Voorlopig komt de zakelijke advocatuur ongeschonden uit de coronacrisis. In 2020 groeiden dertig top 50-kantoren onverminderd door, blijkt uit de nieuwe Stand. Ook Allen & Overy, BarentsKrans, Damsté beleefden een succesvol jaar en namen volop nieuwe mensen aan, vertellen hun bestuursvoorzitters.
Zeker, bij de aankondiging van de lockdownmaatregelen in maart 2020 hield ook bij Allen & Overy, BarentsKrans en Damsté iedereen collectief de adem in. Niemand die op dat moment verwachtte dat 2020 alsnog een uitstekend jaar zou worden.
Het ging Allen & Overy zeer goed
En toch gebeurde dat, ook voor de Nederlandse vestiging van Allen & Overy, die vorig jaar als gevolg van de werktoename groeide met twintig advocaten – meer dan 10%. Met meetelling van twaalf in het buitenland beëdigde advocaten die voor het Nederlandse kantoor werken, komt de groei volgens de Stand van de Advocatuur en het Notariaat 2021 zelfs uit op 18,9%, van 169 naar 201 advocaten.
“Het is ons inderdaad erg goed gegaan,” bevestigt Brechje van der Velden, bestuursvoorzitter van Allen & Overy Amsterdam. “Natuurlijk was onze financiële praktijk al vrij snel weer druk. Kort nadat de wereld op slot ging, kwam de private equity-markt alweer op gang. Men wilde niet langer wachten, maar juist op dit moment instappen met de gedachte om – net als in de eerdere crisis – op de langere termijn een mooi rendement te maken. In deze praktijk was het daarom al snel weer vol aan de bak voor onze mensen, en dat is sindsdien niet opgehouden.”
In de zomer trokken ook de brede M&A-markt en de grotere litigation-projecten weer aan, evenals het aanbod vraagstukken op het gebied van vastgoed, infrastructuur en de energietransitie. “Die markt is in het afgelopen jaar echt geëxplodeerd, parallel aan het maatschappelijke debat over verduurzaming.” aldus Van der Velden. “We zijn vanaf de begindagen in deze markt actief en dat betaalt zich nu uit. Verder was het in de herstructureringspraktijk al druk, en dat wordt dit jaar waarschijnlijk alleen maar drukker. Een deel van het bedrijfsleven is afgelopen jaar immers met overheidsgeld overeind gehouden; we verwachten dat meer bedrijven in de problemen gaan komen.”
Samengevat hebben deze ontwikkelingen gezorgd voor een nog snellere groei dan was voorzien. Daar komen de gevolgen van de Brexit nog bij: de verschuiving van bedrijfsactiviteiten naar het Europese vasteland bezorgt ook Allen & Overy meer werk, zegt Van der Velden. “We hebben daarom over de volle breedte van kantoor meer mensen aangenomen. Vooral de corporate- en finance-secties kregen gedurende 2020 een tekort aan mensen. Ik denk dat we ook dit jaar snel blijven groeien; onze mensen werken nu zeer hard en we maken veel gebruik van onze flexibele schil.”
Zo was 2020 kortom een buitengewoon succesvol, maar ook een moeilijk, uitdagend jaar voor veel Allen & Overy-medewerkers, schetst Van der Velden. “In technisch opzicht ging de overgang naar massaal thuiswerken heel soepel, dat is het voordeel van deel uitmaken van een global kantoor. Maar je jonge mensen opleiden via een scherm, dat kan eigenlijk niet. Daarnaast zien we dat het lastig is om de werk-privébalans in evenwicht te houden als je alleen maar thuis werkt. Er worden makkelijker meetings in de avonduren belegd, ook als het niet echt dringend is. Zeker onze mensen met jonge kinderen hebben een zwaar jaar gehad. We hebben daarom hemel en aarde bewogen om zoveel mogelijk persoonlijk contact met iedereen te onderhouden.”
