Voormalig UBS-voorzitter en general counsel Peter Kurer vindt dat in house advocaten zich meer bewust moeten zijn van de uiteenlopende verwachtingen van verschillende soorten cliënten uit het bedrijfsleven. Ze moeten meer oog krijgen voor hun behoeftes, zegt hij in Legal Week.
“Handelaren willen dat advocaten hen oplossingen bieden, CEO’s geloven dat de general counsel er vooral is om de organisatie glad te laten verlopen. Voor externe regelgevers en toezichthouders is de bedrijfsjurist een soort politieagent binnen de organisatie,” zegt de ex-general counsel van de Zwitserse investeringsbank. Hij voegt daaraan toe dat relaties met advocatenkantoren lastig kunnen zijn wanneer de general counsel beschouwd wordt als “tweedeklas burger”.
Volgens Kurer willen leidinggevenden uit het bedrijfsleven vooral meer “emotionele intelligentie” zien bij hun bedrijfsjuristen, in plaats van intellectuele observaties die obstakels kunnen opwerpen. Hij waarschuwt dat in house advocaten “extreem rationeel” zijn en “intellectuele oprechtheid waarderen”. “Zakenmensen vinden emotie en emotionele intelligentie ook belangrijk,” voegt hij daaraan toe.
Hij raadt in house advocaten af zich te cynisch op te stellen en moedigt ze aan hun perfectionistische instinct te temperen. Ze moeten zich meer tegemoetkomen aan de wens van zakenlui om ingewikkelde zaken te simplificeren, en deals te sluiten.
Kurer werd in 2001 general counsel bij UBS. Daarna was hij van april 2008 tot april 2009 voorzitter van de bank. In die functie zorgde hij voor veel controverse. Nu stimuleert hij inhouse advocaten de verschillen in te zien tussen de vaardigheden van advocaten en mensen uit het bedrijfsleven.