Stephen Preston, een carrièrejurist met een lange staat van dienst bij verschillende overheden en in de advocatuur, is door president Barrack Obama voorgedragen als de nieuwe general counsel van de CIA. Hij krijgt te maken met vraagstukken waarmee elke general counsel te maken krijgt – arbeidsrecht, onroerend goedkwesties en contractenrecht – maar ook met bijzondere problemen. Wanneer monden ondervragingstechnieken uit in marteling? In welke gevallen mag de CIA oorlogsmisdadigers rekruteren?
Preston wil zelf de pers niet te woord staan, in afwachting van de goedkeuring van zijn benoeming door de Senaat. Corporate Counsel Magazine sprak echter wel met een aantal kennissen van Preston, en ook met kenners van het gesloten wereldje van de CIA.
Eén van hen is Jamie Gorelick, collega van Preston bij advocatenkantoor WilmerHale. De twee werkten nauw samen gedurende het tijdperk Clinton. Volgens Gorelick is Preston “erg slim en extreem bedachtzaam, voorzichtig, betrokken en transparant”. De carrières van Gorelick en Preston zijn sterk met elkaar verbonden: de twee volgden elkaar voortdurend in verschillende functies bij achtereenvolgens het U.S. Department of Defense, Department of Justice en de U.S. Navy, met afwisselend Gorelick en Preston als ‘boss’. Volgens Gorelick begrijpt Preston de “verschillen tussen de wereld van de openbaarheid en die van de beslotenheid, en de verschillende rollen die de CIA moet vervullen”.
In zijn eigen praktijk als advocaat vertegenwoordigde Preston cliënten uit de luchtvaartindustrie, waaronder Boeing, en de militaire industrie. Verder staat hij bekend als een specialist in het verkrijgen van toestemming van mededingingsautoriteiten voor grote fusies. In 2996 leidde hij het team dat de fusie tussen Lucent Technologies International (New Jersey) en Alcatel (Frankrijk) beklonk.
Troubled times
Preston komt in een moeilijke tijd aan het hoofd van de honderd man sterke juridische afdeling van de CIA te staan. Zijn voorganger John Rizzo, een CIA-veteraan met dertig jaar ervaring in het inlichtingenwerk, wordt zeer kritisch bejegend omdat hij de dienst gebruik liet maken van discutabele verhoormethoden, waaronder waterboarding (schijnverdrinking). Voormalig president Bush probeerde Rizzo in 2006 nog benoemd te krijgen als ‘permanent general counsel’, maar moest die nominatie terugtrekken na fel verzet van onder meer Democratische senatoren en mensenrechtenorganisaties.
Voor Preston betekent dit dat hij afstand zal moeten houden van zijn voorganger. Waar andere general counsels eerst ervaring opdoen als rechterhand, zal Preston het meteen zelf moeten doen. Het is daarbij geen voordeel dat hij advocaat is geweest, zegt A. John Radsan, voormalig assistent general counsel bij de CIA. “Preston moet het vertrouwen winnen van de mensen binnen de CIA, anders zal men hem heel snel in het vijandelijke kamp indelen”. Hij voegt daar aan toe dat binnen de CIA de operationele mensen in het veld worden gezien als de helden, advocaten zijn de “nerds”.
Een andere voorganger, Jeffrey Smith, sprak onlangs met Preston. Volgens Smith is general counsel bij de CIA een prachtige klus. “Het is een fascinerende en unieke uitdaging.” (4 juni 2009)