In het derde jaarlijkse rapport Global Business Risk van Ernst & Young, gepubliceerd op 22 juli jongstleden, wordt geconstateerd dat organisaties in alle bedrijfstakken te maken hebben met bedreigingen, nu de wereldeconomie voorzichtig opklimt uit de recessie. Het gaat niet alleen om bekende, maar ook om nieuwe bedreigingen die een remmende werking hebben op de ontwikkeling van bedrijven. Op plaats nummer 1: onzekerheid over regulering en compliance.
In een serie diepte-interviews stelden ruim zeventig directeuren en analisten van toonaangevende ondernemingen binnen veertien verschillende branches een overzicht op van de belangrijkste zakelijke risico’s voor elke sector voor het komende jaar:
1. Regulering en compliance (2)
2. Toegang tot krediet (1)
3. Slecht economisch herstel of double-dip recessie (3)
4. Managen van talent (7)
5. Opkomende markten (12)
6. Bezuinigingen (6)
7. Niet-traditionele toetreders tot de markt (5)
8. Milieu (4)
9. Maatschappelijk verantwoord ondernemen (nieuw)
10. Het uitvoeren van samenwerkingsverbanden en transacties (8)
Marinus de Pooter, director Risk Advisory en solution leader Enterprise Risk Management bij Ernst & Young Nederland: “Evenals in voorgaande jaren tonen de nieuwe risico’s aan dat voortdurende alertheid van bestuurders en toezichthouders geboden blijft.”
Grootste zorgen
Binnen de meeste sectoren kwam de onzekerheid als gevolg van veranderende wet- en regelgeving en compliance opnieuw als grootste bedreiging naar voren. Dit werkt volgens de respondenten remmend op de zakelijke besluitvorming. Ook de toegankelijkheid van krediet en de dreiging van voortdurende zwakke economische prestaties in sommige delen van de wereld stonden hoog op de ranglijst van mogelijk zorgwekkende punten.
Nieuwe uitdagingen
Werving en behoud van talent blijken dit jaar aanzienlijk te zijn gestegen op de risicoladder. Dat geldt ook voor zakendoen met opkomende markten. Risico’s in verband met maatschappelijke acceptatie en maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) zijn dit jaar nieuwkomers op de ranglijst. Hierdoor ontstaat het beeld dat het bedrijfsleven te maken krijgt met andere uitdagingen, nu het economisch herstel vorm begint te krijgen. De Pooter: “Het normale leven lijkt weer op gang te komen. Bedrijven gaan zich weer richten op de vraag hoe ze beschikbaar talent kunnen inzetten in de concurrentiestrijd. Ze kijken niet meer alleen naar de risico’s, maar ook naar de kansen die investeren in opkomende markten biedt. Aan de andere kant is de toegankelijkheid van financiering nog steeds het op één na grootste risico waar ondernemingen mee te maken krijgen, met het risico van een nieuw dieptepunt in de recessie als derde op de ranglijst. Alle ogen moeten op de bal gericht blijven; bedrijven kunnen zich nu niet veroorloven de aandacht te laten verslappen.”
Analyse per sector
Uit het rapport komt naar voren dat risico’s in de afzonderlijke sectoren op verschillende manieren tot uitdrukking komen. Vermogensbeheerders, het bankwezen en, zij het in mindere mate, verzekeringsmaatschappijen krijgen na de mondiale financiële crisis te maken met een politieke reactie en grondige herzieningen van wet- en regelgeving.
Olie en gas, vastgoed-, mijnbouw- en metaalindustrie worstelen met overheidsmaatregelen als gevolg van beperkte beschikbaarheid van middelen. Organisaties in de overheidssector moeten het hoofd bieden aan lastige besluiten van politieke leiders, die onder grote druk staan. Gebrek aan toegankelijkheid van krediet, tweede op de ranglijst van voornaamste risico’s, blijkt op de diverse sectoren een verschillende uitwerking te hebben. Dit kan variëren van naijlende kwaliteitsproblemen met kredieten in het bankwezen, tot aan toegang tot kapitaal bij bijvoorbeeld energiemaatschappijen en nutsbedrijven.
De Pooter concludeert: “Het is duidelijk dat organisaties binnen alle sectoren de omgeving moeten blijven afspeuren om opkomende risico’s vroegtijdig te onderkennen. Nu meer dan ooit tevoren is het vermogen om te anticiperen op bedreigingen en er adequaat op te reageren door het bedrijfsbeleid er voortdurend op aan te passen, een kritieke factor in het sturingsproces.”