De manier waarop onderling contact onderhouden uiteindelijk het beste gaat, is toch om met zijn allen weer terug naar kantoor te gaan, denkt Van der Velden. “Ja, het thuiswerken zal deels blijven, maar onze mensen zullen grotendeels weer op kantoor gaan werken. Juist in deze tijd hebben we ervaren dat echte creativiteit voortkomt uit teamwork. Bij grote projecten werk je idealiter toch samen in dezelfde ruimte. We hebben nu gezien dat het mogelijk is om via schermen aan een zaak of een deal te werken, maar dat kan wel ten koste gaan van bepaalde nuances in de communicatie. En van het werkplezier, niet te vergeten.”
Beste jaar ooit voor BarentsKrans
Voor BarentsKrans was 2020 ‘gewoon’ het volgende jaar waarin het Haagse advocatenkantoor flink groeide. Per 1 januari 2021 werken er 72 advocaten bij BarentsKrans, negen meer dan een jaar eerder (+14,3%). Begin 2017 telde het kantoor 49 advocaten, wat betekent dat BarentsKrans sindsdien met bijna 50% gegroeid is.
Hoewel, gewoon…; 2020 is het beste jaar tot nu toe voor BarentsKrans, aldus vastgoedpartner Jesse Zijlma, sinds vorig jaar bestuursvoorzitter. Al is dit volgens hem ‘niet dankzij of ondanks corona’. “Het heeft meerdere kanten. Afgelopen voorjaar vertoonde de M&A-sectie een dip, maar andere secties presteerden juist beter. We hebben veel coronagerelateerde issues behandeld, maar er zijn vast ook cliënten die minder werk hebben uitbesteed. En wellicht is een deel van de groei in werk te verklaren door het wegvallen van reistijd, het bijwonen van congressen, enzovoorts. De tijd wordt effectiever besteed, dat mag natuurlijk best zo blijven.”
Zijlma vindt de ontwikkeling van zijn kantoor oprecht ‘bijzonder om te zien’. “Ik vind het vooral heel gaaf dat onze ontwikkeling verloopt zoals we het voor ogen hebben. Groei zelf is nooit de grootste ambitie geweest; wel hebben we er een aantal jaar geleden bewust voor gekozen om meer in te zetten op enkele specifieke rechtsgebieden en sectoren.”
Als voorbeelden noemt hij de versterking van de teams die zich bezighouden met commerciële contracten en corporate litigation. “Laatstgenoemde sectie heeft zich nationaal en internationaal steeds meer op de kaart gezet. We hebben enkele jaren terug ingezet op diepgaander specialiseren. Dat werpt nu zijn vruchten af, met een toeloop van de grotere cliënten die bij dit type werk horen.”
Ook speelde BarentsKrans een rol bij grote kartel- en massaschadezaken, waaronder procedures tegen kartelvorming in de luchtvrachtsector en onder truckfabrikanten. “We zetten onze missie voort om in zo complex mogelijke zaken te werken,” zegt Zijlma. “Vergeleken met tien, vijftien jaar geleden hebben we daarin al enorme stappen gemaakt. Toen ik hier in 2004 begon, was BarentsKrans een klassiek middelgroot kantoor in de Haagse regio met een handjevol grotere klanten, zoals enkele woningcorporaties. Nu adviseren we veel meer grotere partijen en werken we aan de grootste vastgoeddeals. Was dat vijftien jaar geleden nog ondenkbaar, nu is dat business as usual.”
Verder heeft BarentsKrans recent nog een nieuwe partner aangetrokken voor de verdere uitbouw van de cassatiepraktijk. Een ander mooi voorbeeld van inhoudelijke groei, zegt Zijlma. “De cassatiepraktijk is voor ons een mooi uithangbord. Het is misschien niet altijd het meest winstgevende werk, maar het is voor kantoor heel belangrijk om het cassatiewerk op hoog niveau te blijven doen.”
Allemaal ontwikkelingen die de snelle groei van BarentsKrans in de afgelopen tijd verklaren, wat niet enkel beperkt blijft tot de advocaten. Zijlma: “De ondersteuning groeit natuurlijk mee. Toen ik begon, deed onze directeur HR en communicatie erbij. Daar hebben we nu afzonderlijke afdelingen voor. De tijd dat de advocaat hier alles wel even zelf deed, is allang voorbij. Tegelijkertijd zien we onszelf nog steeds als een middelgroot kantoor, met een cultuur waar iedereen elkaar kent. Die cultuur willen we graag behouden.”
