De Zuidas is niet zoveel anders dan de popindustrie: je hebt Beliebers en non-Beliebers. Mensen die een spirituele verbinding voelen met hun werk, en mensen die vooral het touw voelen trekken van de hypotheek. Volgens onderzoeksbureau Gallup is die verhouding in Nederland ongeveer 1:9: slechts acht procent van de werknemers voelt zich actief betrokken bij hun werk, tachtig procent doet wat wordt gevraagd, maar zet geen stapje extra. Toch schuift dat nu op. Jonge hoogopgeleiden willen namelijk Beliebers zijn.
Door ZoZuidas
Begin deze maand maakte Intermediar de Top 50 populairste werkgevers van 2016 onder hoogopgeleiden tot 45 jaar bekend. Grootste stijger in de top tien is Google. De internetreus – waar je mag conference callen vanuit een skilift en met een glijbaan in de kantine belandt – steeg van acht naar twee. Kozen potentiële werknemers vroeger een werkgever vooral uit op salaris, tegenwoordig zijn softe componenten zoals de uitstraling van een bedrijf en het werkgeversmerk steeds belangrijker, blijkt uit bijbehorend onderzoek.
De moderne werknemer wil zich verbonden voelen met zijn bedrijf, meer vrijheid en iets doen wat deelbaar is online. Dat je zegt ‘ik werk bij KPMG’, en dat je dan niet uit pure angst en schaamte je neus in een Belgisch bierflesje boort. Maar dat je uit jezelf een selfie deelt met je collega’s tijdens de kick off van jullie zelf bedachte en zelf gestuurde project.
Dat is heel veel zelf in een zin. Millennials denken namelijk dat het heelal bij henzelf begint. Dus strooien moderne bedrijven kwistig met termen als zelfsturing, co-creatie en inspraak. Dat gebeurt niet alleen bij Google en Ricardo Semlers bedrijf Semco. Ook de Duitse schoenenwebshop Zalando heeft management en deadlines losgelaten – medewerkers mogen zelf weten waaraan ze werken en met wie. Bij Patagonia mogen medewerkers surfen onder werktijd. Zelfs Goldman Sachs organiseert tegenwoordig mindfullnessles tijdens de lunch in New York.
Frederic Laloux, auteur van Reinventing organisations, hamert op ‘wholeness’. Volgens hem zijn mensen gelukkiger, en presteren zij beter, als zij volledig zichzelf mogen zijn op hun werk en zich niet hoeven te verbergen achter een professioneel masker. Zo’n masker past niet meer in deze tijd van Facebook, Snapchat en Twitter. Moderne werknemers lijken een beetje op die ene thirty something kattenvriendin die weer uit een foute relatie is gerold: ze willen alles delen. Ze willen ‘zichzelf’ kunnen zijn, privé en op het werk. Ze willen paarse sleehakken aan naar het afdelingsoverleg als ze die thuis ook graag dragen tijdens het stofzuigen. Ze willen instable quinoasalade in de kantoorkantine en dan heel eerlijk vertellen over de laatste designerdrugs die ze dit weekend hebben getest. Millennials willen lekker zichzelf kunnen zijn op het werk, net als wijlen Amy Winehouse of wijlen Prince.
Het punt is natuurlijk: niet iedereen is als Amy of Prince. Vroeger was het onderscheid duidelijk tussen paradijsvogels en kantoortijgers. Paradijsvogels verkozen vrijheid boven zekerheid en plezier boven geld. Zij werden, afhankelijk van hun succes, artiest of idealist. Zij openden een organic groentefarm in de heuvels van Kathmandu, of maakten meubels van schimmels en riskeerden een levensbedreigende infectie in hun grote teen of arm.
Sinds Facebook is iedereen de popster in zijn eigen microbiotoop. Moderne werknemers willen én de vastigheid van een vaste baan én het gevoel iets te doen dat hun bijzondere karakter complementeert. Iets meaningsfuls. Iets met purpose. Neem KPMG dat nu een wervingsfilmpje heeft waarin het met bombastische volksliederenanthems zijn activiteit relateert aan het Marshall-plan en de Iraanse gijzelingencrisis.
De vraag is of deze corporate kruistocht op de lange termijn werkt. Je kan je paarse sleehakken aandoen en Rehab playbacken voor je collega’s, maar uiteindelijk blijft de aard van het werk hetzelfde. En zelfregulering lijkt een mooi concept, maar dat geldt toch vooral voor de best gebekte strijders in de kantoorjungle. Als kattenvrouwtje in een ‘agile’ team zonder manager, moet je oppassen dat het werk van klaplopers in jouw groep zonder al te strak toezicht op jouw bordje belandt. Anders belieb je toch vooral in de vrije tijd van je mannelijke collega die even ging surfen tijdens de lunch.