Dat de crisis te merken is in Advocatenland, was al bekend. Maar dat dit als mogelijk gevolg heeft dat ook particuliere cliënten daar de dupe van worden, vind ik een droevige gedachte.
Door Fleur Brockhus, auteur van De Urenfabriek
In een korte periode heb ik twee Calimero-complexen aangehoord. Het eerste geval betrof een particulier die een korte vraag over erfrecht had. Die had hij, Calimero, neergelegd bij de Amsterdamse vestiging van een groot advocatenkantoor, omdat hij daar goede verhalen over had gehoord. Iedereen zoekt immers de beste advocaat. Des te groter was de teleurstelling, toen hij na weken wachten een memo ontving van maar liefst vijf pagina’s. Een mistig stukje proza. Het ‘advies’ zat bomvol lange zinnen, voetnoten en jargon, maar er werd geen antwoord gegeven op zijn vraag. Prompt volgde de factuur: EUR 4.000, excl. 6% kantooropslag, graag per ommegaande voldoen.
Aangezien Calimero een keurige man is en geen gedoe wilde met het grote advocatenkantoor, betaalde hij de rekening onmiddellijk. Toch zat het hem niet lekker en dat liet hij weten aan zijn vrienden en familie. Vervolgens attendeerde een bevriende gepensioneerde advocaat Calimero op nieuwe erfrechtwetgeving die relevant was voor de zaak in kwestie. Daarop stuurde Calimero een mail naar het advocatenkantoor waarin hij liet weten geen antwoord op zijn vraag te hebben gekregen en vroeg hij hoe het precies zat met de nieuwe wetgeving die nergens was genoemd in het vijf pagina’s tellende memo. Er volgde op slag een to the point (afscheids)e-mail van de eerstejaars advocaatstagiaire die op de zaak was gezet: “Geachte heer Calimero, bedankt voor uw bericht. Ik kan uw vraag doorsturen naar een andere sectie, waar een gespecialiseerde advocaat zich zal verdiepen in dit nieuwe vraagstuk…” Calimero zag de nieuwe rekening al voor zich – en droop af.
Derderangs
Het tweede geval lijkt op het eerste, maar de vraag ging dit keer over belastingrecht. Lange memo’s, onduidelijke antwoorden en late reacties. Dat is wat je krijgt als je Calimero heet. Althans, bij twee Amsterdamse vestigingen van grote kantoren. Gaat het er in crisistijden op meer kantoren zo aan toe? Is het gebruikelijk om particulieren als derderangs cliënten te behandelen door ze te laten bedienen door een stagiaire zonder begeleiding en vervolgens een dikke rekening te sturen in de hoop dat de cliënt afdruipt, zodat er toch wat geld in het laatje komt? Ik hoop dat het hier gaat om uitzonderingen op de regel.
Uit de tijd voor de crisis herinner ik me dat er een ongeschreven regel gold, die inhield dat grote advocatenkantoren particulieren doorverwijzen naar kleinere betaalbare kantoren die zijn gespecialiseerd in het desbetreffende rechtsgebied. Of op z’n minst vooraf duidelijke informatie verschaffen over de werkwijze en uurtarieven. En als er een stagiaire werkt in het dossier, gaat de prijs omlaag en wordt het teveel aan uren afgeboekt. Simpel. Wat is er gebeurd met dat ethos?
Pro Deo
Een mooi initiatief van een groot advocatenkantoor op de Zuidas dat ik goed ken, is het introduceren van een soort pro Deo systeem. Het komt erop neer dat cliënten met een kleine beurs worden bijgestaan door advocaatstagiaires, die op hun beurt begeleiding krijgen van senior advocaten binnen kantoor. Zo komen de stagiaires aan de benodigde proceservaring, want dat kan weleens lastig zijn op grote kantoren. En de cliënt profiteert van een gering tarief.
Laten we hopen dat alle grote advocatenkantoren binnenkort het licht (weer) zien. Dat lijkt me een schitterende kerstgedachte.