Niets gaat boven het gevoel van een tevreden knorrende onderbuik die warme groetjes knipoogt naar zijn maatje bovenin – de confirmation bias. Heerlijk, dat Eigen Gelijk. Het zijn momenteel gouden tijden voor het hebben van een mening. Een mening helpt je ook goed om jezelf beter te leren kennen. Of wie je echte vrienden zijn. Schuilen in de valse veiligheid van consensus, hoe afwijkend ook, is nu voor iedereen bereikbaar.
Door Juriaan Mensch
Zelf nadenken is ook vaak niet meer nodig, want de hoeveelheid keus is fantastisch: voor of tegen Europa? Of gewoon lekker helemaal anti-[vul maar in]. Uw smaak zit er vast wel tussen. Alles mag ook weer. Meer of minder Marokkanen? Snufje racisme? Geen probleem, zeer modieus.
Maar niet alle meningen bevatten evenveel waarheid.
Dat is geen mening, maar een feit. Want iemand die in staat is om in zijn geest – ik noem maar wat – vier perspectieven op een fenomeen in te nemen, die baseert zijn mening op een completer beeld dan een opponent in een debat die over mindere mentale complexiteit beschikt en slechts twee kanten van dezelfde zaak kan zien. Die laatste baseert zijn mening dus op een beperktere kennis van de werkelijkheid. Of zoals de Amerikaanse denker Ken Wilber het zegt: meer perspectieven is meer waarheid.
Dit vermogen om een groter perspectief in te nemen kan zich ontwikkelen. Harvard-ontwikkelingspsycholoog Robert Kegan schat dat onder optimale omstandigheden een stap omhoog maken ongeveer vijf jaar duurt.
Sommigen blijven hangen in een egocentrisch perspectief, niet in staat zich te verplaatsen in een ander. Alles draait om ikke, ikke, ikke. Anderen kunnen zich ook met een groep of cultuur identificeren. Stopt het daar? Dan is ‘Eigen Volk Eerst’ het motto. Voor het gemak noemen we even ze PVV en SP-stemmers, of het zijn gelovigen met de enige juiste god of -isme. Weer anderen groeien door naar meer autonome individuen en kunnen zich mentaal buiten de eigen groep plaatsen en objectief of zelfs kritisch naar de eigen afkomst en cultuur kijken. Noem ze rationeel, progressief of D66-er. Lekker generaliseren, heerlijk.
De zienswijze en waarden van mensen veranderen alleen fundamenteel door deze stappen in ontwikkeling. Jezelf wel eens afgevraagd waarom een nog grotere berg dinosaurusbotten een Christencreationist zelden in een bijbelverbrandende atheïst omtovert? Het zijn namelijk niet de feiten, de inhoud, meer of betere informatie die mensen overtuigt als het om ideologische geladen onderwerpen gaat die onze waarden en identiteit raakt.
Progressieve politici die na verloren verkiezingen met de mantra ‘we moeten het nog beter uitleggen’ aankomen, als ‘het volk’ hun boodschap weer eens ‘niet snapt’, die snappen het zelf niet. Die zijn het contact met de eigen (enge) onderbuik vaak kwijtgeraakt. Rationeel en progressief als ze zijn. Die geloven niet dat die 43% die ‘minder’ wil, werkelijk bestaat. Dat die laag van de bevolking een ander ook echt als een ander ziet, en niet eerst als medemens. Die groep wil geen groot Europa. De identificatiehorizon strekt zich simpelweg niet ver genoeg buiten de eigen leefomgeving of landsgrenzen uit.
Nu blijkt ons ooit zo progressieve landje opeens zo racistisch. Boehoe. Dat zelfgenoegzame tolerante zelfbeeld dat zijn hoogtijdagen onder Paars I en II beleefde, heeft slechts een donkere blinde vlek opgeleverd, met daaronder een etterende wond. Het is niet de schuld van Janmaat, Wilders of Fortuyn, dat zijn de zichtbare exponenten van wat altijd al in ons aanwezig was.
Belangrijke vondst van ontwikkelingspsychologen is dat we onze onderliggende irrationele en etnocentrische niveaus nooit ontgroeien. Die blijven – onbewust of niet – deel uitmaken van ons totale zelf, en onze cultuur. Hoezeer je als weldenkende progressief je de onderbuik ook probeert te verstoppen, die gaat niet weg.
We zijn dus allemaal racisten. Dat is geen mening, maar een evolutionair feit. Hoe eerder we dit toegeven, des te eerder kunnen we verder. Het begint met eerlijkheid en het bijstellen van ons misplaatste tolerante zelfbeeld.