Naar aanleiding van het stuk van Sanne van Brunschot over het congres van Legal Women van 2 oktober jongstleden (over huilen op kantoor, nannies en schuldgevoel), benadruk ik graag nog eens een probleem waar vooral grote advocatenkantoren mee kampen: de uitstroom van vrouwelijke advocaten in de leeftijd van eind twintig/midden dertig.
Door Ilona Tjon Poen Gie, Legalhunters
De uitstroom van deze vrouwen, vaak jonge (aanstaande) moeders, heeft ook tot direct gevolg dat er minder vrouwelijke partners bij komen; immers de vijver van vrouwen met partnerpotentieel waar uit kan worden gevist, is door de uitstroom kleiner dan die van de mannelijke. Mannen plegen langer aan het kantoor verbonden te blijven en zitten de rit naar het partnerschap vaker uit. Pas als hen duidelijk is dat een partnerschap niet bij de mogelijkheden behoort, stromen zij uit, vaak naar een ander groot kantoor waar zij alsnog als partner kunnen toetreden.
Interessant is natuurlijk de vraag waarom voornoemde groep vrouwen uitstroomt. In mijn werk als headhunter spreek ik veel vrouwen uit deze groep. Opvallend daarbij is dat de urendruk meestal niet eens een motivatie is voor een overstap. Over het algemeen gaat het hier om zeer ambitieuze vrouwen die gewend zijn om veel uren te maken en daar geen problemen mee hebben.
Veel vaker wordt door deze vrouwen als motivatie gegeven dat zij op zoek zijn naar meer flexibiliteit. Deze vrouwelijke advocaten willen zonder (negatief) commentaar hun kinderen van de crèche kunnen halen, een boodschap kunnen halen, of bijvoorbeeld eens kunnen kijken naar een voorstelling op school, om vervolgens weer in te loggen en verder te werken. Het gevoel dat zij overal verantwoording over af moeten leggen – terwijl de dames in kwestie over het algemeen zeer verantwoordelijk zijn – wekt een negatief gevoel op.
Daarnaast werkt ook de natuur een handje mee. Waar mannelijke advocaten zich klaar maken voor “het gevecht” om een partnerpositie, wachten vrouwelijke advocaten meer af. Mannen weten zich over het algemeen sterker te profileren; zij benadrukken – ook ongevraagd – waarom zij voor partnerschap in aanmerking komen en zetten intern vast lijntjes uit om dit te realiseren. Vrouwelijke advocaten verwachten dat hun prestaties, harde werken en loyaliteit op zich zullen worden beloond met een partnerbenoeming. Worden deze vrouwen geacht mee te gaan in een gevecht met concurrenten, dan haken ze veelal voortijdig af en kiest het gros voor een alternatief.
Vrouwenkantoren
Ondanks diverse coachingstrajecten en moederschapprojecten die de laatste jaren bij grote kantoren zijn geïntroduceerd, lukt het niet deze groep vrouwen te blijven binden. Veel vrouwelijke advocaten ambiëren een overstap naar een kleiner (niche)kantoor, naar een bedrijfsjuridische positie, of starten als zelfstandig jurist of advocaat.
Dat laatste doen ze vaak niet onverdienstelijk. De handige vrouwelijke interim-jurist blijkt in staat steeds opdrachten te vinden voor mooie tarieven, waarbij zij louter op de inhoud, op persoonlijkheid en de capaciteit om goed samen te werken wordt beoordeeld.
Vrouwenkantoren zoals WIJ Advocaten en L&A Advocaten, gestart door senior-associates van grote kantoren, gaat het voor de wind. Bij deze kantoren is er meer flexibiliteit en wordt aan medewerkers meer vrijheid gegund. Goed te zien dat deze kantoren zo succesvol zijn.
Inpassen
Mochten de grote kantoren voornoemde groep vrouwen willen binden, dan lijkt flexibiliteit dé oplossing. Lukt het om die groep vrouwen binnen te houden, dan zou dus ook het aantal vrouwelijke partners bij grote kantoren kunnen toenemen in de toekomst. Grote vraag is natuurlijk hoe flexibiliteit kan worden ingepast in een systeem waarbij door cliënten 24/7 dienstverlening wordt verwacht om de stevige uurtarieven te legitimeren.
In dit kader ben ik zeer benieuwd naar de uitkomst van de enquête die Bureau Hence momenteel houdt over flexibel werken in de advocatuur. Mogelijk biedt dit onderzoek handvatten voor de grote kantoren om het ‘female capital’ te behouden.
Care to comment? Ga naar de LinkedIn-groep Dutch Lawyers
Ilona Tjon Poen Gie (1971) studeerde Notarieel Recht aan de Universiteit van Amsterdam. Zij is vervolgens ruim tien jaar werkzaam geweest als kandidaat-notaris. In 2007 maakte zij een overstap naar werving en selectie van juristen. Eind 2010 richtte zij haar eigen bureau Legal Hunters op, executive search van juristen vanaf vier jaar werkervaring tot hele teams. Verder is zij mede-initiatiefneemster van Legal Women, het platform voor vrouwelijke juristen, dat ernaar streeft vrouwelijke vakgenoten bij elkaar te brengen om informatie te delen, kennis over te dragen, te discussiëren, ervaringen te delen en om te netwerken.