Onlangs publiceerde Bedrijfenjurist een kort portret van global general counsel Rupert Bondy van BP, het bedrijf dat verantwoordelijk is voor het gigantische olielek in de Golf van Mexico. Uit een recente publicatie van Corporate Counsel blijkt echter dat niet zozeer Bondy, als wel John Lynch, het Amerikaanse hoofd juridische zaken van BP, de lead heeft bij de onderhandelingen met de Amerikaanse autoriteiten. Een voorlopige stand van zaken.
De juridische schermutselingen tussen BP en de Amerikaanse autoriteiten begonnen op 5 mei jongstleden, toen attorney generals (AG’s) van vijf Amerikaanse staten (Louisiana, Mississippi, Alabama, Florida en Texas) in een brief aan de betrokken bedrijven eistten dat zij zouden opdraaien voor de schoonmaakkosten. Het gaat om BP, Halliburton Energy Services, Transocean en Cameron International.
In de brief waarschuwen de AG’s de bedrijven ervoor te zorgen om alle documenten, relevant voor toekomstig onderzoek, op te slaan en te bewaren. BP had op dat moment al 25 miljoen dollar aan de afzonderlijke staten toegezegd voor het opruimen van de olie. De AG’s stellen die toezegging op prijs, maar merken daarna op dat het bedrijf veel meer geld zal moeten reserveren. “Clean-up efforts are exptected to last for months or longer – so additional recources will undoubtedly be necessary before our coasts has been properly remediated,” aldus de AG’s.
De brief aan BP was geadresseerd aan Bondy, maar die stuurt zijn locale vertegenwoordiger Lynch op pad voor een ontmoeting met de AG’s. Op 10 mei volgt er een brief van zijn hand, waarin hij stelt dat BP verantwoordelijk is voor het lek, en zal betalen voor de kosten van het opruimen, en ook voor overige schade. Het maximum bedrag (cap) van 75 miljoen dollar, genoemd in de federale Oil Pollution Act, is niet van toepassing. BP zal verder dagelijks rapport uitbrengen over de hoeveelheid en de status van de ingediende schadeclaims. Lynch verzekerd in de brief verder dat BP alle relevante documenten bewaart. “I can assure you that we are making all reasonable efforts to do this professionaly and thoroughly,” aldus Lynch. Het bedrijf heeft op dat moment ook al diverse dagvaardingen aan de broek om documenten veilig te stellen voor toekomstig onderzoek (document-hold demands).
Lynch sprak in 2008 over precies dit onderwerp tijdens de General Counsel West Coast Conference. “There’s no problem that you have that won’t be made worse by destroying documents – no question about that. If we have an obligation to investigate matters, we are going to let de government know what we are doing.”
Corporate Counsel concludeert dat zijn werkgever BP zich vooralsnog aan dit advies lijkt te houden.