Je wilt niet de hele tijd de Orde bashen, maar ze maken het soms zo aantrekkelijk. De oude gedragsregels hebben 25 jaar dienst gedaan. De Commissie Loorbach is vanaf voorjaar 2016 bezig geweest met een herziening, inclusief diverse Poolse landdagen. Er wordt gesleuteld en geschaafd, niemand kent de aangepaste tekst, en dan verschijnt er op 28 februari een bericht: hier zijn ze dan, en ze zijn per heden ingevoerd. Vanwaar opeens die haast?
Door Trudeke Sillevis Smitt
Wie op Twitter een beetje sputterde over die plotselinge overval, kreeg van de Orde te horen: ‘Het College van Afgevaardigden is hier, ook namens u, nauw bij betrokken geweest, laatst nog op 30 januari. Was u ook bij een van onze bijeenkomsten in het land? En heeft u deelgenomen aan de consultatie?’
Nee, zo krijg je de meute wel mee.
Maar je moet als advocaat dus wel vanaf dag één beseffen dat communicatie met de advocaat van de wederpartij in een nieuwe zaak niet meer vanzelf vertrouwelijk is (voor lopende zaken geldt het oude regime, tenzij je anders afspreekt), anders kan dat je in een procedure duur komen te staan. Ik vermoed dat de tuchtrechter mild zal zijn voor de eenpitter die zich op 1 maart met griep naar kantoor sleepte om een dringende nieuwe zaak een slinger te geven en zich nog even beschermd waande door de confraternele vertrouwelijkheid. Maar als de raad van discipline eraan te pas komt is het kwaad voor de cliënt natuurlijk al geschied.
Enfin, advocaten weten wat hun te doen staat. Lees, en lees kritisch. Lucien Nix spotte op twitter de eerste fout, in regel 1, lid 4: ‘De advocaat dient zich zodanig te gedragen dat het vertrouwen in de advocatuur, noch zijn eigen beroepsuitoefening wordt geschaad.’ Tussen ‘noch’ en ‘zijn’ had het woordje ‘in’ gemoeten. Een gevolg van te haastige afronding?
‘We gaan zeker niet weer 25 jaar wachten tot een nieuwe versie, maar gaan met regelmatige tussenpozen kijken of de regels aanpassing verdienen,’ schreef landelijk deken Bart van Tongeren op de site van de Orde. Goed idee.
Is het niet voor aanpassing, dan wel voor invulling. Want het blijft soms moeilijk om tot de kern te komen. Bijvoorbeeld regel 10, Verenigbaarheid van activiteiten: ‘De uitoefening van het beroep van advocaat is onverenigbaar met elke andere activiteit die de kernwaarden van de advocatuur of het vertrouwen in de advocatuur in het gedrang kan brengen.’ Een waarheid als een koe, maar wat wordt hier nu precies bedoeld? Een voorbeeld in de toelichting moet uitkomst brengen: ‘Zo is onder meer een nevenbetrekking die de onafhankelijkheid van een advocaat in gevaar brengt, een onverenigbare betrekking.’ Tja.
Hopelijk mag bij een volgende ronde ook het College van Afgevaardigden meteen meepraten. En doet de invoering niet – zelfs voor lokale dekens – denken aan een overval.