Advocatie gaat met behulp van de ‘correspondenten’ Arnoud Engelfriet (ICTRecht) en Erik Jan Bolsius (Jurist in Communicatie) wekelijks berichten over ontwikkelingen op het gebied van ICT, HRM, marketing, legal design, business development en communicatie. Vandaag de aftrap voor business-correspondent Bolsius: het onlangs afgeschafte provisieverbod.
Door Erik Jan Bolsius
Betalen voor een opdracht of nieuwe cliënt, het klinkt fouter dan het is. Indirect gebeurt dat namelijk al lang. Wie heeft er geen website of visitekaartjes? Welk kantoor kan nog zonder netwerkborrel of seminar? Ook een vermelding in de Gouden Gids (bestaat die nog?), of het sponsoren van het hockeyteam van dochterlief zijn kostbare manieren om nieuwe cliënten te bereiken. En vaak zijn de resultaten van zo’n investering slecht meetbaar.
Vergeleken met de traditionele manieren van marketing is je profiel op een vergelijkingssite zetten en betalen voor de lead een stuk effectiever. Tako Johannesma, directeur van online platform De Advocatenwijzer vergelijkt het met de kosten voor adverteren via Google. “Dat kost al gauw tussen de 5 en de 20 procent per zaak.”
Betalen voor een opdracht via een vergelijkingssite of advocatenplatform was tot de ACM-uitspraak in strijd met de gedragsregels van de NOvA. Een advocaat zou niet onafhankelijk zijn werk doen door te betalen voor een opdracht. Alsof Thuisbezorgd het menu bepaalt van de restaurants voor wie ze bezorgen, en Booking.com vertelt hoe een hotel zijn kamers moet inrichten.
Belangrijke koerswijziging
Het provisieverbod is opgeheven na een klacht van vergelijkingssite LegalDutch. Oprichter Jan-Hein Strop ziet geen toename van het aantal bezoekers aan de site, maar wijt dat aan de geringe ruchtbaarheid die het besluit van de ACM kreeg. Strop bereidt zich voor op de nieuwe kansen die de volgens hem belangrijke koerswijziging met zich meebrengt. “We moeten eerst bepalen welke vergoeding we redelijk vinden.” Strop denkt aan een vast bedrag van 150 tot 200 euro per match, of een percentage van de opdracht, dat de advocaat betaalt nadat de match heeft plaatsgevonden.
De vergelijkingssites die het provisieverbod overleefden, zoeken naar advocaten die het nu wel aandurven, en naar rechtzoekenden. Na jaren tegenwerking en (dreiging met) tuchtzaken van de NOvA zagen de meeste advocaten het provisieverbod als een te grote drempel.
De ACM-uitspraak kwam net te laat voor Leggle. Het groots opgezette platform van rechtsbijstandsverzekeraar DAS legde eind 2018 het loodje. Concurrent De Advocatenwijzer redde het wel, na een overname door legal service provider Omnius. Directeur Tako Johannesma: “We werken op al onze sites met abonnementsvormen, die mochten al wel van de Orde omdat er dan niet per opdracht werd betaald. Maar nu kunnen we ook het betalen per lead weer activeren, het oorspronkelijke businessmodel van De Advocatenwijzer.”
Kosten voor advertenties
Of vergelijkingssites in een behoefte voorzien, is wellicht het best te voorspellen door over de grens te kijken. In de UK heeft de voormalige Nederlandse advocaat Daniel van Binsbergen met Lexoo in een recente investeringsronde geld opgehaald bij investeerders. Hoe verklaart hij de toenemende behoefte aan vergelijkingssites, binnen en buiten de juridische sector? “Vergelijkingssites bieden transparantie. Dat helpt enorm bij het selecteren van de juiste dienstverleners. Het leidt tot een efficiëntere markt. We zijn hier vier jaar bezig en hebben tienduizenden bedrijven geholpen met het vinden van de juiste solicitor.”
Niet alleen cliënten, ook advocaten hebben baat bij vergelijkingssites, stelt Van Binsbergen: “Als advocaat kun je je 100% richten op het geven van juridisch advies.”
De bij Lexoo aangesloten juristen kunnen een quote indienen als er een zaak binnenkomt die bij hun expertise past. De cliënt kiest er een uit, na het vergelijken van de quote en de reviews van advocaten. De kosten die het platform vraagt – 15% van de opdracht – zijn vergelijkbaar met wat een advocaat kwijt zou zijn als ze zelf adverteren of iemand in dienst nemen om ‘business development’ te doen, stelt Van Binsbergen. “Vaak vergeten advocaten hoeveel tijd gemoeid is met zelf netwerken en events organiseren. Die tijd kunnen ze beter besteden aan hun juridische werk.”