Eerder vertelde Juli Notaris, 9Corporate en De Roos aan Advocatie minder hiërarchisch te zijn. Nu zeggen Wintertaling en Penrose eveneens klaar te zijn met de apenrots. “Bij ons wordt er geen status ontleend aan het binnenhalen van grote klanten.”
“In één nacht maakte ons advocatenkantoor de switch van een bv naar een coöperatie,” beschrijft Lukas Witsenburg (foto boven), M&A-advocaat en voormalig partner van Penrose in Amsterdam. “We zaten in dezelfde werkomgeving, hadden dezelfde naam en dezelfde collega’s maar het voelde totáál anders.”
Dat gold niet alleen voor Witsenburg zelf, die als partner plots niet overal meer verantwoordelijk voor was, maar voor alle advocaten op kantoor. “Het was voor iedereen een big deal,” stelt hij. “De werknemers hadden hun arbeidsovereenkomst opgegeven in ruil voor lidmaatschap van de coöperatie. Dat vergde moed, want opeens waren we allemaal ondernemer.”
Coöperatiekarakter
Het kantoor ging – alhoewel misschien anders doet vermoeden – niet over één nacht ijs. Witsenburg: “Er ging heel wat gepuzzel aan vooraf. Wat voor ons de doorslag gaf is dat er bij een coöperatie geen sprake is van eigendomswaarde, zoals dat bij aandeelhouders in een bv wel het geval is.”
De advocaat legt uit dat als aandeelhouders vertrekken in een bv, hun aandeel moet worden verkocht. “Er ontstaan dan discussies over de waarde van het aandeel; bij een coöperatie speelt dit niet.” Volgens Witsenburg krijgen leden bij Penrose tegenwoordig een contract dat bestaat uit ‘één A4’tje en wat algemene voorwaarden’. “Vertrekken is in principe makkelijk.”
Op die manier worden mensen bij het kantoor betrokken die intrinsiek voor het systeem kiezen. “Mensen die – zoals wij dat noemen – een ‘coöperatiekarakter’ hebben,” aldus Witsenburg. “Bij andere kantoren heb ik regelmatig meegemaakt dat mensen niet weg konden vanwege het financiële blok aan hun been. Dat komt de sfeer niet ten goede.”
Onder de loep
Bijkomend voordeel van de ommezwaai naar een coöperatie was dat Penrose ook gelijk de organisatiestructuur onder de loep kon nemen. “Er is een tendens zichtbaar dat mensen meer betrokken willen worden bij kantoor en meer invloed willen hebben,” zegt Witsenburg. “Dat geldt niet alleen voor advocatenkantoren, maar in het algemeen.”
Toch bepaalt de rechtsvorm volgens hem niet of er sprake is van hiërarchie: maatschappen en bv’s kunnen tevens een platte organisatie hebben. “Omdat al onze leden één stem hebben in de coöperatie, en we allemaal ondernemer zijn, is een horizontale structuur wel makkelijker. Bij Penrose is momenteel iedereen gelijkwaardig, qua verantwoordelijkheid én verdienmodel.”
Het kantoor heeft elke maand een ledenvergadering om besluiten te nemen. Altijd in goed overleg, garandeert Witsenburg. “Het bestuur zorgt voor de dagelijkse gang van zaken. Daarnaast krijgt iedereen een taak: zo is de één verantwoordelijk voor de website, de ander voor huisvesting. Mensen pakken dit enthousiast op; iedereen voelt zich verantwoordelijk.”
Penrose was kortom klaar met de apenrots. “Bij ons wordt geen status ontleend aan het binnenhalen van grote klanten of het creëren van leverage, en niemand heeft de touwtjes in handen. Hierdoor hangt op kantoor een fijne sfeer, maar ook privé is dit prettig. Nu ik minder verantwoordelijkheden heb, voel ik me fitter en ben ik thuis meer betrokken. Een win-win.”
Democratie
Advocatenkantoor Wintertaling gooide het eveneens over een andere boeg. Toen de coöperatie in 2022 uit elkaar viel, koos overblijvend lid Marein Smits – advocaat ondernemingsrecht en M&A – na wat getob voor een bv. “Ik had het gebouw en de naam overgenomen,” vertelt ze. “Ik had de aandelen, maar ik zat te dubben over de rechtsvorm.”
Wilde Smits bijvoorbeeld alle zeggenschap of partners aandeelhouder maken? Op beide vragen werd het antwoord uiteindelijk nee. “Ik wilde graag een democratie, waarbij iedereen die in vaste dienst is bij het kantoor werd betrokken. Van de secretaresse tot de langstzittende partner. One person one vote.”
Als coöperatie werd er bij Wintertaling vooral in de kosten gedeeld, blikt Smits terug. “Bij een bv ben je juist deel van een grote praktijk. Dat gaf de doorslag, want dat laatste haalt de focus op de kosten weg en zorgt ervoor dat je gezamenlijk kunt ondernemen. Het risico wordt gedragen door meer schouders.”
Een verademing
En zo geschiedde. Bij Wintertaling neemt de deelnemersvergadering tevens de besluiten en heeft het bestuur de dagelijkse leiding. “Deze platte organisatie werkt ontzettend goed. Het komt de sfeer en de onderlinge verhoudingen ten goede. Men voelt zich geaccepteerd en veilig. Daarnaast zorgt het voor een fijne werkverdeling, inzet en er is vertrouwen in elkaar.”
Doordat niet alleen een handjevol partners profiteren van de winstdeling is er geen sprake van een graaicultuur, zegt Smits. “De eerste keer vond ik het wel spannend om te beargumenteren hoe het resultaat zou worden verdeeld. Ik vroeg me af wat de reacties zouden zijn, maar iedereen aanvaardde het meteen. Waarschijnlijk omdat de vergadering zo transparant is.”
Desalniettemin zijn er wel wat aandachtspunten. “Sommige deelnemers weten nog niet goed wat van hen wordt verwacht. Hierdoor krijg je overprestering: de één schrijft heel veel uren, de ander een stuk minder. We proberen daarom niet te werken in het weekend en na negen uur ’s avonds. Ook op andere punten willen we richtlijnen opstellen, bijvoorbeeld over taakverdeling.”
Tot slot is het door de gelijkwaardige verhoudingen soms best wennen om feedback te krijgen van iemand die minder lang in het vak zit. “Ik betrap mezelf erop dat ik dan denk: ga jij hier maar eens zitten,” lacht Smits. “Maar daar leer ik ook van. Ik kan niet anders zeggen: een platte organisatiestructuur is een verademing om in te werken.”