Het gist en gonst rond het verschoningsrecht in de publiciteit, de rechtszaal en de politiek. Justitie klaagt dat het verschoningsrecht door advocaten als ‘procedureel wapen’ wordt ingezet, advocaten klagen dat vertrouwelijke communicatie wel degelijk wordt ingezien en dat er veel fouten worden gemaakt bij het ‘uitgrijzen’. En nu ligt er het voorstel dat advocatenkantoren onderzoek kunnen gaan doen naar fraude door hun cliënten.
Door Lucien Wopereis
Het Openbaar Ministerie wil fraude- en corruptieonderzoeken vaker overlaten aan advocaten die door verdachte bedrijven zelf zijn ingehuurd. De reden: zo wordt er minder beslag gelegd op rechercheurs van de FIOD en kunnen zaken sneller worden afgewikkeld.
Het voordeel hiervan voor bedrijven is volgens het Openbaar Ministerie tweeledig: bij daadwerkelijke malversaties is er kans op strafverlichting bij medewerking aan een onderzoek, en de schade aan de reputatie van het bedrijf kan door de discretie van een advocatenonderzoek worden beperkt.
‘Alles kan, zolang maar duidelijk is vastgesteld dat het onderzoek dat buiten ons is gedaan, breed en diep genoeg is geweest,’ aldus Thomas Bosch, coördinerend officier van justitie fraudeopsporing van het Functioneel Parket vorige week in het FD. Ook advocaten waren positief. ‘We zijn nu in enkele zaken bezig om een stap naar voren te maken naar een vorm van samenwerken,’ liet NautaDutilh-advocaat Marike Bakker optekenen.
Ik vraag mij af of dit een verstandige zet is. Uiteraard kunnen advocaten behulpzaam zijn bij onderzoek naar fraude, en uiteraard kan medewerking van een bedrijf bij onderzoek naar en afwikkeling van fraude leiden tot een lichtere straf. Dat is nu ook het geval.
Maar ik zie eindeloos gesteggel ontstaan over de objectiviteit en juistheid van onderzoek dat door advocaten is gedaan. Worden alle feiten gepresenteerd, in de juiste volgorde en met de juiste kwalificaties en gevolgtrekkingen? Worden alle partijen in de gelegenheid gesteld om hun zegje te doen, wordt er in voldoende mate hoor en wederhoor toegepast?
Van advocaten kan kennelijk worden gevraagd om zowel partijdig te zijn – kernwaarde van het beroep – als onpartijdig en objectief. De NS-zaak van De Brauw Blackstone Westbroek laat echter zien hoe snel er op dat punt problemen kunnen ontstaan. Advocaten als een soort verlengde arm van justitie: het lijkt mij een heilloze weg.