Het was typerend: de toespraak van de kersverse Amsterdamse deken Evert-Jan Henrichs bij de demonstratie ‘Red de rechtsbijstand’ bij de rechtbank Amsterdam in januari was amper te volgen. Zijn roeptoetertje was veel te klein voor de driehonderd aanwezige advocaten in de buitenlucht. Je hoorde een paar keer ‘rechtsstaat’ en ‘rechtsbijstand’ verwaaid langs komen, als het toetertje even jouw kant op was gericht.
Door Lucien Wopereis
De opkomst was zo op het oog helemaal niet slecht, maar als je bedenkt dat op een steenworp afstand ettelijke duizenden advocaten werkzaam zijn, viel het ook weer tegen. De advocaten aan de Zuidas hadden best even hun solidariteit en steun kunnen betuigen. Een half uurtje, langer duurde het niet.
Dat geldt des te meer nu het opkomen voor de rechtsbijstand en de rechtsstaat van betekenis is voor de hele advocatuur. Het is nogal armzalig om het verdedigen van de rechtsbijstand en de rechtsstaat over te laten aan het smaldeel dat zich bezighoudt met sociale advocatuur.
Ik moest daar aan denken toen ik vorige week zag dat de Orde van Advocaten zoekt naar een ‘strategisch communicatieadviseur’. In de advertentie kwamen de gebruikelijke kwalificaties langs: sparring partner op strategisch niveau, een actief netwerk in de media, de beroepsgroep en gelieerde partijen en zelfstandig communicatieplannen ontwikkelen en uitvoeren.
Dat lijkt me allemaal heel erg belangrijk en zinvol. Maar mag ik een ongevraagd advies geven? Wat de Orde van Advocaten dezer dagen werkelijk nodig heeft, is iemand met een vakbondsmentaliteit. Iemand die in staat is mensen te mobiliseren en enthousiasmeren voor de goede zaak, die op de juiste momenten met de vuist op tafel slaat.
Iemand die een inspirerende toespraak kan schrijven. En die weet welk formaat roeptoeter je mee moet nemen.