Als herbenoemingen na een periode van vier jaar geen automatisme zijn, kan 98% van de beursondernemingen het quotum voor het aantal vrouwen in de Raad van Commissarissen voor 2016 halen. Dit blijkt uit recent onderzoek van prof. dr. Mijntje Lückerath-Rovers van de Erasmus Universiteit en Nyenrode. Voor Raden van Bestuur is het percentage 68%, minder gunstig omdat een honderdtal bestuurders nog is benoemd voor onbepaalde tijd.
In december 2009 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel goedgekeurd waarin een streefgetal van minimaal 30% vrouwen in Raden van Bestuur en Raden van Commissarissen van grote NVs en BVs is opgenomen. De Eerste Kamer heeft overigens nog niet ingestemd met dit wetsvoorstel.
Lückerath-Rovers is universitair hoofddocent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en hoogleraar Corporate Governance aan Nyenrode Business Universiteit. Zij onderzocht de haalbaarheid van het quota-wetsvoorstel voor beursgenoteerde ondernemingen. Lückerath-Rovers: “Ook de Corporate Governance Code stelt dat herbenoeming geen automatisme moet zijn en slechts plaats moet vinden na zorgvuldige overwegingen, waarbij ook bij herbenoemingen de profielschets in acht moet worden genomen. Het quotum is dus misschien niet haalbaar voor álle beursondernemingen, maar wel voor de overgrote meerderheid.”
De belangrijkste resultaten uit het onderzoek zijn: