‘Heren, heren, neemt u plaats, de zitting is geopend. Welkom meneer Kat, meneer Smit en meneer Westenberg. Fijn u weer bij elkaar te zien, want u heeft elkaar heel hard nodig, zoals u weet. Meneer Westenberg, ik heb van uw advocaat begrepen dat u eerst een verklaring wilt voorlezen. Gaat uw gang.’
Door Juriaan Mensch
‘Dank u meneer de voorzitter. Lieve Hugo, beste Micha. God’s licht heeft me mijn donkere kanten laten zien. Ik heb afgelopen jaar diep zelfonderzoek gedaan, en heb gezien wat mijn bijdrage aan ons conflict is. Dat zinnetje van jou Hugo, in Micha’s boek, het schoot me zo in het verkeerde keelgat! Ik werd gewoon meegezogen door mijn trots en ego. Toen ik eenmaal die eerste stap had gezet kon ik niet meer terug. Het is allemaal uit de hand gelopen.’
‘Weet je Hugo, je lijkt zo enorm veel op mijn vader, met wie ik altijd een moeilijke relatie had. Hij moest altijd gelijk hebben, zo dominant. Ik kon niet anders dan altijd vechten tegen hem. Onbewust heb ik mijn vader op jou geprojecteerd en me laten leiden door woede en wraakzucht en die drang om te winnen. Mijn hart zat dicht en mijn gewonde innerlijke kind was degene die de beslissingen nam.’
‘Beste Micha, eigenlijk heb ik bewondering voor jouw doortastendheid en je strijd tegen de corrumperende invloed van macht. Via via hoorde ik van jouw achtergrond, en wat er in de Tweede Wereldoorlog met je familie is gebeurd. Ik kan nu heel goed begrijpen dat ik jou heb getriggerd. Ik heb me ook door macht en status laten verblinden. Lang dacht dat ik God’s werk deed. Maar nu pas zie ik echt dat alles liefde is. Mea maxima culpa.’
‘Meneer Kat, zie ik goed dat u hierop wil reageren?’
‘Dat ziet u goed meneer de voorzitter, ik kan mijn emoties niet meer verbergen. Lieve Hans, je woorden raken me diep. Ik wil ook sorry zeggen. Ik heb in de gevangenis en in Ierland tijd gehad om goed na te denken, en ook ik ben tot inzicht gekomen dat het anders kan. De tijd die we samen hebben hier op deze aarde is kort. Te kort om dit soort ruzie over kleinigheden te maken. Hans, ik heb niet gezien wie je echt bent, maar je gedehumaniseerd. Van een Gij, een medemens werd je een Het, een monster. Zo ontmenselijkte ik ook mezelf, maar ik zag dat niet.’
‘Want ik zag je alleen als grote vijand. Ik heb me altijd klein gevoeld, en onmachtig. Ik ben me ervan bewust geworden de dreiging die ik van jou zag uitgaan heb uitvergroot. Ik heb ingezien dat macht an sich niet goed of slecht is. Ik ben weer in contact gekomen met de macht die ik ben kwijtgeraakt in het verleden. Ik heb me altijd een slachtoffer gevoeld en projecteerde de woede en haat die ik niet wilde voelen op anderen, voerde een kruistocht. Ook tegen jou. Ik wil om je vergiffenis vragen Hans. Want we zijn allemaal één, en verbonden met elkaar. Always…’
‘Meneer Smit?’
‘*Snif* Hans, Micha, mooie kerels. Jullie moed en openheid doet mijn hart smelten. Wat wil het universum ons vertellen? Dit is groter dan ons. Ik heb ook ingezien dat ik mezelf niet meer was door ons conflict.’
‘Ik zat diep in mijn eigen loopgraaf, en dacht lang dat het mijn thuis was. Mijn kille hart hield zich alleen nog warm met woede. Ik groef mijn loopgraaf steeds dieper, totdat ik niet meer over de rand kon kijken.’
‘Toen besefte ik me hoe alleen ik was, daar in mijn loopgraaf. En dat hoe vreemd het ook klinkt, dat ik jullie nodig had om die eenzaamheid niet te hoeven voelen. Ik had een doel in het leven, hoe wrang het doel ook was. Nu ik uit mijn loopgraaf ben geklommen zie ik dat de zon schijnt en het altijd warm is en de schaduw altijd achter je valt, zolang je je maar naar het licht wendt.’
‘Raar he, dat we bereid waren om een ongelukkig leven te lijden, zolang we maar vast konden houden aan het eigen gelijk. Ik was eenzaam zonder mijn gelijk.’
‘Ik was ook eenzaam Hugo.’
‘Ik ook Hans.’
‘Group hug jongens? Kom hier.’
‘Mmm. Dit voelt zooo goed.’
‘Ja. Enorm helend.’
‘Maar nog één dingetje Hans.’
‘Ja?’
‘Ga je nou eindelijk toegeven dat je hebt gebeld?’
(to be continued)