder druk staat als Amsterdam.
Het centrum verandert langzaam in een spookstad voor de ultrarijke expats. Daarom zou het zou ons niet verbazen als de gewone werkende mens binnenkort een loft in de kersverse Gustav en Gershwin-torens op de Zuidas boven een monumentaaltje in het centrum verkiest.
Want, wat heb je nodig in het weekend? Een plek waar je goede koffie kan halen. Straten waar je nog kan lopen en je fiets parkeren. Of een Bugaboo Donkey kan manoeuvreren terwijl je een onsje filet americain in je mandje mikt. Een beetje rust dus.
De Zuidas voor Zen living. Kan zo op een glimmende verkoopbrochure. Nu alleen nog de prijzen van de appartementen nog wat omlaag schroeven.
Lees ook de februari editie van Advocatie Magazine: De Zuidas, stuk stad of aperots?