Vorige week hadden we in de zeer goed gelezen serie over startende advocatenkantoren Griph, een nieuw Amsterdams kantoor dat enkel zal bestaan uit partners. Geen advocaat-stagiairs, geen advocaat-medewerkers. Nou ja, eentje dan. In Engeland won een vergelijkbaar kantoor onlangs de Law Firm Innovation of the Year van Legalweek: gunnercooke. Misschien te vroeg om te spreken van een trend, maar opvallend is het wel.
Door Lucien Wopereis
De in Manchester (11 partners) en sinds kort ook in Londen (nu 1 partner) gevestigde M&A boutique gunnercooke werkt voor vaste prijzen, en er werken enkel en alleen partners. Ze laten zich bijstaan door een raad van advies bestaande uit hoofden van bedrijfsjuridische afdelingen. Die moeten ervoor zorgen dat de marktgerichte focus van gunnercooke scherp blijft. Verder wordt bulkwerk uitbesteed aan een dochter, gcCommercial. Daar zitten advocaten met acht jaar ervaring of meer. Zij werken op basis van eveneens vaste tarieven aan zaken, en staan de partners waar nodig bij.
Het Nederlandse Griph lijkt er enigszins op. Oprichter Stikkelbroeck verwoordde het vorige week zo: “Wij denken dat er een verandering gaande is in de markt van de advocatuur. Het leverage-model zoals gehanteerd in de big law-kantoren wordt steeds minder aantrekkelijk. Cliënten schakelen het liefst rechtstreeks met een partner voor de uitvoering van hun opdrachten. Zij hebben niet zoveel behoefte om daarnaast ook nog eens met een advocaatstagiaire en/of een advocaatmedewerker te werken. Toch worden ze daarmee opgezadeld – en moeten ze er flink voor betalen.”
Helemaal vlekkeloos is de uitvoering van het plan van Griph nog niet, ze namen buiten het protocol toch een stagiaire aan. Maar de contouren van het plan zijn helder. Geen gedoe met opleidingen, geen advocaat-stagiaires aan wie je vaak meer tijd en geld kwijt bent dan ze opleveren. En die bovendien na hun opleiding ook zomaar kunnen transfereren naar een ander kantoor. Of die een eigen boutique beginnen.
Houdbaarheid
Dat leidt naar de serieuze vraag of Stikkelbroeck gelijk heeft met zijn opmerkingen over de houdbaarheid van het leverage-model. Het haakt in ieder geval aan bij een klacht die al lang in de markt resoneert: bedrijven willen liever niet dat hun zaken worden overgelaten aan de groentjes van een advocatenkantoor. Dan voelen ze zich afgescheept. Ze willen rechtstreeks zaken doen met de partner, de man of vrouw met wie ze snel kunnen schakelen en die ‘de business begrijpt’. Hun zaak is er belangrijk genoeg voor, en ze betalen er ook genoeg voor.
Veel zal afhangen van het succes van de gunnercooke’s en de Griph’s. Als zij in staat blijken door hun propositie een substantieel deel van de markt in te lijven – gunnercooke wil in Londen in de komende anderhalf jaar groeien naar tien tot vijftien partners – dan zullen de grote kantoren zich achter de oren gaan krabben. Je leidt als kantoor immers geen mensen op met de bedoeling dat ze je later met een beter business model uit de markt gaan drukken.
Het model van gunnercooke oogt bovendien zeer compleet, vooral omdat er een oplossing is bedacht voor het uitbesteden van bulkwerk, de vaste tarieven en de raad van advies van bedrijfsjuristen. Of zoals een jurylid van de Britse innovatie-award opmerkte: “They rebuilt the model from scratch”.