Het zogenoemde In-house lab van de Universiteit van Chicago is een groot succes. Grote bedrijven als Microsoft, Accenture en Sony doen eraan mee, en de rechtenstudenten zijn enthousiast. In het In-house lab werken derde- en vierdejaars rechtenstudenten aan echte problemen van echte bedrijven. Die bedrijven sparen geld uit, want de studenten kosten niets, aldus Corporate Counsel.
De studenten worden bij hun werk begeleid door de bedrijfsjuristen van deelnemende bedrijven en docenten van de universiteit. Het idee werd bedacht door decaan David Zarfes. Hij kwam op het idee omdat “students in the classroom didn’t know what I was talking about when I used everyday concepts in transactional law”.
De studenten werken in teams. Ze worden individueel beoordeeld op kwaliteit, samenwerking met de cliënt en hun vermogen om met anderen samen te werken. Deelnemende bedrijven betalen niet voor het werk, maar een donatie aan de universiteit wordt natuurlijk wel op prijs gesteld.
Sommige projecten zijn relatief eenvoudig en kosten enkele dagen, maar er zijn ook projecten waar maanden aan wordt gewerkt. Concreet voorbeeld van dat laatste: samen met Microsoft werkten studenten aan een leidraad over corruptiebestrijding in het buitenland. Die leidraad is gepubliceerd door de American Bar Association.
Volgens bedrijfsjurist John Frank van Microsoft is het werk van de studenten van onschatbare waarde geweest. Ze bestudeerden rechtszaken en toespraken en spraken zelf ook met deskundige advocaten. “Dat allemaal laten doen door een advocatenkantoor is veel te duur,” aldus Frank.
Op dit project komt nog een vervolg. Binnenkort is er een conferentie over hetzelfde onderwerp, en dan vooral over de grijze gebieden bij het bestrijden van corruptie. De studenten hebben de voorbereiding van de conferentie op zich genomen. Frank: “Ik wou dat er zoiets geweest was toen ik studeerde.”