Is de opkomst van ruim vijfhonderd advocaten in toga op Het Plein in Den Haag een succes? Zijn ruim 12.000 handtekeningen onder een petitie een succes? Geen idee. Zeker is wel dat de demonstratie tegen de voorgenomen verhoging van de griffierechten het publicitair goed deed. Het Journaal deed verslag, en datzelfde gold voor radio, kranten en nieuwswebsites. Alhoewel, een succes? Of een boemerang?
Een radioverslaggever vroeg een advocaat met welke bolide hij aan was komen rijden, en Het Parool publiceerde een uitgebreid stuk van Gerard Mulder die zich daarin afvraagt of de actie van de advocaten wel zo sympathiek is. Staat inderdaad het algemeen belang op het spel, of Preken de advocaten vooral voor eigen Parochie & Portemonnee? Zijn oordeel: niet de griffierechten vormen de voornaamste drempel bij de toegang tot het recht, dat is nog altijd de rekening van de advocaat. Kortom, niet te vertrouwen, die lui.
In Het Financieele Dagblad verscheen de volgende ingezonden brief van een zekere C. Burgersdijk: “J. Loorbach, deken van de Nederlandse Orde van Advocaten, meldt daarin dat de rechter een banketbakkersstatus dreigt te krijgen, als maker van prachtbanket, dat helaas niemand zou kunnen betalen. (…) Niettemin kunnen hij en zijn confraters in hun overwegingen wellicht eens meenemen in hoeverre ook hun eigen tarifering een belemmering voor rechtsverkrijging kan vormen. Bedragen van € 200-300 per uur, bij beperking van het aandachtsgebied soms oplopend richting € 600, onduidelijk afgebakende tijdsbestedingen uitmondend in slecht voorspelbare hoge kosten, werpen vaak een bij voorbaat onneembare barrière op. Het zou goed zijn als de advocaten bij herkenning van ook dit aspect, met hun model tot oplossing ervan, opnieuw een middagje de straat op gaan.”
Denkt de beroepsgroep een keer goed voor de dag te komen – kijk ons, wij komen op voor u, gewone man en vrouw – staat er meteen weer een batterij criticasters klaar om de motieven in twijfel te trekken. Het is ook nooit goed.
Maar ja, zolang Moszkowicz in een reclamespot kan kiezen welk rijdend materieel hij nu weer eens van stal zal halen (is het een Aston- of een Jagdag?), is het vechten tegen de bierkaai. Natuurlijk is het spotje tongue in cheek en over the top, maar het beeld is toch maar weer eens bevestigd: advocaten verdienen veel, heel veel. En dat doen ze ook nog eens over de kwetsbare rug van een ander.
Veel advocaten willen dat beeld bijstellen, maar dat lijkt een kansloze missie. Er zijn nu eenmaal veel advocaten die heel veel verdienen. Je kunt wel wat knuffeladvocaten op het schild hijsen – echte strijders tegen het onrecht met een hele oude Volvo – maar die zullen het beeld niet doen kantelen. Dat zijn de uitzonderingen die de regel bevestigen.
Volgens mij zit er een weeffout in de demonstratie zelf. Het was voor alles – bewust of onbewust – een advocatendemonstratie, terwijl de zorgen over de toegang tot het recht veel breder leven. De toga’s, de sprekers, vrijwel alles ademde advocatuur. Daarmee zet de beroepsgroep zichzelf in de schijnwerpers als de bijkans exclusieve hoeder van (vooral) de minderbedeelden in de rechtstaat. En dat valt moeilijk te rijmen met het beeld dat advocaten het vooral heel erg goed met zichzelf hebben getroffen. Die schoen blijft wringen.
Lucien Wopereis, hoofdredacteur