We vroegen Ruud Harinck van Voxius en Maarten de Haas van RaymakersvdBruggen om hun gedachten over het salarisonderzoek bedrijfsjuristen op papier te zetten. Harinck: “We lopen toch nog te vaak tegen advocaten aan die erg teleurgesteld blijken te zijn als ze een salarisaanbod van een bedrijf krijgen om in dienst te komen.” De Haas: “De salarissen in de verschillende ervaringscategorieën passen redelijk goed bij de niveaus voor advocaten in dienstverband bij commerciele, middelgrote tot grotere kantoren.”
Ruud Harinck – Voxius
Wij zien geen opvallende zaken vergeleken met 2007, toen wij het voor het laatst hebben gemeten. De economische recessie heeft nog weinig invloed op gehad, hooguit zou je kunnen zeggen dat de stijging van salarissen van de afgelopen jaren niet verder is doorgezet. Er is overigens wel een andere methodiek gebruikt, zodat één op één vergelijken met de resultaten van 2007 niet mogelijk is.
De uitslagen kloppen wel met wat wij in de praktijk zien, dus het lijkt redelijk representatief. Wel valt op dat de energiesector nog steeds erg goed betaalt. Dat heeft wat ons betreft te maken met de vele buitenlandse juristen die in die sector werken. Die hebben weliswaar deze enquête waarschijnlijk niet ingevuld, maar hun Nederlandse collega’s wel.
De financiele sector komt wat karig over in dit onderzoek, maar dat zou kunnen komen doordat relatief veel jongere juristen uit die sector de enquête hebben ingevuld. Op senior niveau zien wij in de praktijk namelijk niet dat de salarissen lager liggen dan in andere sectoren, integendeel. Wat ook opvalt is dat de IT sector lager scoort dan een paar jaar geleden. Die behoorde ten tijde van de internethype tot de beste betalers, maar die tijd ligt ver achter ons.
Wat mij persoonlijk opvalt is dat we op dit moment heel wat minder dan andere jaren gebeld worden door juristen die met hun baas willen onderhandelen over hun salaris. Dat zal zeker met het economsich klimaat te maken hebben. Werkgevers bellen nog wel – zo tegen het einde van het jaar, als ze met de budgetrondes bezig zijn – maar meer omdat ze bevestiging willen dat ze niet uit de pas lopen. Pas op de plaats dus, en dit lijkt niet het ideale moment om nu eindelijk eens tegen je baas te gaan vertellen dat je al jaren te weinig verdient.
Met name voor medewerkers van de grote advocatenkantoren is het nuttige informatie om te zien wat er zoal in het bedrijfsleven betaald wordt. We lopen toch nog vaak tegen advocaten aan die erg teleurgesteld blijken te zijn als ze een salarisaanbod van een bedrijf krijgen om in dienst te komen. De allergrootste kantoren betalen nu eenmaal beter dan de allergrootste bedrijven. Je kunt in een onderneming wel een lange carriëre opbouwen, en dat is in het “up or out systeem” van de grote advocatenkantoren maar voor een handjevol weggelegd. Het vergelijken van salarissen van advocaten en bedrijfsjuristen is dus eigenlijk een appels en perenverhaal.
Maarten de Haas – RaymakersvdBruggen
Het Nationaal Juridisch Salarisonderzoek Bedrijfsjuristen biedt een mooie verzameling data van de arbeidsvoorwaarden van – gemiddeld genomen – de “zwaardere” bedrijfsjuristen en juridische leidinggevenden (general counsel, hoofden en directeuren juridische zaken etc.) De titulatuur is overigens zeer gevarieerd.
Wij hebben de data geanalyseerd voor de groep juristen en leidinggevenden als geheel en voor verschillende subcategoriën. Voor elke groep zijn steeds de waarden gerapporteerd die liggen op het 25e percentiel (Q1), het 50e percentiel (de mediaan) en het 75e percentiel (Q3). Doorgaans is Q3 de indicatie voor een normaal marktconform maximum salaris, en staat de ruimte tussen mediaan en Q3 voor een marktconforme marge voor de beloning van ervaren, vakvolwassen functionarissen. Voor de groep geënquêteerden moet dat wel wat genuanceerd worden, omdat senioriteit, gewicht en beloning gemiddeld vrij hoog zijn. Niettemin bieden de uitkomsten ruim voldoende aanknopingspunten voor de beoordeling van de marktconformiteit op alle niveaus.
Slechts weinig juristen in het bestand (4) zitten in de categorie tot 3 jaar ervaring. Ook de volgende ervaringscategorie, 4 tot 7 jaar, is met 27 mensen ondervertegenwoordigd. Verreweg de meesten hebben meer dan 8 jaar ervaring. Voor de leidinggevenden heeft maar liefst 72% méér dan 13 jaar ervaring. Dit betekent dat er relatief veel zeer hoge beloningen voorkomen. Q3 is daarom minder representatief voor het “normale marktconforme” niveau dan in andere onderzoeken. Onze indruk is dat de mediaan van de hoogste ervaringsgroep, dus een maandsalaris van € 9.000 voor de leidinggevende en € 7.400, hiervoor een betere indicatie is. Deze indruk ontlenen wij aan vergelijking met andere verzamelingen van beloningsgegevens, onder andere voor de advocatuur en academische management- en staffuncties in het bedrijfsleven. Overigens passen de salarissen in de verschillende ervaringscategorieën redelijk goed bij de niveaus voor advocaten in dienstverband bij commerciele, middelgrote tot grotere kantoren.
Een duidelijke samenhang van de salarisniveaus met de omvang van de juridische afdeling en de omzet van de onderneming, valt uit de gegevens niet af te leiden. Vermoedelijk spelen andere factoren, zoals omvang in aantal mensen, internationaal karakter, beursgenoteerd zijn en andere risicofactoren minstens een even grote rol. Dit valt enigszins af te leiden uit de gegevens per branche. Aannemelijk is dat de branches met hoge tot zeer hoge Q3 niveaus de branches zijn met grote ondernemingen, beursnoteringen en/of een hoog risicoprofiel, zoals energie en techniek. We zouden hierover volgende jaar nog aanvullende vragen kunnen stellen.
Opvallend is de hoge frequentie van de variabele beloning, die afhankelijk is van bedrijfsresultaat en prestaties. De frequentie is vergelijkbaar met de commeciële advocatuur en een stuk hoger dan we in beloningsonderzoeken voor andere bedrijfsfuncties zien, met uitzondering van marketing en sales. Meestal komt de frequentie van variabele beloning niet boven 30% uit, voor leidinggevenden 40 à 50%. Ook de hoogte van de bonussen is stevig, maar in de meeste gevallen niet exorbitant. Voor leidinggevenden komen wel zeer hoge bonussen voor, met extremen tot € 100.000. De medianen van de variabele beloning mogen echter als representatief voor de markt worden beschouwd.
29 juristen uit het onderzoek (13%), waarvan 22 leidinggevenden, nemen deel aan een optieregeling. De waarden van de opties bedraagt op het mediane niveau ca. € 20.000, op Q3 44.000 voor de juristen, en € 62.000 voor de leidinggevenden. Ook hebben relatief veel juristen uit het onderzoek een lease-auto, vooral leidinggevenden. De waarde van de secundaire arbeidsvoorwaarden (bonus, opties, auto) weerspiegelt het gemiddelde gewicht van de jurist in dit onderzoek. Deze waarde is vermoedelijk minder representatief voor de juristen in de lagere ervaringscategoriën. Daarvan is echter het aantal te laag om dit goed te kunnen analyseren; wellicht is dat volgend jaar wel mogelijk.