Damsté op uitbreidingspad
In meerdere juridische vakmedia – waaronder Advocatie – was de laatste jaren te lezen dat de middelgrote ‘regionale’ advocatenkantoren buiten Zuidas of Randstad het moeilijker hebben. Zo niet Damsté advocaten-notarissen in Enschede, dat juist op uitbreidingspad is. In de top 50 van De Stand steeg Damsté acht plaatsen (van 39 naar 44 advocaten), mede dankzij de samensmelting met Dijks Leijssen Advocaten & Rechtsanwälte van begin dit jaar.
“We hadden zelf al een German Desk, maar die was vooral gericht op Duitse bedrijven die in Nederland willen ondernemen,” vertelt advocaat en bestuursvoorzitter Jan Schutrups hierover. “Nu hebben we ook Rechtsanwälte in dienst, die bijvoorbeeld procedures naar Duits recht bij Duitse rechtbanken kunnen voeren. Ze hebben bovendien een fraaie portefeuille aan cliënten meegenomen.”
Voor Schutrups is dit niet de eerste fusie: hij is al 32 jaar als advocaat verbonden aan Damsté en diens rechtsvoorgangers. De internationalisering van het juridische werk beperkt zich niet tot de Zuidas, zegt hij. “Ook onze praktijk wordt steeds internationaler. We zitten dichtbij de grens met Duitsland, maar ook steeds meer cliënten die internationaal zaken doen, weten ons te vinden. Dat resulteerde enkele jaren terug al in een kleine vestiging in Amsterdam. Vooral het notariaat timmert er al aardig aan de weg, en dit voorjaar breiden we er verder uit met vijf nieuwe advocaten, afkomstig van een samenwerkingskantoor.”
Normaliter mikt Damsté qua groei niet zo zeer op horizontale instromers, als wel op het aantrekken van jonge talenten, vooral afkomstig van de universiteiten in Nijmegen en Groningen. Daar zit het met de naamsbekendheid van Damsté wel goed, aldus Schutrups. “We groeien niet om het groeien, maar trekken wel graag jonge talenten aan. Die leiden we zelf op, waardoor deze mensen doorgaans veel langer bij ons blijven dan de opleidingsperiode van drie jaar.”
Intussen zette de coronacrisis ook bij Damsté bepaald geen rem op de hoeveelheid werk en productiviteit. “We hebben afgelopen jaar een omzetgroei van zo’n 15% gerealiseerd,” zegt Schutrups. “Onze mensen bleven ook vanuit huis heel productief; ze hadden weinig aansturing nodig. Het notariaat was het hele jaar veel drukker. Verder presteerden de secties Handels- en Ondernemingsrecht. Vastgoed & Overheid en Arbeidsrecht beter dan andere jaren. Letselschade, strafrecht familierecht zijn de stabiele sectoren. Hoewel: er werd in 2020 minder gereden, dus gebeurden er minder ongelukken op de weg. Mede hierdoor had de letselschadepraktijk het iets rustiger.”
Voor de komende jaren heeft Damsté de ambitie om meer jongere partners te benoemen ‘om de kar te trekken’ en de nieuwe Amsterdamse vestiging verder uit te bouwen. Dat laatste is volgens Schutrups ook noodzakelijk om de internationale praktijk van het kantoor verder te kunnen uitbreiden. “Dat willen we graag, maar intussen halen wij hier in Twente niet onze neus op voor ‘de normale praktijk’. Dat hoort voor ons kantoor bij de regionale functie, en is belangrijk voor de regionale binding. Daar kun en wil je geen afscheid nemen. Met alleen de commerciële topklussen zouden wij het niet redden.”
Dit artikel maakt deel uit van De Stand van de Advocatuur en het Notariaat 2021, gepubliceerd in het nieuwe Advocatie Magazine. Klik op de cover om te lezen of ga naar de Magazine-pagina.