In het Advocatenblad van februari gaan de hoofdredacteur, de columnist en de deken alle drie in op aanslag op de redactie van Charlie Hebdo in Parijs. Keurige meningen allemaal, alleen columnist Matthijs Kaaks zet een stevige voet dwars. ‘Waar blijft de Orde in het publieke debat? Waar blijven de advocaten? Salonhelden, dat zijn we.’
Door Lucien Wopereis
Deken Hendriksen komt namens de algemene raad in zijn Ten slotte meteen met een soort riposte op de klacht van Kaaks: ‘Op zo’n moment is de verleiding groot om direct actie te ondernemen, maar juist als de emoties oplopen en de roep om “strenger, harder, vaker” overal klinkt, neemt de algemene raad zijn verantwoordelijkheid voor de rechtsstaat. Bijvoorbeeld door geen gehoor te geven aan het verzoek van V&J om het wetsvoorstel over afnemen van het Nederlanderschap van Jihadisten “even wat sneller” te behandelen.’
Ik denk dat bij V&J alle verloven met onmiddellijke ingang zijn ingetrokken. De Helden van de Rechtsstaat – enkele jaren geleden het motto van het jaarcongres van de Orde – doen niet mee in het adviseringsrondje! Nou ja, ze doen wel mee, maar niet sneller. Helden van de Rechtsstaat, is dat niet eigenlijk te algemeen, te mager? Is Kampioenen van de Rechtsstaat niet passender?
Na de veeg uit de pan gaat de deken in zijn bijdrage maar weer eens in op al die andere bedreigingen van de rechtsstaat. Het uitkleden van de gefinancierde rechtsbijstand, de wens van het Openbaar Ministerie om zaken af te handelen zonder rechter en de uitdijende bevoegdheden van justitie en veiligheidsdiensten om te neuzen in het privéleven van mensen. Toegegeven, schrijft de deken, allemaal minder aangrijpend dan Parijs, maar allemaal zaken die de rechtsstaat ‘sluipenderwijs grondig aantasten’.
Jurist en socioloog Peter van Lochum denkt er het zijne van. Hij waarschuwt in hetzelfde nummer van het Advocatenblad dat de rechtsstaatriedel door advocaten ‘te vaak is ingezet’. ‘Het is vaak zo overdreven. Je kunt ook te veel met de rechtsstaat aankomen. En dan riskeer je je positie om mee te spreken.’
Vraag is of dat het ergste is. Het hele wapen raakt zo langzamerhand bot.
Het is niet dat de zorgen van Hendriksen en veel andere advocaten niet reëel zouden zijn, er ontstaat eerder ergernis over de rol van exclusieve rechtsstaathoeders die advocaten zichzelf voortdurend aanmeten. En dat terwijl de advocatuur de laatste jaren alleen maar echt in het geweer is gekomen toen toevalligerwijs ook hun eigen werk en portemonnee in gevaar kwamen, naast uiteraard de rechtsstaat.
Nee, dat is niet helemaal eerlijk. Ik heb een tijd geleden eens demonstratie van advocaten bijgewoond tegen de mensenrechtensituatie in een ver land. Toen heb ik bij de ambassade in Den Haag toch een stuk of vijftien toga’s geteld.