Wat mij is opgevallen in het bestaan van zo nu en dan columnist zijn, is de zeldzaamheid van rechtstreekse reacties. Met één column veroorzaakte ik wat rumoer onder mensen die hun verstand voor een smartphone hebben ingeruild. Maar zoals dat gaat bij twitteraars, vertelden die alleen elkaar wat een idioot ik ben. Niemand benaderde mij rechtstreeks.
Door Georg van Daal, advocaat te Den Haag
Wat mij opviel aan de paar wél rechtstreekse reacties, is dat die bijna allemaal positief waren. Voor zover ik toch rechtstreekse negatieve reacties ontving, die ik ook hogelijk waardeer, betroffen die eigenlijk steeds die keren dat ik me bruusk had uitgelaten over het Ministerie van Veiligheid en Justitie. En dat verbaasde me nogal. Dat dat ministerie een puinhoop is, geleid door onbekwamen, is ondertussen toch wel de breed gedeelde conclusie in de gehele pers.
Maar wellicht zien mensen mijn kanttekeningen daarbij als een soort van ongewenste bevuiling van het eigen nest. Hoe dan ook, nu een nieuwe secretaris-generaal is aangesteld op het MvVJ, met kennelijk als missie – zie NRC Handelsblad van 2 maart jl. – ‘zijn ministerie weer op de rails te krijgen’, werd mijn warme belangstelling gewekt.
Ik begon dan ook in spanning het interview in voormelde krant met de nieuwe S-G te lezen. Wat gaat hij doen? Ik kan daar helaas kort over zijn. Hij gaat falen. Zelden las ik een interview met zoveel ontwijkende praat als dat met Siebe Riedstra. Wat vooral opviel is dat hij nauwelijks ambities heeft, niemand de pin op de neus gaat zetten en kennelijk vooral voorzichtig, ‘geen boeman’, niet meteen oordelend en ook ‘geen grote schoonmaak’ wil houden. Riedstra muntte uit in eufemismen. Men moet ‘opener’ zijn. Dat doel is bij dit ministerie echter al met de minste vorm van openheid gehaald. Verder zal het ook niet komen, want hij zit daar slechts ‘iets makkelijker’ in dan ‘sommige collega’s’. Hij gaat zeker geen transparantie afdwingen, met als verbazingwekkende kanttekening dat dat ‘ook niet werkt’. Geen woord over de werkelijke problemen.
Nu moet ik Riedstra nageven dat zijn taak onder de huidige minister per definitie een verloren zaak lijkt. Maar dat wist hij en dat hij deze taak zonder uitgesproken ambitie en zonder enig groot idee heeft aanvaard – om een minidweiltje onder een gutsend overlopende gootsteen te leggen – dat reken ik hem dan toch maar aan.
Riedstra’s belangrijkste plannen zijn in dialoog blijven met de 90 – echt waar: negentig – medezeggenschapsorganen van dit ministerie, en de zestig hoogste ambtenaren op leiderschapscursus sturen. Zijn horizon is kennelijk ter hoogte van de nagelriem van zijn grote teen blijven steken. En dat is teleurstellend, buitengewoon teleurstellend. Slechts wie met zijn vuist op tafel slaat om het verwezenlijken van ideologisch onderbouwde vergezichten na te streven, heeft kans deze moloch iets verder te brengen.
Het gaat het hier namelijk over het ministerie waarvan niet alleen een disfunctionerende minister zonder enige bestuurlijke ervaring seriematig achteraf excuses over eerder wangedrag moet stamelen, maar ook het ministerie onder wiens auspiciën arrestaties worden verricht van mensen die een T-shirt dragen tegen Sinterklaas. Dat optreedt tegen tien vrouwen die duidelijk maken het oneens te zijn met een geblondeerde volksmenner, of mensen die zo dapper zijn eenzaam in een zee van andersdenkenden een kartonnen bordje tegen het koningshuis omhoog te houden. En dat die mensen, beroofd van hun grondrechten, dan steeds weer met laffe excuusjes op straat zet.
Het is het ministerie dat de toch normconforme club van onze rechters steeds tot opstandjes inspireert. U volgt de pers, hoop ik, dus ik hoef van deze column geen eindeloze opsomming te maken. Wat mij duidelijk is, is dat dit ministerie het woord ‘Justitie’ volkomen ten onrechte in de naam voert. Pas zodra formatterende en andere politici begrijpen dat justitie voorop moet staan – en dat zonder justitie geen werkelijke veiligheid bestaat – pas dan begint de weg omhoog.