Natuurlijk kwam de toezichtkwestie ook weer voorbij op het afgelopen congres van de Orde. Frank de Grave gaf er een nuchtere beschouwing op. Goed om een verstandige outsider daar ook eens over aan het woord te laten. Ook leuk om te horen dat Wim Anker naast zijn volle praktijk nog lezingen over zijn beroep geeft.
Door Christ’l Dullaert, Le Tableau
Maar intussen zijn er naast belangrijke zaken als het toezicht en een (beter) imago van advocaten nog hele andere, fundamentele zaken gaande. In het laatste Advocatenblad lazen wij over faillissementen van kantoren en kantoorsluitingen. Deze ellende overkomt echt niet alleen slecht georganiseerde kantoren of kantoren die alleen op toevoegingsbasis werken; het komt in alle geledingen voor.
Maar er is een andere onderstroom gaande. Al in 2006 sprak de toenmalige Deken van de Europese Orde, Jonathan Goldsmith, bij een jaarvergadering in Leeuwarden: ‘the party is coming to an end’, terwijl er nog geen recessie te bekennen was. Als oorzaken noemde hij onder andere een overschot aan advocaten, een veranderende economie en daardoor een druk op (te hoge) tarieven. In diezelfde speech gaf hij ook aan dat nieuwe technologieën en/of het outsourcen van werk naar lage lonen landen die situatie zouden kunnen versterken. Omdat er na 2006 eerst nog een paar topjaren kwamen, leek de hele speech natuurlijk slechts een beetje gesomber van een Europese intellectueel.
De problemen waar kantoren nu mee geconfronteerd worden, zijn echter van dezelfde aard als de kwesties die Goldsmith benoemde. De recessie versnelde deze ontwikkelingen wel enorm, als een katalysator voor wat vóór de recessie al gaande was. De al lang overleden econoom Schumpeter constateerde dat de neergangen in een economie altijd een (voor)teken zijn van een omwenteling in de economie. Het proces van de ‘creatieve destructie’. De recessie zelf zorgt dus voor het nodige leed, maar het is bijna altijd symbool voor grotere maatschappelijke omwentelingen.
Voor advocaten is vooruitkijken lastig. Dat snap ik best, als je druk bent met veeleisende cliënten, heb je niet veel tijd om vooruit te kijken. De meeste kantoren hebben ook geen meerjarenplanning. De meeste advocaten zijn druk met wat ze de komende weken te doen hebben.
Het is niet altijd leuk om gelijk te krijgen met voorspellingen. Jonathan Goldsmith zal vast niet juichen als hij hoort dat er (inderdaad) advocatenkantoren failliet zijn. Ikzelf schreef in een column voor Advocatie uit april 2006: ‘Advocaten lopen niet voor de troepen uit’. Helaas is dat ook nog steeds waar.
De recessie en veranderende tijden bieden echter ook enorme opportunities; bedrijven als Booking.com zijn de laatste jaren steeds met 20% in omvang gestegen. Ook de game-industrie groeit enorm, net zo goed als de internetverkopen. Ik ben op zich dus zeker niet somber over de mogelijkheden, ook niet voor de advocatuur. Ik hoop dus dat ik over een paar jaar goed ongelijk krijg met de stelling dat advocaten ‘niet voor de troepen uitlopen’. Gelijk krijgen is niet altijd leuk, ik heb liever dat het de advocatuur goed gaat, met of zonder (staats)toezicht.