Veel afgestudeerde rechtenstudenten die hun carrière graag zouden willen starten als advocaat stagiaire, lukt het niet om als zodanig een baan te vinden. Grote kantoren bieden veel stageplaatsen, maar een start bij de grote kantoren is slechts weggelegd voor een relatief kleine groep afgestudeerden.
Door Ilona Tjon Poen Gie, Legalhunters
Kleinere kantoren zijn sinds de crisis terughoudend met het aannemen van advocaat stagiaires. Logisch, want deze kantoren moeten op grond van de Richtlijn Arbeidsvoorwaarden met advocaat stagiaires verplicht een arbeidsovereenkomst sluiten voor de duur van de stage. Dat komt gemiddeld neer op drie en een half jaar.
Het kostenplaatje dat hier aan hangt bedraagt naast het salaris (verdeeld over drie jaar minimaal € 100.000,00), nog eens € 15.000,00 tot € 20.000 aan opleidingskosten. Daar bovenop komen nog 146 niet-declarabele uren, die moeten worden gewijd aan de beroepsopleiding. Een werkgever kan het contract slechts opzeggen in het geval het certificaat beroepsopleiding advocaten na drie jaar niet kan worden overgelegd. Mocht er sprake zijn van een hiring mistake, dan betekend dit voor een kleiner kantoor dat een relatief hoog bedrag en veel tijd verloren gaan.
Dat een advocaat eerst een stageperiode moet doorlopen teneinde voldoende praktijkervaring op te doen om het vak enigszins zelfstandig uit te kunnen oefenen, is evident. Maar wat is nu precies de gedachte achter een verplicht driejarig arbeidscontract? De Orde van Advocaten gaf mij telefonisch aan dat zij hiermee de advocaat stagiaire wil beschermen, zodat deze gegarandeerd bij één patroon de gehele stage kan voltooien.
Naar mijn mening past deze gedachte niet meer in de huidige tijd.
Een kijkje over de grens leert dat bijvoorbeeld in België iedere partij de stageovereenkomst voor het einde van de stage schriftelijk kan beëindigen met inachtneming van een redelijke opzeggingstermijn. In Duitsland geldt een stageperiode van twee jaar, waarvan slechts enkele maanden verplicht bij een en dezelfde werkgever.
Als in Nederland de mogelijkheid zou bestaan tot tussentijdse opzegging of tot het afsluiten van kortere contracten, zouden kantoren minder financieel risico lopen. Waarschijnlijk zullen zij dan sneller advocaat stagiaires aannemen.
Of de advocaat stagiaire de bescherming van de Richtlijn echt nodig heeft valt overigens te betwijfelen. Een advocaat stagiaire die anderhalf jaar ervaring heeft en voor het ene kantoor een vergissing blijkt te zijn, kan voor een ander kantoor juist heel aantrekkelijk zijn. Niet zelden is er sprake van dat er met de ene patroon geen klik is, maar wel met een andere patroon. Daarnaast heeft die advocaat stagiaire dan al ervaring opgedaan en zijn de kosten voor deze advocaat nog maar de helft van die van een starter. Ik constateer in de huidige markt zelfs een toenemende vraag naar gevorderde stagiaires.
In het slechtste geval heeft een junior een jaar gewerkt als advocaat stagiaire, wordt het arbeidscontract beëindigd of opgezegd en lukt het niet een andere stageplaats te vinden. Dat is volgens mij nog altijd een beter uitgangspunt voor een (juridische) vervolgbaan, dan dat je na je studie een jaar lang hebt gewerkt voor een call centre of in de horeca.
Stigmatiserend
Het niet direct willen aangaan van een driejarig contract leidt er ook toe dat steeds meer kleinere kantoren er voor kiezen om afgestudeerden eerst in dienst te laten treden als juridisch medewerker. Het kantoor kan zo met een tijdelijk contract werken en op het moment dat zij voldoende vertrouwen heeft, de medewerker alsnog een stage contract aanbieden. Positief hieraan is dat de starter vast relevante juridische ervaring op kan doen.
Een nadeel vind ik dat de juridisch medewerker in die functie kan blijven hangen. Hij of zij loopt op die manier een achterstand op ten opzichte van collega’s die wel direct als stagiaire zijn begonnen. Bovendien kan het zijn van juridisch medewerker stigmatiserend werken, het betreft hier immers een vak waarvoor MBO-ers worden opgeleid. Hierdoor lukt het misschien helemaal niet meer om een stageplek te vinden.
Veel afgestudeerden die de ambitie hebben om advocaat te worden, krijgen in de huidige markt dus simpelweg geen reële kans. Het kan mijns inziens niet zo zijn dat de advocatuur een groot deel van de huidige generatie afgestudeerden laat lopen.
Zowel in het belang van afgestudeerden, van de kleinere kantoren als van de continuïteit van het beroep, pleit ik er daarom voor de verplichting tot het aangaan een driejarig arbeidscontract met advocaat stagiaires onmiddellijk af te schaffen.
Wat vindt u? Discussieer mee op LinkedIn, groep DutchLawyers