Het Nederlandse kantoor van Dentons, dat recent de naam Boekel losliet, is volgens De Stand 2020 het snelst gegroeide advocatenkantoor in de periode 2016-2020. Marien Glerum (Benelux Managing Officer) en Country Managing Partner Wendela Raas vertellen hoe de omzet en head count verdubbelden.
Door Erik Jan Bolsius
Foto: Roel Dijkstra Fotografie
Als de inrichting van het kantoor symbool staat voor de ontwikkeling ervan, zegt een bezoek aan de Zuidas-locatie van Dentons meer dan duizend woorden. Ooit, toen de naam Boekel De Nerée nog trots op het dak prijkte, was de inrichting van het pand aan de Zuidas nogal traditioneel. Hokkerig ingedeeld, systeemplafonds. Inmiddels is hetzelfde gebouw volledig gerestyled, net als het advocatenkantoor dat het huisvest.
Managing Officer Marien Glerum over de verbouwing: “Dit gebouw past bij de nieuwe fase van ons kantoor, het kan onze groei faciliteren. We hebben extra meters gehuurd die we een aantal jaren geleden nog hadden afgestoten, zodat er meer ruimte is om samen te werken. Nee, geen flexplekken, dat werkt niet voor ons. Iedereen zit best veel achter zijn computer, dan wil je wel een eigen werkplek hebben.”
Managing Partner Wendela Raas hield zich persoonlijk bezig met de kantoorinrichting, waarbij ze de nadruk legde op veel groen in het kantoor, transparantie en een ‘work cafe’, een stijlvol ingerichte hangplek voor kantoortijgers. “We lunchen er samen en kunnen er informeel overleggen, ook met cliënten. Dat werkt erg goed!” Een dergelijke plek vindt ze belangrijk voor het creëren van een gezamenlijke cultuur in de snelgroeiende organisatie. In 2017 werkten er 55 fee-earners, inmiddels zijn dat 110 advocaten, notarissen en fiscalisten.
Het is essentieel dat iedereen elkaar goed leert kennen, benadrukt Raas een aantal keer tijdens het gesprek. Daarom gaat bijvoorbeeld het hele kantoor jaarlijks samen skiën en zaten ze vorig voorjaar met alle 175 medewerkers twee dagen ‘op de hei’. Glerum: “In die heisessie kwamen we samen om te praten over de ontwikkeling van het kantoor en onze strategie. Echt iedereen gaat dan mee. Daar was ook het Europese management van Dentons bij aanwezig.”
Over de snelle groei van het kantoor vertelt Glerum: “We wilden een aantal expertises toevoegen, zodat we meer full-service zijn dan voorheen. Onder meer een fiscale praktijk, die van belang is voor onze internationale werkzaamheden. Maar ook lokaal groeit de vraag naar expertise in overnames, banking, intellectueel eigendom en vastgoed, wat vanouds al een stevige pijler was.” Raas vult aan: “We werken nu met een goede mix van nieuwe collega’s en partners die voor de fusie al uit interne gelederen waren benoemd. De fusie heeft hen geholpen sneller te groeien, zeker ook omdat er veel interessante cliënten via de internationale collega’s komen.”
Wereldwijd kantoor
Na de fusie met het internationale Dentons heette het kantoor nog een aantal jaren Dentons Boekel. Maar inmiddels is ook de laatste verwijzing naar het oude kantoor, Boekel De Nerée, van het dak getakeld. Glerum legt uit waarom: “We wilden de markt eerst laten wennen aan de naam Dentons, die nieuw was in Nederland. De integratie is nu voltooid.” Hij benadrukt dat het grootste deel van de kantooromzet, meer dan zestig procent, nog steeds uit Nederland komt, al zijn dat vaak wel bedrijven met een internationaal karakter.
Raas, die als advocaat een vastgoedpraktijk heeft, vertelt dat de internationale vastgoedondernemingen, die ook in Nederland werken, blij waren met de fusie: “Investeerders willen een vertrouwde naam zien, zo kunnen ze ook hier met ons werken, dankzij onze internationale naam en netwerk.” Snel corrigeert ze zichzelf, het woord netwerk is niet goed gekozen. “We zijn one firm, een wereldwijd kantoor, en juist geen netwerk. We hebben een groot shared services center voor Europa in Polen, waarvandaan marketing, finance, business development, IT en HR worden geleverd. We delen kennis, ontwikkelen samen nieuwe diensten, leren veel van elkaar.’
Dentons mag in Nederland dan in omvang verdubbeld zijn naar 110 fee-earners (en ná dit interview werden er nog eens zes nieuwe partners benoemd, red.), de Zuidas-vestiging blijft een vlekje op de wereldkaart van meer dan 10.000 fee-earners. Hoe zorg je als klein land dat je in een dergelijk groot kantoor gezien wordt? Glerum en Raas vertellen dat het geen zin heeft om te wachten op referrals uit andere landen. Glerum: “Het management zit verdeeld over verschillende locaties. Dentons heeft geen hoofdkantoor, we noemen dat polycentrisch, wat onder andere betekent dat er geen dominante cultuur is vanuit een kantoor. Elk kwartaal komen de Europese managing partners en managementteams bij elkaar, op wisselende plekken, wat we ook proberen te combineren met bijeenkomsten met medewerkers van het lokale kantoor en met cliënten. Persoonlijk contact blijft het allerbelangrijkst voor het creëren van goede onderlinge relaties.”
