Toen ik ongeveer 14 jaar oud was wisselden mijn broer en ik van tandarts. Want een controle bij de oude tandarts duurde gemiddeld een minuutje. Dat vonden we niet erg, want langere blootstelling aan zijn drankkegel was toch niet uit te houden. De eerstvolgende controle bij de nieuwe tandarts leverde wel gelijk zes gaatjes op, die natuurlijk allemaal gevuld moesten worden.
Door Juriaan Mensch
Of ik werkelijk zes gaatjes had weet niemand, maar de nieuwe tandarts toonde zijn vermogen tot het vinden van gaatjes. Ik ben een goede tandarts, was de boodschap. Hij bevestigde zo zijn superioriteit ten opzichte van zijn dipsomanische collega, en het leverde hem daarnaast simpelweg pecunia op.
Geld verdienen is een reden voor Doen. Maar vaak doen mensen iets, niet omdat ergens iets aan iets mankeert of het geld oplevert, maar omdat ze niet anders kunnen.
‘Meneer Klaver, wat vindt u van de loonsverhoging van de ING-baas?’
‘Wel oké geloof ik. De beste man werkt keihard, maar werd niet marktconform betaald.’
Zoiets zal je nooit van een politicus horen natuurlijk. Verontwaardigd zijn en ‘Daar gaan we wat aan Doen’ zeggen, is de enige optie. Daarom zijn politici vaak bezig met het oplossen van niet-bestaande problemen.
Dat is de bijkomstigheid van het hebben van een functie of rol, er wordt van je verwacht wordt dat je iets Doet. Dit is zo vanzelfsprekend dat de optie van het Niet-Doen simpelweg niet meer bij je opkomt. Daarna kun je niet anders meer, je zit dan vast in Doen.
Er wordt door vastzitten in Doen heel wat gerepareerd dat niet kapot is. Of pakt problemen aan die niet kunnen worden gefixt met Doen. Denk aan ontwikkelingshulporganisaties die afhankelijkheid creëren. De consultant die reorganiseren adviseert omdat hij specialist in reorganiseren is. De automonteur die altijd wat loos vindt bij de APK-keuring. Zou het CBR zichzelf opheffen als straks alle auto’s zelfrijdend zijn? Ze vinden vast wel wat nieuws om te blijven Doen.
Nog een voorbeeld: dit stuk werd in perfecte staat afgeleverd bij de eindredactie van deze website, maar als u deze zin leest mag dat een godswonder heten. Want de eindredacteur gaat uit hoofde van zijn functie toch hakken in deze tekst, ook al is het stuk zoals gewoonlijk perfect geschreven.
Veel advocaten zitten vast in Doen (en Weten). In Doen voel je je goed over jezelf, bevestig je je identiteit en deskundigheid en hoef je niet te twijfelen aan je raison d’être. Hooguit aan hoe je je Doen doet.
Vastzitten in Doen kan ook gevaarlijk zijn. Onlangs hoorde ik het verhaal van een advocaat die door de onmogelijkheid van het Niet-Doen zelfs in de problemen kwam. Dat betrof Doen door te grote betrokkenheid met de klant en zaak. Nee zeggen en niet-handelen was geen optie. Ook al kwam de gezondheid in gevaar.
Er is een categorie uitdagingen waarbij Niet-Doen de beste oplossing is (niet bij tandbederf). Wat met Niet-doen bereikt kan worden is niet het oplossen van een probleem, maar de mogelijkheid van het veranderen van de relatie tot een probleem – wat soms de oplossing is. Niet-doen geeft je de mogelijkheid om uit jezelf opnieuw uit te vinden.
Maar Niet-doen is ontzettend moeilijk. Het is iets wat je moet leren. Het is een hamer vasthouden, spijkers zien en dan …. afscheid nemen van je identiteit als timmerman. Niet-doen laat de diepte zien van waaruit het onbekende opdoemt.
Want kijk op dit moment even om je heen. Wat zijn de twee meest opvallende zaken die je vrijwel nooit ziet?
Het eerste is dat er Iets is in plaats van Niets. Het andere is dat iedereen doet alsof we weten wat dit Iets is. Maar niemand weet het echt. Dat is eng.
Doen alsof je het weet helpt tegen die angst, maar je mist daardoor een hoop. En is angst een slechte raadgever. Dat is best belangrijk om te weten voor een advocaat. Doe dus eens iets Niet.