Dat er een economische crisis heerst, is niemand ontgaan. Bij veel bedrijven zijn de gevolgen direct voelbaar. Nu valt het met het aantal faillisementen nog wel mee gelukkig, maar bij diverse bedrijven is de productie nagenoeg stil gevallen en ook met de financiële sector gaat het niet goed. Bijna ieder bedrijf is – noodgedwongen of preventief – aan het bezuinigen op de kosten. Ook op het budget van de bedrijfsjuridische afdeling wordt bezuinigd.
In welke mate dat het geval is, peilden we gisteren (1 april) tijdens de jaarvergadering van het Nederlands Genootschap van Bedrijfsjuristen. Van de uitkomsten doe ik een volgende keer hier verslag.
Bezuinigen op bedrijfsjuridische kosten, hoe doe je dat? Je zou kunnen bezuinigen op personeel: minder bedrijfsjuristen. Of dat slim is, is maar zeer de vraag. Wellicht is het juist verstandiger meer zaken in huis te doen. In deze tijd moeten bedrijfsjuristen selectief zijn in wat ze zelf doen en wat ze uitbesteden. In de nieuwsbrief van vorige week legde ik u die stelling voor. 94% van de respondenten is het hiermee eens. Meer zelf doen en slimmer uitbesteden lijkt nu de trend.
“Zestig extra rechters nodig door crisis”, kopte Het Financieele Dagblad zaterdag 28 maart op de voorpagina. Het is kennelijk niet de verwachting dat bedrijven minder gaan procederen. Tijdens de ledenvergadering van het NGB is ook dit thema aan de leden voorgelegd.
Een tweede manier om te bezuinigen op Legal Affairs is de aanpak van noodzakelijke externe juridsche kosten. Dat kan door differentiatie naar type werk: eenvoudig werk gaat dan naar een eenvoudig en goedkoper kantoor en alleen het strategisch belangrijk en juridisch complexe werk gaat naar een topkantoor. Horses for courses, heet dat ook wel. Dit is overigens een trend die al langer aan de gang is.
Alternatieve prijsafspraken
Daarnaast is het waarschijnlijk mogelijk om met het vaste advocatenkantoor alternatieve prijsafspraken te maken. Daarmee wordt bedoeld andere honoreringsstructuren dan uren maal tarief. Hieraan blijkt onder bedrijfsjuristen bijzonder veel behoefte te bestaan. Vorige week stelden wij in deze nieuwsbrief die vraag. Maar liefst 90% van de respondenten zei behoefte te hebben aan alternatieve fee arrangements.
Ik denk nu niet in de eerste plaats aan korting (dat is au fond nog steeds uren x tarief), maar aan fixed fees, blended rates, caped fees, success fees en value based billing. Ik ben er van overtuigd dat ook advocatenkantoren hiervoor open staan.
Deze methoden werken overigens alleen als op een evenwichtige manier rekening gehouden wordt met zowel de belangen van de cliënt als van het kantoor. Cliënt én kantoor moeten per zaak een redelijke schatting kunnen maken wat iets moet kosten en wat het waard is.
Kostprijs en waardeperceptie zouden met elkaar in balans moeten zijn, maar dat is niet altijd zo. Een open een eerlijke communicatie hierover is dus een belangrijke voorwaarde. In een volgende nieuwsbrief zal ik verslag doen van de discussie over dit onderwerp deze week met de leden van het NGB. (2 april 2009)
Jaap Bosman, Houthoff Buruma