Gek, er waren de laatste tijd wel allerlei Twitterberichten over de boete die tuchtrechters vanaf 1 januari kunnen opleggen, maar volgens mij tsjilpte niemand dat op die dag de kernwaarden van de advocatuur tot wet werden verheven. Nou ja, misschien ook niet zo gek: kernwaarden, dat zijn van die kalme waarheden, wat valt daarover te twitteren? Je voelt ze ook niet direct in je portemonnee.
Door Trudeke Sillevis Smitt
Overal lees je dat het roer om moet. Maar ja, welke kant op? Je kunt natuurlijk een econoom of zo aan het roer zetten – iets wat een paar jaar geleden nog verboden was. De reden voor dat verbod was dat een niet-advocaat misschien niet zo veel oog zou hebben voor de kernwaarden van het vak. Dat dan misschien de cijfers het zouden winnen van de beroepseer, of dat je in de knel zou komen met de geheimhouding. Maar goed, dat verbod is – deels – verleden tijd. Kernwaarden zijn leuk, zo lang ze maar betaalbaar blijven.
En dat zijn ze in het algemeen ook, sterker nog: je kunt eraan verdienen. De geheimhoudingsplicht wordt echt niet per ongeluk ook wel een privilege genoemd. ‘Discretie verzekerd, ook onder ede’ is een machtig en uniek verkoopargument.
Maar dan moet je die kernwaarden natuurlijk wel waar maken. Een econoom aan de top zou dan niet als eerste bij mij bovenkomen. Natuurlijk is de inbreng van andere disciplines heel waardevol, maar je kunt toch ook luisteren zonder de touwtjes uit handen te geven? Of zijn advocaten daar te eigenwijs voor?
Ik zou ook niet meteen denken aan – ik noem maar een recente tuchtzaak – je adviezen aan cliënten hup, direct ook sturen aan hun rechtsbijstandsverzekeraar, met stukken en al. Wat onderscheidt jou dan nog van de rest van de wereld? Waarom zou de rechtzoekende als het niet per se hoeft speciaal naar een advocaat toegaan?
Het zal wel naïef zijn, hoor, partners van grote kantoren en zo weten het vast beter. Maar soms ben ik er zeker van dat de kalme waarheid uiteindelijk wint. Dat de winnaar van morgen niet het advocatenkantoor is met het beste bedrijfsmodel, maar het kantoor met de beste advocaten. Niet de advocaat die de randjes van de kernwaarden opzoekt, maar degene die mikt op de roos.
Dat kan trouwens wel even zoeken zijn: wat zijn de kernwaarden in dat artikel 10a belabberd geformuleerd. Met die rare nevenschikkende zinnetjes in de onderdelen c, d en e kun je het gerust een grammaticaal monstrum noemen. En dat terwijl de advocatuur bij de totstandkoming zo nauw betrokken was.
Ik ben voor een zesde kernwaarde: advocaten moeten goed kunnen formuleren.
Trudeke Sillevis Smitt (1963) was van 1989 tot 1996 advocaat bij NautaDutilh. Na een paar jaar fulltime moederschap begon ze met parttime schrijf- en redactiewerk, onder meer als hoofdredacteur van de externe nieuwsbrief van Allen & Overy. Sinds 2010 is Sillevis Smitt fulltime werkzaam als freelance tekstschrijver, journalist en redacteur. Ze werkt onder andere voor het Advocatenblad, VluchtelingenWerk en de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs. Het advocatentuchtrecht is voor Sillevis Smitt een bron van inspiratie. Door haar wekelijkse stukjes op Advocatenblad.nl over tuchtzaken zegt ze zelfs van ‘mr. X’ te zijn gaan houden.