Waar je geen verstand van hebt, daar kun je lekker op losgaan. Dat blijkt maar weer uit het gedoe rond de Panama Papers. Inderdaad, mensen en bedrijven maken ge- en misbruik van internationale structuren. En helaas, veel politici en andere lijders aan de waan van de dag, verkondigen daarover vaak onzin. Ik ken maar weinig onderwerpen waar de ratio zo ondergeschikt raakt aan het gereutel.
Door Georg van Daal, advocaat te Den Haag
Enorme geldstromen stromen voortdurend over de hele wereld. Dat gaan we vanuit Nederland niet veranderen. Het meeste geld loopt door bedrijven. Ik weet niet of u zich realiseert, als u weer eens een tweet of een appje aan uw Apple apparaat toevertrouwt, dat u met de aankoop van dat toestel mede heeft gefaciliteerd dat dat o zo hippe bedrijf de grootste belastingontwijker op aarde is geworden.
Honderden miljarden aan offshore geparkeerde winsten, hebben alle Apple consumenten bij elkaar betaald. Dat is overigens niet via Panama gegaan. Op fiscaal optimum gerichte bedrijfsomzetten zoeken over de hele wereld de betrouwbaarste routes met weinig weerstand. Maar een niet-emotioneel debat over het onderscheid tussen belastingontduiking en belastingontwijking, en de al dan niet toelaatbaarheid van het laatste, blijkt niet zo goed mogelijk. Datzelfde geldt als je eens rustig wilt bespreken of eenzijdige maatregelen op nationaal niveau wel het door de voorstanders daarvan gewenste effect hebben.
Panama is onder de offshore jurisdicties van het tweede echelon, zowel qua omvang als qua reputatie. Uit de miljoenen en miljoenen Panama Papers, komen uiteindelijk maar bar weinig raakpunten met Nederland naar boven, terwijl de schattingen toch zijn dat ongeveer tien procent van de mondiale door ondernemingen gegenereerde geldstromen door ons landje klotsen. Dat laatste heeft niet zozeer te maken met onze belastingpercentages, als wel met de overigens al lang niet meer unieke deelnemingsvrijstelling en het feit dat met onze belastingdienst binnen tamelijk heldere en vaste kaders goede afspraken te maken zijn.
Ook ons grote verdragennetwerk speelt een belangrijke rol. Daarmee voorkomt men dubbele belastingheffing in internationale ondernemingen, iets waar je toch bezwaarlijk tegen kunt zijn. Dat, en de betrouwbaar- en zekerheid van de overheid, zijn veel grotere trekkers dan geen belastingheffing in een schimmig tropisch landje.
Wat mij betreft is de NGO Tax Justice Network (TJN) zo’n beetje de enige geloofwaardige partij, die al langjarig en met grote expertise belastingontwijking en -ontduiking aan de kaak stelt. Als je de Financial Secrecy Index 2015 van TJN bekijkt, dan zie je dat de grote ‘boosdoeners’ qua financiële offshore en geheimhouding – in aflopende volgorde – zijn: Zwitserland, Hongkong en de Verenigde Staten. Overigens, als je het Verenigd Koninkrijk niet alleen, maar samen met haar kroondomeinen bekijkt, dan komen ze samen op eenzame hoogte bovenaan de lijst te staan. Op de Financial Secrecy Index 2015 staan Panama op de 14e, en Nederland op de 41e plaats. Niet zo schokkend, zou je dus kunnen denken.
Desalniettemin heffen de dominees der Lage Landen de wijsvingertjes. Het moet afgelopen zijn met dat trustgedoe, want we beroven arme ontwikkelingslanden van hun geld. Als we dat veranderen, dan zullen de winstbelastingen als manna op die landen neerdalen.
Daarbij verliest men helaas een paar dingen uit het oog. De grote winsten worden namelijk, logisch ook, niet in de ontwikkelingslanden gemaakt. Bovendien blijkt uit niets dat als we hier de huidige structuren verbieden, de belastingopbrengsten in de ontwikkelingslanden omhoog zullen gaan, laat staan zinvol besteed zullen worden. Aan bijna al die landen kleeft namelijk het euvel van een alles doorwoekerende corruptie.
Als je als westers ondernemer de beslissing moet nemen of je je bedrijfsvoering afhankelijk maakt van belastingheffing door geheel onvoorspelbare overheden, die bovendien in alle lagen door en door verrot zijn, dan denk ik dat je even een jaar of honderd wacht, totdat het daar hopelijk is geëvolueerd naar een aanvaardbare situatie. Bovendien, voor ons een ander, zo lang andere landen – de VS en het VK voorop – nog wel blijven toegeven aan het cynisme van de internationale belastingconcurrentie.
Waar ik echter het meest van schrik in het debat rond de Panama Papers, is dat ik weer allerlei stemmen hoor, die niet zozeer rechtsregels willen toepassen, als wel de vage notie van ‘moraliteit’, en dan natuurlijk vooral die van zichzelf. Het is toch jammer dat men de historisch uitbundig voorhanden lessen dan steeds weer vergeet, waaruit blijkt dat de door hun moraliteit gedreven regimes de engste zijn. Als we zoiets ongrijp- en vloeibaars als de moraliteit laten heersen, dan komen we pas echt op een hellend vlak.