Journalisten die alle #MeToo-verhalen hopla in de krant zetten: het is veel advocaten een doorn in het oog. Ze vinden dat slachtoffers hun recht moeten halen in de rechtbank, niet in de media. Journalisten vinden juist dat ze goed werk doen: dankzij hun inbreng wordt een misstand aan de kaak gesteld.
Door Trudeke Sillevis Smitt
Volgens mij hebben ze allebei (geen) gelijk.
Het is goed als journalisten een platform bieden aan mensen die serieus last hebben van een serieus probleem. Maar journalisten die de namen van ‘daders’ willen publiceren moeten de journalistieke gedragscodes eerst nog maar eens goed nalezen. Zo staat in de Leidraad van de Raad voor de Journalistiek dat journalisten (behoudens een aantal uitzonderingen) moeten voorkomen dat informatie of beelden worden gepubliceerd waardoor verdachten en daders door het grote publiek eenvoudig kunnen worden geïdentificeerd en getraceerd.
Het is goed als advocaten MeToo’ers wijzen op hun rechten – en ook op de rechten van degenen die ze beschuldigen.
Maar de juridische weg aanwijzen als dé oplossing lijkt me een grote vergissing. De gang naar de strafrechter zal in veel gevallen niets opleveren. Veel MeToo-verhalen gaan niet over strafbaar, maar over ongewenst gedrag. Voor zover het verhaal wel aan een delictsomschrijving voldoet, is er, nog afgezien van bewijsproblemen, vaak ook een andere kant: waarschijnlijk vertellen Jelle Brandt Corstius en Gijs van Dam ieder hun eigen waarheid. Ze zijn nu twee aangiftes en een hele hoop emoties verder. De kans dat we aan het einde van de rit zeggen: goed dat dit zo is gebeurd, lijkt me klein.
Wat is het doel van die hele MeToo-actie? Wat mij betreft zou dat moeten zijn: seksuele intimidatie en misbruik bestrijden, zonder alle spontaniteit uit de samenleving weg te zuigen en zonder het slachtofferdenken te vergroten.
Het tegengaan van seksuele intimidatie is geen kwestie van naming and shaming. Maar het is ook geen juridisch vraagstuk, laat staan een ouderwets robbertje vechten in de advocatenspeeltuin. Het is een sociaal vraagstuk met juridische aspecten.
De advocatuur moet vernieuwen, hoor je altijd. En er moeten alternatieven komen voor het toernooimodel. De MeToo-discussie lijkt me een uitgelezen moment om daar werk van te maken.