InsideCounsel heeft in de mei-editie een uitgebreid artikel over ethische vraagstukken waarmee een bedrijfsjurist kan worstelen. Die zijn volgens het blad vaak ingewikkelder dan die van juristen met een privépraktijk, vanwege de sterke betrokkenheid van de bedrijfsjuristen bij het eigen bedrijf. Daar komt bij dat het advies dat ze geven, vaak niet strikt juridisch is. Bedrijfsjuristen kunnen daarom in de verleiding komen om een loopje te nemen met de eigen gedragsregels, aldus het blad.
Volgens het blad zijn er vier categorieën waarbij ethische vraagstukken voor bedrijfsjuristen aan de oppervlakte komen: 1. het wel of niet openbaar maken van bedrijfsgegevens, en de timing daarvan (disclosure); 2. het zetten van handtekeningen onder audits, het melden van “rights & wrongs”; 3. het verrichten van interne onderzoeken (bijvoorbeeld bij aantijgingen over seksuele intimidatie); 4. het nemen van ontslag bij de constatering van fundamentele misstanden.
- Elke bedrijfsjurist krijgt ermee te maken: de vraag of en wanneer bedrijfsgegevens openbaar gemaakt moeten worden. Volgens InsideCounsel zijn die vraagstukken bij innovatieve bedrijven nog prangender dan normaal, omdat dergelijke organisaties vaak sterk afhankelijk zijn van het aantrekken van extern kapitaal. Jeff Miller, een door de wol geverfde bedrijfsjurist met een geschiedenis in onder meer de biotechnologie, vat het dilemma als volgt samen: “I’ve been in board meetings where I said we had to disclose something, and a board member argued that it would hurt the sharholders. I had to ask, which shareholders are you talking about, the ones that are selling or the ones that are buying? That’s the dilemma.”
- Er wordt heel veel geaudit, en de bedrijfsjurist wordt vaak gevraagd om dergelijke rapporten te ondertekenen. De vraag is dan of die bedrijfsjurist precies weet wat hij ondertekend, en in hoeverre hij vervolgens medeverantwoordelijk is voor de inhoud van het rapport. Rosemary Corsetti, bedrijfsjuriste bij een organisatie van 38 verpleeghuizen: “The auditors come forward and say, ‘sign these affidavits that show the company is in compliance with al these laws’. A lot of those audit requirements are more in the purview of financial people. I’m not the one who keeps the books, so how can I, as a lawyer, say that everybody is doing what they are supposed to do?”
- Als er intern onderzoek verricht moet worden naar bijvoorbeeld seksuele intimidatie op de werkvloer, klokkenluiders of overtreding van ‘company rules’, dan wordt de bedrijfsjurist vaak gevraagd dat onderzoek te leiden. Het gevaar van een gebrek aan onafhankelijkheid ligt op de loer. Want wie is de cliënt: de directie, of de onderneming? Bedrijfsjurist Daniel Sulton: “As long as it is clear that the client is the company, not individuals, there usually won’t be a problem. But if there is a conflict between those agents and the company itself, the attorney has an obligation to remain loyal to the company.”
- Stel dat het bestuur van de onderneming een nieuw product op de markt wil brengen, maar een interne deskundige zegt dat het product niet veilig is. De bedrijfsjurist gelooft de deskundige. Volgens ethicus Michael Rubin heeft de bedrijfsjurist in dat geval drie keuzes: het bestuur overtuigen, meebuigen of ontslag nemen. Kiest de bedrijfsjurist voor het laatste, dan volgt nog een ingewikkelde ethische vraag: vertelt de bedrijfsjurist het aan zijn opvolger of een toezichthouder? De vraag wanneer een zogeheten ‘noisy withdrawal” aangewezen is, is in de Verenigde Staten omstreden. In sommige staten hebben de beroepsorganisaties regels opgesteld, in andere niet.
(7 mei 2009)