Een verzoek kun je beleefd naast je neerleggen, een bevel of een verbod niet. Een tuchtrechtelijk gevolg geven aan het niet voldoen aan een verzoek: het gaat er bij mij niet echt in.
Door Lucien Wopereis
Advocaat Nico Meijering moest zich maandag verantwoorden voor zijn beslissing om op 12 februari bij Jinek te gaan zitten. Daar ontkende hij dat zijn kantoorgenoot Ficq – destijds advocaat van Dino S. – Stijn Franken – toen advocaat van Holleeder – onder druk gezet zou hebben om Holleeder een valse verklaring te laten afleggen ten gunste van Dino S. Meijering is nu de advocaat van Dino S. Bent u daar nog?
Dat optreden bij Jinek was tegen het zere been van de Amsterdamse deken Henrichs, want die had de betrokken advocaten – Ficq, Franken, Zuur en Meijering – nou juist gemaand hun klep te houden over de zaak. ‘Als toezichthouder acht ik het ongewenst dat de bij mijn onderzoek betrokken advocaten zich publiekelijk uitlaten over de door mij onderzochte kwesties,’ liet hij weten in een persverklaring.
De zitting bij de Raad van Discipline ging gepaard met het nodige theater, als we de kranten mogen geloven. Meijering die driftig mee zit te schrijven als de deken aan het woord is. “‘Het is toch ongelooflijk’, hoor je hem geërgerd mompelen,” noteerde de Volkskrant. De nogal geëxalteerde kop boven het stuk: ‘Als ik niet gesproken had, waren we afgeslacht’. Afgeslacht? Waar? Door wie?
De gedachtengang van de Amsterdamse deken is natuurlijk best te volgen: hij moet in het kader van zijn toezichthoudende taak onderzoek kunnen doen zonder dat betrokkenen hem voortdurend voor de voeten lopen in de media. Dat hele proces Holleeder lijkt zich soms wel te voltrekken in een soort alternatieve werkelijkheid, waarbij de deelnemers – advocaten, verdachten, getuigen, journalisten – alleen nog oog hebben voor elkaar.
Maar een spreekverbod gaat wel heel ver. Henrichs weet dat zelf natuurlijk ook: vandaar dat hij ontkent dat er sprake is van een verbod. Het is ook uniek: het zal binnenskamers vast vaker voorkomen dat een deken bij betrokken advocaten aandringt op publicitaire terughoudendheid, maar een persverklaring met die strekking is – voor zover bij ons bekend – niet eerder voorgekomen.
De Raad van Discipline zal nu een antwoord moeten vinden op de vraag of Meijering met zijn optreden bij Jinek enkel en alleen opkwam voor het gerechtvaardigde belang van zijn cliënt Dino S, of dat ook andere belangen – die van zijn kantoor en kantoorgenoot Ficq – een rol hebben gespeeld. En in hoeverre dat dan mag. Misschien krijgen we dan een beter beeld welke belangen er speelden, en hoe zwaar die mogen wegen bij het opzoeken van de media.
Los daarvan is de vraag of er een regeling moet komen die de deken bevoegdheden geeft om dit soort mediastormpjes tijdelijk te beteugelen. Want je komt er volgens mij niet door een verbod een verzoek te noemen.