In de zomer herhalen we een aantal van de best gelezen columns van het afgelopen halfjaar. Deze week is dat een column van Fleur Brockhus over de eisen die werknemers vandaag de dag stellen aan hun baas. ‘Klagen over je baas is van alle tijden. Roddelen, grappen maken en de baas achter zijn rug om vervloeken. Niks nieuws. Wel nieuw is dat er tegenwoordig meer van een baas wordt verwacht dan vijftig jaar geleden. We willen een inspirator.’
Fleur Brockhus, auteur De urenfabriek
Vroeger had je niet zoveel te willen, kon je vertrekken als je het niet eens was met het beleid van hoger hand. Het was al een grote eer als de baas je ’s ochtends gedag zei en zich af en toe liet zien op de werkvloer. Tegenwoordig is feedback op je baas een vast agendapunt tijdens het evaluatiegesprek. Zo ook in de advocatuur, doorgaans niet bepaald een beroepsgroep die uitblinkt in moderne praktijken. Maar wat blijkt: bijna niemand trekt z’n mond open op zo’n moment. Daar zouden advocaatstagiaires en medewerkers verandering in moeten brengen. Meestal blijft het bij binnensmonds vloeken, voodoo en wachten op betere tijden.
Zonde en niet Zen om te blijven mokken als een bejaarde op pyjamadag. Veel junior advocaten hebben het onterechte gevoel dat ze op kantoor gevangen zitten in een Janoekovits-dictatuur. Stilzwijgend slikken ze het regime als een kind uit de jaren vijftig dat levertraan krijgt. Zo was ik zelf ook op kantoor, maar als ik het nu zie gebeuren bij andere mensen, denk ik: kom op! Je hebt alle reden om in je baas een inspirerende leider te zoeken. Eenregelige mails met commando’s, verzoekjes tijdens je skivakantie of een glazige blik van je baas als je hem of haar tegenkomt bij de koffieautomaat. Niet inspirerend, dus zeg er wat van.
We leven in een tijd waarin het woord ‘baas’ eigenlijk heel gek klinkt. We leven in vrijheid, zijn hoog opgeleid, hebben een mening, zijn onze eigen baas. Alleen dieren hebben nog een baas. Die kunnen namelijk niet zelf nadenken en reageren goed op commando’s. Het is toch heel vreemd om op kantoor ineens een onderdanige puppyrol aan te nemen? Dat is ook niet nodig. Want, laten we eerlijk zijn, je begint net zo makkelijk je eigen praktijk. Niet voor niets rijst het aantal freelancers de pan uit. Dat is heus niet alleen vanwege de crisis. Mensen willen geen baas meer.
Beleefd, integer
Patroon klinkt zo mogelijk nog erger dan baas. Alsof je zit te werken met een geladen pistool tegen je kop. Manager of leidinggevende klinkt al beter dan baas. Inspirator gaat nog een stapje verder. En dat is precies waar we naar opzoek zijn. Men schrijft zich massaal in voor spirituele retreats, geleid door lichtgevende goeroes. We willen door iemand geïnspireerd raken en blijven. Het liefst ook op kantoor. Idee: doe een meditatieve ademhalingsoefening, visualiseer je ideale inspirator en ontdek zo wat je wel en niet verwacht van de beste man of vrouw.
Hoe kan een inspirator eruit zien? Niet iedereen heeft Barack Obama kwaliteiten. Maar van een inspirator mag je wel verwachten dat hij op een manier werkt waar jij iets van kunt en wilt leren (en dan bedoel ik niet dat je ziet hoe het niet moet). Dat gaat dan om de omgang met medewerkers en cliënten. En om het werk juridisch inhoudelijk. Je mag toch op z’n minst verwachten van een inspirator dat hij weet waar hij het over heeft, beleefd is, integer, discreet, dat hij het overzicht houdt en zijn afspraken nakomt. Kortom, dat hij het goede voorbeeld geeft. Dat is de ba(a)sis. Humor is mooi meegenomen.
Daarnaast heeft een inspirator oog voor het potentieel van zijn mensen, biedt ze kansen, helpt ze om zich verder te ontwikkelen. Maar wat een inspirator echt onderscheidt van een baas, is dat een inspirator openstaat voor ideeën van zijn medewerkers. Hij vraagt feedback, hij luistert, hij doet er wat mee. In andere woorden: hij laat zich inspireren. Door jou.