Gisteren was de langste nacht van het jaar, ofwel solisitice, zoals de Britten het noemen. Vanaf vandaag kruipen we weer uit de schaduw richting het licht. Het is de tijd om dekking te zoeken voor partners die een potje last minute willen dossierdunken voor Kerst, om je cadeaubon te verzilveren met een keukenmachine, om gênant lam te worden op de eindejaarsborrel en te gniffelen bij het kantoorcabaret. Het is, kortom, de tijd van terugkijken en reflectie.
Door ZoZuidas
2014 torpedeerde ons ZoZa’s met een knal richting limelight. Januari begon met een reeks interviews en fotoseries waarbij we mislukte calendar girl poses moesten aannemen op tochtige roosters voor De Telegraaf, in de stromende regen de trappen voor de Rabobank moesten oprennen voor NRC en de zijkant van de Houthoff toren moesten knuffelen om een verband te leggen tussen de imposante spiegeltorens en ons wat schichtige blik als ‘klokkenluiders’ van de Zuidas.
Hoogte- en dieptepunt van ons moment in de spotlight was Peter R. De Vries in RTL Late Night, die ons met zijn neus tussen de tramdeurstem ging uitleggen hoe dat nou zat, met die verkapte discriminatie op de Zuidas: ‘Je moet je gewoon het snot voor de ogen werken!’
Dank Peter, wat een verfrissend inzicht.
De mediastorm die opstak met het verschijnen van onze eerste roman Project Dromenland – en de coming out die daarmee gepaard ging – deed ons nadenken waarom we zelf ooit zijn begonnen met ons blog. ‘Voor de rest van Nederland staat de Zuidas synoniem aan hebzucht en materialisme. Dat moet veranderen’, schreven wij in 2012. ‘Het wordt tijd om iedereen duidelijk te maken dat de Zuidas voor het grootste deel meer Debiteuren/Crediteuren dan Wall Street is. En meer Slapstick dan Actiethriller.’
Wij wilden een speldenprik zijn in de glanzende zeepbel rond een beschermde biotoop. Wij wilden onze werkomgeving met pre feodale machtsverhoudingen ontleden. Voor onszelf, en voor de rest van Nederland.
Met de billen bloot
Er zijn inmiddels wat dingen aan het veranderen. 2014 was een jaar van glasnost en perestrojka, van openheid en transparantie. Interim-rapporteur Rein Jan Hoekstra presenteerde vorige week zijn eindrapportage Toezicht Advocatuur na drie jaar onderzoek. Verdere professionalisering is noodzakelijk, maar er zijn ‘fundamentele stappen gemaakt’ in het toezicht op de togadragers, concludeert hij. Per 1 januari 2015 treedt er een nieuwe vorm van toezicht in werking, een compromis tussen de zelfregulering die de orde wil en de onafhankelijk toezichthouder waar staatssecretaris Fred Teeven voor pleitte. Vanaf komend jaar is er een driekoppig landelijk College van Toezicht waarvan twee leden geen advocaat of ambtenaar mogen zijn; het derde lid is de landelijke deken.
Transparantie is niet alleen het toverwoord op nationaal niveau; ook kantoren moeten met de billen bloot. Steeds meer kantoren werken met fixed fees, was vorige maand te lezen in NRC Handelsblad. Uren schrijven met de vork, sjoemelen met bonnetjes en al te makkelijk werk laten afhandelen door advocaat-stagiairs, daarmee kom je niet meer weg in crisistijd. Boekel de Nerée liep leeg en krijgt een raad van advies met mensen van buiten de advocatuur om te adviseren over bedrijfsvoering en beroepsethiek. Ook de beloning wordt aangepast: niet langer op basis van anciënniteit maar naar prestatie, zo werd deze maand bekend gemaakt.
Het is alsof de luchtbel die de crisis onder de effectenmarkt was, nu ook is leeggelopen op de markt voor aanverwante diensten op de Zuidas. Er is een beetje lucht uit die beroepsgroep vol opgeblazen ego’s. En dat is goed. We zijn er nog niet: er zijn nog steeds bedroevend weinig allochtonen (geen) en vrouwen (<15 %) te vinden in de maatschappen van grote kantoren. Onze stokpaardjes blijven nog wel even relevant.
Maar in vergelijking met onze begindagen uit 2009, zijn er dit jaar een paar flinke stappen gemaakt.
Op de foto twee van de drie ZoZuidasbloggers: Rolinde Hoorntje (links) en Karima ‘O Flynn. Nummer drie van het gezelschap is anoniem, want nog altijd op de Zuidas werkzaam.