Wie heeft het eigenlijk als eerste de Twitterwereld in geslingerd, de 373 – of volgens iemand anders 372 – woorden tellende zin uit het pleidooi van Weski? Volgens mij is het antwoord op die vraag van belang, net als het antwoord op de vraag of het wel de langste zin is. Wie heeft de bijna tweehonderd pagina’s tellende pleitnota van A tot Z tot zich genomen? Wie weet zeker dat er niet een nóg langere zin in staat?
Door Lucien Wopereis
Ik las ooit het boek De herfst van de patriarch van Gabriel Garcia Marquez. Dat bestaat, als ik me goed herinner, uit zeven zinnen. Het was een pure marteling om het boek te lezen. Eigenlijk was ik alleen op zoek naar een punt. Het hele verhaal kon me jeuken, en ik heb verder dan ook werkelijk niets van het boek onthouden. Punten wilde ik, meer niet.
Zoiets moet de rechters van de rechtbank Amsterdam ook zijn overkomen. Ze snakten naar een letterlijke punt, een inhoudelijk punt, een puntentotaal of een pointe, desnoods. Zoals Paulien Cornelisse schreef: ‘Vlak naast die komma-toets zit een knopje met een punt erop. Dat is een superhandig knopje. Want zoals men ook vroeger al nooit zei: wie vaker een punt zet, maakt sneller een punt.’
Intussen past mededogen richting mevrouw Weski. Het praat lastig terug tegen zo’n vonnis. Want het staat er toch maar zwart op wit: ‘Uitdrukkelijk onderbouwde standpunten zijn, ook door het zeer wijdlopige en grammaticaal niet kloppende taalgebruik, niet eenvoudig te onderscheiden.’ Weski maakte er zelf van dat ze door de rechtbank voor een warhoofd werd uitgemaakt.
Dat doet mij dan weer denken aan een andere – niet helemaal vergelijkbare – anekdote uit een ver verleden. Ik werkte aan de universiteit, en daar maakte een professor zich boos omdat een recalcitrante medewerker hem tijdens een vergadering uitmaakte voor dweil. De professor eiste onmiddellijke excuses, en de medewerker deed dat op de volgende wijze: ‘Piet, sorry, je bent géén dweil.’ Gniffelend vertelde de medewerker later vaak dat hij het zo eigenlijk twee keer had gezegd.