Een heel team advocaten dat vertrekt naar een concurrent: het kan de beste overkomen. Het Rotterdamse Kneppelhout & Korthals heeft er dit jaar al een paar keer mee te kampen gehad. Wat doe je eraan en hoe overleef je zo’n aderlating? Een inzicht in twee Rotterdamse keukens, die van Kneppelhout en van Ploum, dat een paar jaar geleden oprichters zag vertrekken.
Door Erik Jan Bolsius
“Nee, het zou flauw zijn, en niet eerlijk naar de vertrokken collega’s, om te zeggen dat dit het beste is wat ons kon overkomen. Maar ik denk dat we er nu beter voor staan dan een jaar geleden,” vertelt managing partner Marc Padberg (foto) over de situatie bij Kneppelhout & Korthals.
Het is zeker geen troosteloze boel bij het kantoor, na het vertrek van het negenkoppige IP-team, acht collega’s uit de douane- en logistiek-praktijk en oud managing-partner Joost Vrancken Peeters. Integendeel: onder het motto never waste a good crisis heeft het kantoor de boel flink onder handen genomen.
“We zijn binnen het kantoorgebouw verhuisd, want we hadden wel wat ruimte over. Ons nieuwe kantoor is prachtig, en heel erg 2025,” zegt Padberg enthousiast. En passant werd er een einde gemaakt aan de open spaces, een recent doorgevoerd kantoorconcept dat toch niet beviel. “We hebben kamers met veel glas, heel open, waar vier advocaten samenwerken, maar we zitten niet meer met zijn allen in een grote kantoortuin.”
Meer focus
Er is niet alleen intern verhuisd, ook andere vaste lasten zijn volgens Padberg tegen het licht gehouden. En het kantoor heeft meer focus: “We gaan ons richten op een aantal core-markten: handel, regulatory, logistiek, Food en Agri, Bouwen, Wonen en leefomgeving. Dit zijn afgebakende gebieden, die gaan we meer smoel geven.” Het was het tafellaken-servet verhaal, vertelt Padberg openhartig. “Of je bent een nichekantoor met een smoel, of groot. Er tussenin zit niet zoveel. Wij hebben gepoogd een groter kantoor te ontwikkelen, maar zijn daar niet goed in geslaagd. Dat is niet erg, maar dan moet je je herbezinnen. Dit leidde ertoe dat het IP-team een groter kantoor opzocht, dus trokken ze bij het internationale Eversheds Sutherland in.”
Ging het dan allemaal vlekkeloos? Padberg: “Er zijn heus harde woorden gevallen het afgelopen jaar, maar ik ga niet met wrok achteromkijken. Als je het zwaar hebt, moet je sportief leven en alle energie steken in de business die vooruitgaat. Ik ben ook mediator en zie het als mijn rol om te zorgen dat alles netjes geregeld wordt. Ruziemaken is het domste wat je kunt doen. We hebben goede afspraken gemaakt met alle vertrekkende partners, beëindigingsovereenkomsten opgesteld en afspraken gemaakt over de equity, zodat de boel ook niet ineens leeg wordt getrokken.”
Als bewijs voor het goed uit elkaar gaan, verwijst Padberg naar de goedbezochte reünistenborrel voor het veertigjarig bestaan van het kantoor van vorige week. “Iedereen wordt daarvoor uitgenodigd. Ook de compagnons die net drie maanden weg zijn.”
Concurrentiebeding
Hoe gaan de advocaten zelf om met het concurrentiebeding, waar ze namens cliënten in de arbeidsrechtpraktijk maar wat vaak een beroep op doen? Padberg: “Ik heb daar niks mee. Binnen de groep van compagnons hebben we sowieso geen concurrentiebeding, een aantal medewerkers heeft dat wel, maar die streep ik door. De klant hoort dat te bepalen en niet de advocaat.”
Padberg kijkt uit naar het nieuwe jaar, vertelt hij. “We hebben een raar jaar achter de rug. Per 1 januari krijgen we drie nieuwe partners, uit de eigen groep. Ik heb geleerd dat we goed op de sfeer moeten letten. De mensen blijven alleen als ze echt zin hebben om naar kantoor te gaan. Ze moeten niet met lood in de schoenen binnen komen.” Hoe Kneppelhout dat doet? Padberg, lachend: “Ik word wel als brombeer versleten, maar ik ben echt geïnteresseerd in mijn collega’s en maak daar tijd voor. We lunchen samen, investeren in onze mensen. Niet alleen in onderwijs of salaris, maar ook in een goede balans tussen werk en privé, het bezoeken van een seminar. De bottom line: wees betrokken bij je mensen, anders krijg je geen team.”
Kernwaarden herdefinieren
De Rotterdamse concurrent Ploum zag net als Kneppelhout & Korthals in 2017 een aantal collega’s vertrekken, waaronder drie oprichters. Naamgevers Jeroen Princen en Duco Lodder en medeoprichter Peter de Waal vertrokken vlak achter elkaar, eind 2017. Ploum heeft snel weer de goede vaart gevonden en was in 2018 het snelst groeiende advocatenkantoor.
Wat adviseert bestuursvoorzitter Rutger Ploum (foto) kantoren die te maken krijgen met teams die vertrekken? “Bepaal snel weer je eigen strategie. Wat voor kantoor willen we zijn over vijf jaar? Dat doe je niet tijdens een vrolijk etentje, daar moet je serieus voor gaan zitten. Waar gaat het kantoor heen, wat wordt onze positie? Wij hebben een rebranding doorgevoerd met een marketingbureau, onze kernwaarden opnieuw gedefinieerd. Daar is het hele kantoor bij betrokken. We wilden groeien, een aantal rechtsgebieden erbij en zorgen dat achter elke ervaren compagnon een jongere compagnon kwam te staan.”
Ploum baarde vorig jaar opzien met een opvallende marketingcampagne die twee prijzen won voor de beste campagne van 2018. Rutger Ploum: “Die was mooi, maar we moeten er ook dagelijks naar handelen. Wij zijn heel klantgericht, dat laten we ook zien door klanten over ons te laten praten in de advertentiecampagne. Maar we gaan ook naar ze toe om te vragen wat we anders moeten doen, hoe ze ons zien.”
Om de strategie van het kantoor levend te houden, is het volgens Ploum niet voldoende om maar gewoon je werk goed te doen. “Daar besteden we veel aandacht aan. Het is een echt bedrijf, dus stellen we jaarlijks samen onze doelen vast.”