Braaf bladerde ik de vorige maand verschenen Sectorvisie Advocatenkantoren van de ING eens door. ‘Tweedeling door Technologie’ is de titel. Er staan zinnige zaken en interessante cijfers in, en het gekozen thema is actueel. Er komen veel van de gebruikelijke mantra’s langs die de advocaat al een paar jaar over zich uitgestort krijgt. Die zijn samen te vatten als: de wereld is veranderd, dus pas je aan. Want een Darwin Award ligt in het verschiet.
Door Juriaan Mensch
Een greep uit de sectorvisie: ‘De jurist is vaker bewaker van de processen dan de uitvoerder zelf.’ En: ‘Het hersenwerk voor advocaten maakt een steeds kleiner deel van het werk uit.’ De ING spreekt verder over de moeizame acceptatie voor nieuwe technologie door advocaten. Het meester-leerling model vertraagt implementatie. Ook de maatschapsstructuur wordt genoemd als belemmering voor snelle aanpassing aan de nieuwe technologische mogelijkheden.
Het zijn dus de menselijke relaties en het sociale weefsel die blijkbaar op gespannen voet staan met het toekomstige mogelijke. Maar valt de vertrouwde cultuur weg, dan ligt een identiteitscrisis in het verschiet.
Want vrijwel alle advocaten die ik spreek zeggen van hun vak te houden. Vanwege het juridische denken, puzzelen met taal, slimme oplossingen vinden. Het werk motiveert ze intrinsiek.
Maar als advocaten spreken over die liefde die ze voor hun vak voelen, hoor ik ze niet over het werken met dat prachtige nieuwe tijdschrijfsysteem of de nieuwe projectmanagementsoftware. Hoeveel plezier haal je uit het invullen van een serie binaire vragen in een contract drafting systeem? Ja/Nee: dus.. whatever. De rest is geen denkwerk, maar nakijkwerk. Efficiënt maar doodsaai.
Die liefde voor het vak maakt ook blind. Advocaten hebben moeite om de liefde los te zien van de commerciële kant. Dat wordt duidelijk als je vraagt naar de strategie van het kantoor. ‘Topwerk doen voor topcliënten,’ was, en is, nog vaak het antwoord. Dat is wensdenken, meer gevoed door die liefde dan strategie denk ik, maar het geeft de kern van de blinde vlek feilloos weer.
En tech knabbelt ook nog aan het aura van het vak. Alle informatie is door digitalisering voor iedereen toegankelijk. Het verminderen of zelfs verdwijnen van de informatie-asymmetrie die de relatie tussen klant en advocaat kenmerkte, gaat gepaard met verlies aan status.
Nog meer ellende: technologie maakt micro-analyse van de geschreven tijd mogelijk. Kennis is macht, maar je ligt wel genadeloos onder de loep. Van iedere minuut is precies bekend wat je uitspookt en wat het rendement is. Bovendien voor iedereen inzichtelijk. Nu is er nog het ‘vrije’ domein van de non-declarabele uren, maar daar kijken de cijferhongerige financieel directeuren ook gretig naar. De totale surveillance society is binnen advocatenkantoren straks een feit. Top voor de efficiëntie, maar wat doet dat met een mens?
Wrang is verder dat je als technologie omarmende advocaat aan je eigen einde meewerkt. Meer werken met nieuwe technologie betekent minder echt eigen denkwerk, tot het moment dat de kunstmatige intelligentie het van je overneemt. In de financiële wereld is men al aardig op weg.
Innoveren en aanpassen is natuurlijk nodig. Maar is het vak van advocaat, door de focus op technologie gedreven efficiëntie, nog wel leuk straks?
Misschien krijgt de ‘is het nog wel leuk-vraag’ straks een gerechtvaardigde plek bij denken over technologische implementatie en innovatie. Denk aan goedkope Internetshops en digitalisering. Die verdrijven winkels uit het straatbeeld. Maar niemand wil wonen in een stad zonder winkels.
Stel die vraag: is er, ondanks de voordelen, nog wel een zak aan straks? Misschien moet die vraag leidend zijn bij het zoeken naar oplossingen. Misschien wordt dan helder hoe het efficiënter kan. Maar nog belangrijker: wat voor advocaat of kantoor wil je eigenlijk zijn?
Reageren? Ga naar DutchLawyers op LinkedIn
Lees ook Peter Kalis: Disruptive BS and the false prophets of doom