Creativiteit en wendbaarheid zijn keihard nodig in een snel veranderende wereld. Weet je wat er op je kantoor afkomt? Zet iemand ‘in een kraaiennest’ op de uitkijk, om ver over de Zuidas heen te kijken.
Een sportschool in Hengelo gaat maandag weer open, als eerste in Nederland. Met een overkapping van 1800 m2 voldoen ze aan alle regels van het RIVM. Dit voorbeeld van wendbaar en creatief ondernemen zal voor de advocatuur niet zomaar opgaan. En toch is het inspirerend, vertelt corporate antropoloog Judith Weuring: “Deze sportschool speelt goed in op de crisis, denkt in oplossingen, verzint een snel antwoord.”
Het is haar vak om de cultuur van organisaties te doorgronden. Ze deed ervaring op in de corporate wereld en nu past zij haar vakgebied onder andere toe in de advocatuur. “De uitdagingen van deze tijd zijn steeds anders, dus moet je als organisatie wendbaar en flexibel zijn, zodat je in deze wereld snel kunt navigeren. Je ziet verandering dan niet meer als risico, maar als interessant gegeven om je creativiteit en ondernemerschap op los te laten.”
Kraaiennest
Om wendbaar te zijn is het essentieel dat je verder kijkt dan je eigen kantoor, je eigen sector, of zelfs de landsgrenzen. Wat komt er op je af? Weuring: “Maak een kraaiennest en zet daar iemand – of een team – in dat bezig is met ontwikkelingen die de sector gaan raken. Open en enthousiaste mensen die meer naar buiten kijken. Zonder hoogtevrees. Ze moeten wereldwijde trends zien, ver over de Zuidas heen. Niet naar de buren kijken, maar echt het voortouw nemen in hoe je de ontwikkelingen die ogenschijnlijk heel ver weg liggen – zowel kansen als crises – toch snel oppikt en vertaalt naar je eigen organisatie.”
Weuring kijkt zelf bijvoorbeeld naar ‘new tech’ startups die de bestaande markten omvergooien met nieuwe diensten en producten. “New techs werken vaak in zelfsturende teams om snel de beste ideeën te kunnen ontwikkelen en zo wendbaar mogelijk te kunnen blijven. Zonder meteen een volledig zelfsturende organisatie te worden, is dit ook bruikbaar in de advocatuur. Hierbij zijn de jongste generaties de key players. In de new tech zijn het de 25-jarige developers die hele industrieën bepalen; ook in de advocatuur moet je de jongere lagen meer laten ondernemen, laat ze zelf bepalen wat ze doen en hoe ze dat doen. Zij kunnen sneller inspelen op de snel veranderende wereld. En ze schakelen de oudere partners echt wel in als ze ergens hulp bij nodig hebben.”
Weuring weet ook wel dat menig advocatenkantoor nog niet zover is. “De advocatuur is vrij traditioneel, met over het algemeen een sterke hiërarchie en veel bestaande processen. Als antropoloog onderzoek ik de patronen, de onzichtbare lijntjes tussen mensen, de onderliggende opvattingen, de ongeschreven regels die een groep binden. Deze kunnen namelijk je strategie zowel positief als negatief beïnvloeden. Dit alles zie je niet meer als je onderdeel bent van die groep. Maar met meer inzicht daarin, kun je bepalen of je als organisatie de goede kant op gaat. Als deze informatie op tafel ligt, kun je er iets mee, bijvoorbeeld de juiste mensen aannemen, de leiderschapsstijl aanpassen of op een andere manier communiceren. In alle gevallen is het nuttig om te kijken wat er nu gaande is en daar een keuze in te maken. Anders overkomt het je allemaal. Bewust bekwaam worden dus. Misschien is de grootste winst van goed naar je cultuur kijken wel dat je meer controle over je kantoor krijgt, doordat je beter weet wat er speelt.”
Essentiële informatie dus voor het leiderschap, bezweert Weuring. “Als goed leider kun je je kantoor door deze snel veranderende wereld heen navigeren. Het is heel belangrijk om als leider goed te communiceren, een duidelijke structuur te hebben en echt naar je mensen te luisteren, ook naar de jongeren. Geef de ondernemers binnen kantoor de ruimte. Dan kun je met je kantoor deze veranderingen aan.”
De structuur waar Weuring naar verwijst is een plan voor de komende tijd. Ook een crisisplan. “En de discipline om het uit te voeren; pak het er regelmatig bij, gebruik het als houvast voor vervolgstappen. Ook daarin kun je van new tech leren: je denkt iets uit, werkt eraan, kijkt of het goed gaat, maakt fouten, spreekt elkaar erop aan en stuurt bij waar nodig.”