Enkele weken geleden publiceerde Advocatie een artikel over de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De strekking: veel advocatenkantoren uit de top 50 van Advocatie overtreden met hun websites de AVG. De bevindingen waren gebaseerd op een onderzoek van een commerciële aanbieder van AVG-diensten.
Door Lucien Wopereis, hoofdredacteur Advocatie
Het gekrakeel op Twitter was niet van de lucht. Betaalde content, een advertorial, zo luidde het verwijt. Allereerst daarover: de betreffende aanbieder heeft niets betaald. Er is in mijn tijd als hoofdredacteur nooit een stiekeme deal gesloten met een aanbieder van diensten of producten. Wij plaatsen advertorials op Advocatie, maar die hebben een achtergrondkleurtje en sinds enige tijd gebruiken we ook weer de rubriekskop ‘advertorial’.
Natuurlijk zijn wij voorzichtig met materiaal dat is aangeleverd door commerciële partijen. Wij weten uiteraard donders goed dat onderzoek of kopij ingezet kan worden om bekendheid of marktaandeel te verwerven.
En toegegeven: we hadden in het betreffende artikel op een enkel onderdeel met net iets meer distantie kunnen schrijven over het onderzoek.
Maar de verontwaardiging van de Twitteraars lijkt vooral ingegeven door het feit dat Advocatie ruimte gaf aan een relatief onbekende partij die de advocatuur eens even een lesje kwam leren. Nota bene, op het eigen field of expertise. Wat is dan de reflex: je maakt de boodschapper verdacht.
In weerwil van de kritiek raakte het artikel een snaar bij een brede groep lezers, want het staat inmiddels hoog in de Top 10 van best gelezen artikelen van dit jaar. Verder gaven vier verschillende grote kantoren in het artikel desgevraagd toe dat ze een aantal AVG-zaken inderdaad nog niet helemaal op orde hadden. Daarmee is ook voor een belangrijk deel het verwijt van tafel dat het onderzoek inhoudelijk niet deugde.