Met de Nederlandse inbreng in het internationale kantoor zit het sowieso wel goed, nu Raas ook lid is van de European en Global Boards van het kantoor. Hoe combineert ze drie managementbanen en een advocatenpraktijk? Raas: “Het waren tropenjaren, maar de zaak staat in Nederland goed op de rit. Zo’n snelle groei van omzet en personeel is niet meer nodig, dus mijn managementrol kan een stuk kleiner. En die Global Board is waanzinnig leuk om te doen. We hebben het bijvoorbeeld over de strategische vraag wat we als kantoor willen met de niet-legal advisory kant, die veel cliënten vragen. En er spelen veel vragen over risicomanagement, internationale dossiers met reputatierisico’s, voor welke cliënten wil je werken? We kijken ook constant naar de geopolitieke ontwikkelingen. Waar worden economische sancties genomen, welke conflicten spelen er? Dat moet wel, want we zitten in landen waar je daar scherp op moet zijn. Dat soort beslissingen nemen we in de Global Board.”
Efficiëntere dienstverlening
Ook al zit Raas in het internationale bestuur van het kantoor, het werk komt nog steeds niet vanzelf naar Amsterdam. Ondernemerschap is essentieel, stelt ze. “Onze partners gaan er actief op uit om business te ontwikkelen en ze creëren samen nieuwe diensten. In 2019 waren we binnen Dentons het snelst groeiende kantoor in Europa.”
Het feit dat het Nederlandse kantoor onderdeel is van een groot internationaal kantoor maakt het wel makkelijker om op nieuwe cliënten af te stappen, onderkent Raas. Zo hebben ze makkelijker toegang tot ‘panelcliënten’. “Een groot bedrijf waar, bijvoorbeeld, de Engelse collega’s al langer voor werken vanuit een vast panel, kunnen we actief benaderen om vergelijkbare diensten ook in andere landen aan te bieden.”
De grote bedrijven waar Dentons wereldwijd voor werkt verwachten een innovatief advocatenkantoor, benadrukt Glerum. Hij verwijst naar een recent ontwikkelde softwaretool, die een multinational kan gebruiken voor het doorbelasten van de interne kosten van het hoofdkantoor naar lokale vestigingen. De softwaretool berekent deze kosten, waar dat voorheen handmatig gebeurde. Glerum: “Alle Dentons-clienten kunnen deze tool gebruiken. De ontwikkelaars brengen dit intern aan de man via een roadshow langs de kantoren, waarmee ze laten zien hoe zo’n tool helpt om cliënten beter te adviseren.”
Het idee dat dit soort automatisering leidt tot minder declarabele uren voor de advocaten, vegen Raas en Glerum van tafel. Raas: “Cliënten willen innovatieve vormen van advisering en begeleiding, zodat ze efficiënter kunnen werken. Het is in ons aller belang om ze daarbij te helpen.” Glerum: “Een klant wil meer value voor money. Die zoekt niet naar innovatie op zich, maar naar efficiëntere dienstverlening. Dat kunnen wij onder andere bieden via goede legal tech-oplossingen. Het zou een gemiste kans zijn om dat niet te leveren.”
Een veelgevraagde techniek, die Dentons naar verluidt al actief in gebruik heeft, is due diligence-software. Dit tijdrovende proces waarbij voorheen een heel contingent stagiairs werd opgesloten in een donkere kamer om alle contractvoorwaarden bij een overname te vergelijken, zou nu met een druk op de knop kunnen. Glerum bevestigt dat ze die software gebruiken, maar is ook eerlijk over de beperking ervan: “Data vergaren kan grotendeels automatisch, maar de interpretatie blijft mensenwerk. De vraag is of je durft te vertrouwen op zulke software. Onze mensen moeten er mee leren werken en we checken de uitkomsten nog steeds heel goed.”
‘Beyond legal’
Raas vertelde eerder in het gesprek al dat Dentons ook andere diensten dan puur juridisch advies ontwikkelt. Aan het eind komt Glerum erop terug. “Bestaande cliënten vragen soms of we ‘beyond legal’ kunnen gaan. Voor hen ontwikkelen we services die de Big Four-accountants ook steeds vaker bieden. Al zullen we niet snel concurreren met accountants, alleen waar we echt zelf meerwaarde kunnen bieden. We noemen ons niet voor niks de law firm of the future.’ Raas licht dit toe met een concreet voorbeeld: “In Nextlaw, ons innovatieplatform dat eigendom is van Dentons, zitten zeven verschillende bedrijven. Zij houden zich bezig met verschillende activiteiten, van softwareontwikkeling tot Government Relations en Public Affairs-advies, en ook een denktank van voormalige general counsel, die cliënten kunnen bijstaan. Als een cliënt advies vraagt over het opzetten van een vestiging in een nieuw land, hebben we naast juridisch advies dus ook experts voor government relations, waaronder voormalige premiers van die landen. Die vorm van dienstverlening heeft zeker meerwaarde.”
Glerum en Raas zijn optimistisch over de toekomst van het internationale kantoor. Glerum: “Het is een combinatie van de ondernemingsspirit van onze partners, de global reach, en innovatief werken. Als je dat goed doet, slaag je hier en bedien je de mooiste cliënten.”
Dit interview is eerder verschenen in het jongste nummer van Advocatie Magazine, met hierin onder meer De Stand van de Advocatuur en het Notariaat 2020. Klik op de cover om te lezen.