Dragen bedrijfsjuristen bij aan de commerciële waarde van een bedrijf? Daar blijken bedrijfsjuristen anders over te denken dan CEO’s: waar 38% van de bedrijfsjuristen denken dat ze ‘zeer sterk’ bijdragen aan die waarde, geldt dat slecht voor 14% van de CEO’s. Dat blijkt uit het onderzoek From in-house Lawyer to Business Counsel, geschreven door twee partners van het Engelse advocatenkantoor Nabarro.
Voor het boek interviewden de partners Jonathan Warne en Peter Williamson 81 bedrijfsjuristen en 13 CEO’s. De geïnterviewden kregen onder andere een waardenpyramide voorgelegd, waarbij ze moesten aangeven in hoeverre bedrijfsjuristen worden betrokken bij stragische planning en besluitvorming op het hoogste niveau. Slechts 3% van de bedrijfsjuristen beantwoordt die vraag met ja. Dat percentage staat in schril contrast met de aspiraties: eenderde geeft aan dat ze in 2015 wél bij de belangrijkste strategische beslissingen van de onderneming betrokken zullen zijn.
Volgens The Lawyer, dat verslag doet van het onderzoek, moeten in-house lawyers binnen het bedrijf voortdurend de perceptie overwinnen dat ze alleen maar in de weg liggen met moeilijke juridisch bezwaren. De vraag is dan in hoeverre bedrijfsjuristen ook vinden dat ze bij moeten dragen aan het commerciële succes van de onderneming. Hier blijken de cijfers anders te liggen: 51% van de bedrijfsjuristen is die mening toegedaan, tegen 54% van de CEO’s. Een op de zeven bedrijfsjuristen zegt helemaal niet bezig te willen zijn met added value, een mening die door geen enkele CEO wordt gedeeld.
General counsel Lizz Kelly van Nationwide Building Society verwoordt de tegenstelling aldus: “I want lawyers in our team to be seen as business advisers with their legal hats on, and not the other way around. That creates a much better rapport with the business. But you still need to be mindful of the need for independence and not to become a ‘yes’ person.”
European general counsel Chris Barnard van Coca-Cola stelt dat bedrijfsjuristen in het huidige tijdsgewricht meer worden betrokken bij de commerciële bedrijfsvoering. Hij vraagt zich echter tegelijk af of het natuurlijke conservatisme en de hoge mate van zelfstandigheid van advocaten niet in de weg staan aan het zijn van een goede manager.