Advocaten die vanaf maart 2021 patroon willen zijn voor nieuwe advocaat-stagiairs, moeten voor die tijd hun patroonscursus hebben gedaan. Het geven van feedback is daarin een belangrijke vaardigheid. Een aantal tips. Spoiler: NIET BULDEREN!
Het lijkt een cliché, maar de bulderende patroon is echt nog niet uitgestorven. Letterlijk iemand de huid volschelden, of een pleitnota van een stagiair rood kleuren met commentaar, zonder te motiveren, het gebeurt nog te vaak in de advocatuur. Het is niet alleen ontzettend ouderwets, maar ook erg weinig effectief.
Marloes ter Huurne is jurist en psycholoog. Ze coacht en traint advocaten in de beroepsopleiding, en ontwikkelde ook een patroonscursus, waarin het geven van goede feedback een belangrijk element is. Ter Huurne beschrijft de reactie bij een stagiair die een bulderend betoog naar het hoofd krijgt: “Je schrikt, je reptielenbrein neemt het over en denkt ‘er is gevaar’. De ratio schakelt uit en dat is het deel van de hersenen waarmee je leert. Alle energie gaat ernaar uit om de emotie op te vangen. De inhoud komt niet aan.”
Ter Huurne is niet van de zachte handschoentjes, geeft ze aan, het mag er soms best even hard aan toegaan. “Nederlanders zijn het botste volk ter wereld. De uit de VS overgewaaide sandwichmethode, waarin je harde feedback verpakt tussen twee complimenten, is voor ons vaak gekunsteld. Dan is dat eerste compliment een stilte voor de storm, dat werkt niet.” Wat Ter Huurne betreft is het belangrijk dat de patroon van zichzelf weet hoe hij of zij overkomt.
Leergesprekken
Een jaarlijks functioneringsgesprek is zeker niet voldoende bij het begeleiden van jonge advocaten. Ter Huurne adviseert om vaste momenten af te spreken voor het evalueren van het werk. Leergesprekken noemt ze het, liefst maandelijks bij een kop koffie of een lunch. “En bij beginnende advocaten geldt dat je ook serieus moet evalueren na het afronden van een taak.”
Hoe? Door vragen te stellen waarmee de stagiair aan zelfreflectie gaat doen. “Veel patroons zijn geneigd degenen die voor hen werken op impliciete wijze van feedback te voorzien. Als het goed gaat, blijft er werk komen en worden verantwoordelijkheden uitgebreid, als het niet goed gaat droogt het werk geleidelijk op en krijg je steeds minder ruimte om zelfstandig te werken, en je dus te ontwikkelen.”
Tips voor geven van feedback
Een van de meest gemaakte fouten is dat feedback op de persoon wordt gegeven, in plaats van op de taak. Ter Huurne: “We zijn geneigd anderen feedback te geven over hoe ze op ons over komen: je bent scherp, je bent ongeduldig, je bent leergierig, je bent ijverig, terwijl dat nauwelijks iets toevoegt aan het leerproces.” In een informatief artikel over feedback gaat auteur Tica Peeman hier uitgebreid op in. De belangrijkste tips voor het geven van feedback:
- Feedback moet gericht zijn op een taak of de uitoefening van een taak (dus niet gericht op de persoon;
- Het moet zo gegeven worden dat het niet bedreigend is voor het ego;
- Goede feedback bevat informatie hoe de ontvanger zijn functioneren kan verbeteren;
- In de feedback zit maximale informatie over hoe je je prestaties kunt verbeteren en minimale informatie over hoe anderen het doen.
Ter Huurne benadrukt dat het helpt om je vooral te richten op de sterke punten, als je wilt dat iemand zich optimaal ontwikkelt. “Mensen groeien meer vanuit een focus op waar ze goed in zijn, dan vanuit aandacht op wat ze niet kunnen. Je wilt met feedback vooral ook het geloof in eigen kunnen vergroten.”
Als het goed gaat, is de advocatuur een fantastisch vak om je te ontwikkelen, vindt Ter Huurne. “Mensen die niet gezien worden, haken af. Je wordt er onzeker van, denkt dat je het vak niet leuk vindt. Maar als we beginnende advocaten goed begeleiden en stimuleren, zullen ze zien dat dit vak zo veelzijdig is. Je kunt veel leren, want je moet je zowel technisch-analytisch ontwikkelen, als sociaal vaardig, uit de voeten kunnen met de kantoordynamiek, de actualiteit bijhouden, contact onderhouden met klanten, je profileren.”
Of de patroon dat allemaal leert begeleiden in de verplichte zes uur patroonscursus, is de vraag, maar Ter Huurne ziet het positief in. “Coachen kun je leren. Probeer vooral niet alles op te leggen vanuit jouw visie, want dan weet je nooit of het aankomt. Haak aan bij iemands ervaringen, vraag door. Ja, het is een cliché, maar zo kom je te weten hoe iemand zelf denkt dat het gaat. Het mooist is het als je stagiair zelf feedback komt vragen. Dan begeleid je vanuit een logisch haakje en is er optimaal kans om te leren.”