Christ’l Dullaert en Monique van de Griendt schreven twintig jaar geleden ‘De lastige partner’. Het boek gaat over leidinggeven aan een kantoor met eigenwijze professionals zoals advocaten. Hoe is de bestuurscultuur nu, en wat te doen met de komst van AI?
Foto: Een willekeurige bestuurskamer / Shutterstock
“De leiding van advocatenkantoren is sterk geprofessionaliseerd”, laat Dullaert weten. Ze is voormalig advocaat en bekend als medeoprichter van Le Tableau: sinds 2005 het eerste uitzendbureau voor advocaten en notarissen. “Besturen houden zich vandaag de dag bezig met strategische vraagstukken en hebben een duidelijke portefeuilleverdeling.”
Volgens de schrijvers lagen voorheen ‘bijna alle bestuurskwesties bij de maatschap’. Tegenwoordig wordt er meer overgelaten aan een dagelijks bestuur en zijn er meer kantoordirecteuren, aldus Dullaert en Van de Griendt.
Laatstgenoemde is tevens oud-advocaat en richtte in 2003 management advies- en trainingsbureau Dialogue op, recent omgedoopt tot Kyden. “Human resources is ook professioneler geworden en bij kantoren is momenteel veel IT-ondersteuning,” stelt ze. “Daarnaast zijn er medewerkers business development bijgekomen, of – helemaal nieuw – legal designers.”
Strafkorting
Qua diversiteit hebben zich eveneens veranderingen voorgedaan. Zo waren er in 2004 weinig vrouwelijke bestuursleden, en zelfs helemaal geen vrouwen die managing partner waren. Pas in 2011 werd bij een groot kantoor voor het eerst een vrouwelijke managing partner aangesteld (Heleen Kersten bij Stibbe).
Dullaert: “In ons boek schreven Monique en ik dat er meer aandacht moest zijn voor personen met een migratieachtergrond, verschillende leeftijden en LHBTI+. We gaven handvatten om diversiteit te verbeteren, bijvoorbeeld door awareness te creëren.”
Dat is nog steeds relevant voor meer diversiteit, vinden Dullaert en Van de Griendt: de top blijft weinig divers. Ze wijzen ook op borrels en wijnproeverijen: kan dat nog in een multiculturele samenleving? “Ook moeten we letten op seniorisme. In veel maatschapscontracten staat een verplichte vertrekleeftijd. Zestigplussers zouden niet goed kunnen meekomen.”
‘Strafkorting’ voor parttime werkende partners noemen de auteurs ‘een van de best bewaarde geheimen van de bestuurskamer’. “Ja, het bestaat echt”, meldt Dullaert. “Voor degenen die vier dagen werken – veelal vrouwen – geldt bij menig kantoor een strafkorting op het winstdeel. Alleen het woord al…”
Het onveranderde maatschapsmodel
Wat vrijwel ongewijzigd is gebleven is het maatschapsmodel. “De winst wordt daarbij geheel uitgekeerd aan de partners, waardoor er te weinig geld is voor innovatie en investeringen.” Dit terwijl de kans groot is dat er nieuwe toetreders op de markt komen. De twee verwijzen onder meer naar een WODC-rapport genaamd ‘Alternatieve bedrijfsstructuren advocaten‘.
Verder zijn de work-life balance en het geven van feedback binnen advocatenkantoren nog steeds een heikel punt. De ‘kernkwesties’ waarom advocaten lastig zijn aan te sturen, zijn er nog steeds volgens de schrijvers. “Het hoofdstuk ‘Praten met je maten’ is bijvoorbeeld nog steeds relevant, en de passages over goed vergaderen, kunnen we zo weer publiceren,” beweert Van de Griendt
Artificial intelligence
De opkomst van kunstmatige intelligentie heeft tevens de aandacht van Dullaert en Van de Griendt. “If a computer can do your job, find a new job,” stellen ze. Volgens hen zijn er nochtans genoeg mogelijkheden voor de advocatuur om diensten te blijven aanbieden, maar daar moet bewust op worden ingezet.
Met nieuwe toetreders in het verschiet en AI in opkomst, gaat er de komende jaren kortom veel veranderen in de zakelijke dienstverlening. “De jongere generatie kan daarin een belangrijke rol spelen,” verklaart Van de Griendt. “Ook als er weinig jongeren in de maatschap of het bestuur zitten, kan je ze betrekken bij de kantoorstrategie en het vormen van nieuwe ideeën.”
Ook intern, in de organisatie, zal er een hoop anders verlopen. De jonge generatie advocaten is mondiger en ze hebben andere ambities en verwachtingen over hun loopbaan, geven Dullaert en Van de Griendt aan. “Wie durft het tariefmodel aan te pakken, meer met technologie te doen en daarvoor te investeren? Wie heeft er een loopbaan die voor jongeren aantrekkelijk is?”
Spannende tijd
Een spannende tijd, oordelen ze, waarin alle besturen bezig moeten zijn met heroriëntatie en het aanpassen van de strategie. Niet enkel jongeren en cliënten zijn daarvoor belangrijk, ook voorbij de lands- en beroepsgrenzen kijken is van belang – bijvoorbeeld door niet-juristen in het bestuur toe te laten. Partners moeten eveneens bereid zijn geld vrij te maken, vult Dullaert aan.
Een flexibele houding is hierbij onontbeerlijk. Zo’n dertien jaar geleden schreef Dullaert daar een ander boek over: ‘Yoga in je toga’. De sector moest volgens haar flexibeler en creatiever worden in de organisatie van werk, de samenstelling van het kantoor en het aanbod van diensten. Lessen van toen, zijn ook nu bruikbaar.
Linkerbrein, rechterbrein
Advocaten moeten zich focussen op soft skills, betoogt Dullaert: “De meeste linkerbrein-werkzaamheden kunnen worden geautomatiseerd, die van het rechterbrein – verantwoordelijk voor emotie en creatief denken – niet. Een advocaat die de business van zijn cliënt écht snapt, en naast juridisch ook strategisch advies kan geven heeft straks toegevoegde waarde.”
Dat advocaten binnenkort veel handwerk niet meer hoeven te doen, scheelt ‘enorm veel tijd’ volgens Dullaert. AI als de ‘ideale assistent’, waardoor advocaten in de toekomst vooral neppe van echte info moeten kunnen onderscheiden – zo behoeven contracten door AI vaak nog een vakkundige check.
Bovendien moeten advocaten de ethische of strategische implicatie van hun advies kunnen doorgronden. Hierdoor worden de ‘rechterbrein-werkzaamheden’ nog relevanter om onderscheidend te zijn in een wereld van kunstmatige intelligentie. “Het creëren van een creatieve mindset en het verbeteren van het rechterbrein is dan essentieel,” aldus Dullaert.
Meer informatie over de boeken ‘De lastige partner’ en ‘Yoga in je toga’ vindt u hier en hier.